16 (applaus) Dames en heren, naar het verleden toe is waardering geuit, naar de toekomst toe ligt er de uitdaging en verplichting dat te verdienen; dat geldt ook voor gemeentesecretaris en griffier, dat geldt voor de hele ambtelijke organisatie, dat geldt voor raad en raadsleden en fractie-assistenten, dat geldt voor mij als voorzitter van de raad en het college, en dat geldt natuurlijk ook voor de wethouders. Voor allen geldt in feite dezelfde oproep, uitdaging en verplichting het goede van het werk te maken en daar wens ik ons allen sterkte en succes bij toe. Dank u wel. (applaus) Ik schors de vergadering voor een kwartier. Dan kunnen de felicitaties worden uitgewisseld, dan onderzoeken we de geloofsbrieven en dan hervatten we de beraadslagingen. VOORZITTER: Dames en heren, ik heropen de vergadering. 9. Onderzoek geloofsbrieven nieuw benoemde raadsleden en beslissing over toelating VOORZITTER: Dat gaat hier om de leden de heer Hoebee, mevrouw Koomen-Beerman en mevrouw Oostrom-Wernsen. Er is een commissie van onderzoek van de geloofsbrieven. Daar zal ik de vergadering zo dadelijk even kort voor schorsen. Dat zijn drie leden van de commissie van onderzoek, die vergezeld door de gemeentesecretaris de geloofsbrieven zullen controleren, waarna we vervolgens over de toelating kunnen beslissen. En vervolgens bij het volgende agendapunt kunnen we tot installatie overgaan, als dat alles in orde wordt bevonden. En voor de commissie van onderzoek zou ik willen uitnodigen de heer Middelkoop, de heer Van Vuuren en de heer Önal. Ik wel hen vragen met de gemeentesecretaris mee te gaan naar de ruimte hiernaast om de geloofsbrieven te onderzoeken en ik schors even de vergadering, maar wil vragen of u allen op uw plaats wil blijven zitten. Ik schors de vergadering. VOORZITTER: Dames en heren, ik heropen de vergadering. En namens de commissie van onderzoek van de geloofsbrieven zal de heer Middelkoop het woord voeren. Het woord is aan u. Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Dank u voorzitter. De commissie uit de raad van de gemeente Soest in wier handen werden gesteld de geloofsbrieven en verdere bij de Kieswet gevorderde stukken ingezonden door Hoebee, P.H., roepnaam Peter, Oostrom-Wernsen, J., roepnaam Annet, Koomen- Beerman, I.M., roepnaam Ingrid, op dinsdag 26 maart 2002 benoemd tot leden van de raad van de gemeente Soest, rapporteert de raad van de gemeente Soest dat zij bovengenoemde bescheiden heeft onderzocht en in orde bevonden. Gebleken is dat de benoemden aan alle in de Gemeentewet gestelde eisen voldoen. De commissie adviseert tot hun toelating als lid van de raad van de gemeente Soest. VOORZITTER: Dank u wel. Het advies van de commissie is helder. Ik wil de commissie danken voor het onderzoek en de raad voorstellen conform het advies van de commissie te besluiten tot toelating tot lid van de gemeenteraad de heer Hoebee. mevrouw Koomen-B eerman en mevrouw Oostrom-Wernsen. Is dat akkoord? Aldus besloten. Ik wil hen uitnodigen om de cirkel te completeren, zodat we tot installatie kunnen overgaan. 10. Installatie (eed/verklaring en belofte) van nieuw toegelaten raadsleden VOORZITTER: Dan wil ik vragen of eenieder zou kunnen gaan staan, zodat we tot de installatie van de raadsleden kunnen overgaan. Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen leggen de leden van de raad in de vergadering, in handen van de voorzitter, de volgende verklaring en belofte, of eed af. En dat is conform art. 14 van de Gemeentewet. En de heer Hoebee en mevrouw Koomen-Beerman hebben aangegeven middels de verklaring en belofte geïnstalleerd te worden, en daarom zal ik de verklaring en belofte voorlezen en u willen vragen bij het noemen van uw naam te antwoorden met de woorden 'dat verklaar en beloof ik.' Ik verklaar dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of voorwendsel ook enige gift of gunst gegeven of beloofd heb.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2002 | | pagina 79