12 En de heer Krol, 27 stemmen mogelijk en 27 stemmen op uitgebracht, (applaus) Ik zou nu graag over willen gaan tot installeren van de wethouders, maar ik zou willen vragen nog even een moment te betrachten. Wij hebben daarmee de benoeming van de wethouders gehad en formeel kan ik de uitslag daarvan bekrachtigen bij hamerslag. En daarmee is dat agendapunt aan de orde geweest. 7. Beëdiging/verklaring en belofte van nieuw benoemde wethouders VOORZITTER: Ik zou graag over willen gaan tot beëdiging of verklaring en belofte van de nieuw benoemde wethouders, zoals zij ook hebben aangegeven. Ik zou u allen willen vragen te gaan staan. De heer Witte en de heer Krijger hebben aangegeven geïnstalleerd te willen worden door het afleggen van de verklaring en belofte. Die zal ik ook voorlezen. En ik zou willen vragen aan de heer Witte en de heer Krijger om na het noemen van hun naam, zo dadelijk na voorlezing, te antwoorden met de woorden 'dat verklaar en beloof ik'. Ik verklaar dat ik, om tot wethouder benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of welk voorwendsel ook enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als wethouder naar eer en geweten zal vervullen. Meneer Witte, zou u willen antwoorden met de woorden 'dat verklaar en beloof ik'. Heer WITTE: Dat verklaar en beloof ik. VOORZITTER: Dank u wel. Meneer Krijger, zou u willen antwoorden met de woorden 'dat verklaar en beloof ik'. Heer KRIJGER: Dat verklaar en beloof ik. VOORZITTER: Dank u wel. Vervolgens zou ik de eed willen voorleggen en de heer Krol willen vragen na voorlezing en na het noemen van zijn naam te antwoorden met de woorden 'zo waarlijk helpe mij God Almachtig' en daarbij de rechterhand op te steken en daarbij wijs- en middelvinger gesloten naast elkaar te houden, op deze wijze. Ik zweer dat ik, om tot wethouder benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of welk voorwendsel ook enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als wethouder naar eer en geweten zal vervullen. Meneer Krol, mogelijk dat u kunt antwoorden met de woorden 'zo waarlijk helpe mij God Almachtig'. Heer KROL: Zo waarlijk helpe mij God Almachtig. VOORZITTER: Dank u wel. U bent gedrieën daarmee geïnstalleerd en daarmee wil ik u van harte feliciteren, (applaus) Ik zou willen vragen om te blijven staan, want zo dadelijk wordt er ook nog gelegenheid gecreëerd voor felicitatie en ook voor nog enige toespraakjes op dat punt. maar ik zou eigenlijk agendapunt 8 aansluitend aan de orde willen stellen. 8. Beëdiging/verklaring en belofte en installatie nieuw benoemde gemeentesecretaris en griffier

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2002 | | pagina 75