13
VOORZITTER: Ik zou mevrouw Bakker en de heer Van Vliet willen vragen naar voren te komen.
Mevrouw Bakker heeft aangegeven geïnstalleerd te willen worden met het afleggen van de verklaring
en belofte. En ik zou met u willen beginnen. Waarbij ik u wil vragen, na voorlezing, als ik uw naam
noem, te antwoorden met de woorden 'dat verklaar en beloof ik'.
Ik verklaar dat ik, om tot gemeentesecretaris benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk onder
welke naam of welk voorwendsel ook enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig
geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn
plichten als gemeentesecretaris naar eer en geweten zal vervullen.
Mevrouw Bakker, ik zou u willen vragen te antwoorden met de woorden 'dat verklaar en beloof ik'.
Mevrouw BAKKER: Dat verklaar en beloof ik.
VOORZITTER: Dank u wel.
De heer Van Vliet heeft aangegeven middels het afleggen van de eed geïnstalleerd te worden tot
griffier. En ik zal het voorlezen en u vragen na het noemen van zijn naam te antwoorden met de
woorden 'zo waarlijk helpe mij God Almachtig' en daarbij de rechterhand op te steken en daarbij wijs-
en middelvinger gesloten naast elkaar te houden, op deze wijze.
Ik zweer dat ik, om tot griffier benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of
welk voorwendsel ook enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of
enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten
als griffier naar eer en geweten zal vervullen.
Meneer Van Vliet, ik zou u willen vragen te antwoorden met de woorden 'zo waarlijk helpe mij God
Almachtig'.
Heer VAN VLIET: Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.
VOORZITTER: Dank u wel. Hiermee bent u beiden geïnstalleerd. U als gemeentesecretaris en u als
griffier, (applaus)
Ik zou willen vragen om nog even op uw huidige plaats plaats te nemen, zodat ik dadelijk na eerst nog
iets anders gedaan te hebben, de wethouders kan vragen hun plaats in te nemen.
Dames en heren, leden van de raad,
Zo dadelijk zal ik de vergadering schorsen. Het doel van die schorsing is onder meer gericht op
voorbereiding benoeming nieuwe raadsleden vanwege de vacatures die ontstaan zijn door de
benoeming en installatie van de wethouders. En dadelijk zal ik dan ook de heer Hoebee en mevrouw
Oostrom-Wernsen en mevrouw Koomen-Beerman, willen vragen bij de aanvang van de schorsing in
de ruimte hiernaast te komen, zodat de formulieren daarvoor in orde kunnen worden gebracht.
Maar allereerst wil ik de raad bedanken voor de zojuist afgeronde besluitvorming. Het college is
gecompleteerd met de benoeming en installatie van de wethouders voor de komende periode. Graag
spreek ik van harte namens de raad een felicitatie uit aan wethouder Witte, wethouder Krijger en
wethouder Krol, en aan hun partners en familie. Een nieuwe periode ligt in het verschiet. Van harte
wens ik u succes, daadkracht en plezier toe in het verantwoordelijke werk voor u als individuele
bestuurder, maar ook voor ons samen als college van burgemeester en wethouders. Er is veel te doen
ten dienste van de Soester en Soesterbergse samenleving. Het is fijn dat de beschikbaarheid van ons
daarop gericht kan zijn. De gemeenteraad zal ons, het spreekt voor zich, op de voet volgen.
Ook wil ik graag van harte een felicitatie uitspreken aan onze nieuwe gemeentesecretaris, mevrouw
Bakker, en onze nieuwe griffier, de heer Van Vliet. Ook hun partners wil ik bij die gelukwens
betrekken. De heer Kok, gezeten naast mevrouw Bakker, als partner van haar, proficiat, en mevrouw
Van Vliet op de publieke tribune, ook u wil ik van harte feliciteren. Rond de zomer gaan secretaris en