Raadsvergadering 18 april 2002 - 10- jaar zullen wij een notitie op dit punt gereed hebben waar dus ook nadrukkelijk de discussie over de uitbreidingsmogelijkheden van Soesterberg in besproken gaat worden. En als laatste een volkshuisvestelijk discussiepunt dat niet in het raadsprogramma staat, maar wat ik u wel wil meegeven. Tot op heden verdeelt de gemeente Soest woningen die van andere mensen zijn. Meestal van woningcorporaties, in dit geval Portaal en SCW, soms van beleggers. In feite beheren we dus een winkel met spullen van een ander. Op dit moment zijn we volop bezig de woonruimteverdeling die we dus wel in onze handen hebben, maar over andermans spullen gaat, ook door anderen te laten uitvoeren. In het tweede kwartaal van nog dit jaar, sorry ik zeg het verkeerd, in het tweede kwartaal van 2003, moet de operatie van het op afstand zetten van de woonruimteverdeling zijn afgerond. Wij zullen u daar natuurlijk in de loop van dit jaar al nader over informeren. Dank u wel, voorzitter. VOORZITTER: Dank u wel. Dat wat verklaard is van onze zijde is ook op schrift gesteld. Ik zou willen vragen om dat te verspreiden. Het zou kunnen zijn dat u dadelijk in reactie iets over de verklaring wenst te zeggen. Dat wordt buitengewoon gewaardeerd. Het kan zijn dat u een deel daarvan betrekt in het voorjaarsoverleg, dat is de aanstaande raadsvergadering. De keuze is echter aan u. Ik zou vanwege de ordelijkheid van de vergadering even tot half negen willen schorsen. En dan geef ik het woord aan de raad over de verklaring die net is afgelegd. De vergadering is geschorst tot half negen. VOORZITTER: Dames en heren, ik heropen de vergadering. Het kan zijn dat leden van de raad wensen te reageren op dat wat gezegd is. Het is goed dan even te inventariseren wie over dit punt het woord wensen te voeren. Allen. Dan zal ik daar in een rechtvaardige volgorde proberen uit te komen. Heer Roest. Dat is de rechtvaardigheid ten top hè, meneer Roest. Er wordt hier ook nieuw staatsrecht geschreven, meneer Van Wuijckhuijse. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Absoluut voorzitter. U matigt zich nogal wat aan als u staatsrecht gaat schrijven in de raadsvergadering. VOORZITTER: Zo ziet u maar dat het hard nodig is er wat aan te doen. Maar laten we toch daadwerkelijk de heer Roest als eerste het woord geven in deze termijn. Heer ROEST (D66): In ieder geval is er misschien nieuw gemeenterecht geschreven. Ik wens deze verklaring uiterst positief te benaderen namens D66. Ik vind het een redelijk uniek initiatief. Ik vind het vanuit het college een initiatief om de dualisering vorm te geven en ik zou vooral zeggen: gaat u op deze wijze door. Bij nieuwe vormen en nieuw gemeenterecht horen nieuwe werkwijzen en daar zullen we allemaal onze weg in moeten vinden natuurlijk. Met vallen en opstaan. Als ik dit zo tot mij neem, is dat natuurlijk informatie die ik op hele korte termijn tot mij krijg. Dus misschien dat het een volgend jaar aanbeveling zou verdienen om dat misschien wat eerder beschikbaar te stellen, zodat je er echt een inhoudelijke reactie op zou kunnen krijgen. Maar een alternatief is, voorzitter, dat ik me kan voorstellen dat net als bij de regering, want daar is dit model toch een beetje op geënt, dat u de prioriteiten van de diverse portefeuilles commissiegewijs gaat behandelen. Want aan prioriteiten en faseringen zit ook geld vast. En dat zijn dus inhoudelijk hele belangrijke beslissingen. Dus ik kan me voorstellen dat datgene wat nu is ingebracht door de verschillende wethouders, in commissies zou worden behandeld in het kader van prioritering en daar lijkt me dit te korte termijn voor om daar een overzicht in te krijgen. Misschien zou dat de nieuwe werkwijze kunnen zijn. Heer VAN WUUCKEIUIJSE (GGS): Voorzitter, als ik een interruptie mag plaatsen, is de heer Roest van plan om er aan mee te gaan werken dat er elk jaar een raadsprogramma geschreven gaat worden, of doen we dat gewoon elke keer na de verkiezingen? Heer ROEST (D66): U heeft heel goed gereageerd. Ik beschouw het een beetje als een kleinigheidje. Maar het is duidelijk dat dat om de 4 jaar natuurlijk zou moeten gebeuren, zo'n verklaring. En dan kun je dus toch in de commissies de ideeën opvolgen, datje het dus in de komende commissies die we hebben, over prioriteiten en fasering zou hebben. Ik denk dat dat in ieder geval wel over is gekomen, meneer Van Wuijckhuijse. Dat hoop ik in ieder geval.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2002 | | pagina 93