Raadsvergadering 22 mei 2003 25- bedrag betekenen van dat is het, daar moeten keuzemogelijkheden bij zijn. Als fracties nog suggesties hebben van nou dat is niet gezegd maar kan nog betrokken worden bij de hele afweging die we als voorstellen in het zomerreces doen, dan zullen al die voorstellen met een reactie in een nadere brief worden aangegeven. Zo denken wij dat de werkwijze kan gaan verlopen. We sluiten niet uit als een aantal zaken vanuit Den Haag zich zo vertalen dat wij echt moeten rekening houden met andere situaties, dat tussendoor overleg niet alleen gewenst is, zelfs noodzakelijk is. De OZB. Wij zijn ons ervan bewust dat we ons niet verder mogen of willen vastleggen dan alleen voor 2004. En verder niet. De rest is nu nog indicatief. Dat kan betekenen in oktober meer zicht, maar we leggen ons nu niet vast, en in oktober is ook niet meer vastgelegd dan voor 2004. Dat laat dus ook de ruimte voor daar waar veronderstellingen zijn geuit daar rekening mee te houden. Ja, dat zijn de belangrijkste punten die we eruit konden halen op dit moment. Er zijn nog ook wat kleinere zaken genoemd en met kleine bedoel ik in omvang van bedragen die nog niet passen bij de opdrachten die er verder liggen. Het mandaatverhaal, 3.000,- of 5.000,-. Het is een indicatie, meer is het niet. Het is bedoeld om binnen de kaders die de begroting biedt een aantal kleinere posten te kunnen afwijzen, zeg ik dan maar. Dat is niet om toe te kennen buiten kaders, nee, om te zeggen deze kleine posten incidenteel, niet structurele afspraken, die zijn niet aan de orde, om nou te kunnen zeggen: moet dat de molen door, in deze omvang, menen wij voor te stellen om bij mandaat te zeggen: dat wijzen wij af, want er is toch geen ruimte voor. Gewoon een procedure-werkwijze. Dan zijn er nog een aantal belangrijke dingen gezegd. Niet in volle omvang, maar daardoor niet minder belangrijk. Hoe wordt omgegaan met de invulling richting kwaliteitsimpuls? Wij veronderstellen dat wij zeer regelmatig met een voortgangsrapportage daar inzicht in zullen kunnen, moeten geven. Het is niet redelijk om nu dingen te bedenken hoe het zou kunnen. Het is een langdurig proces met een voortgangsrapportage, waarbij steeds wordt gekeken of de doelstellingen die zijn geformuleerd vorig jaar, na een halfjaar bijgesteld, besproken bij de begroting 2003, om dat tussendoor bij te stellen, maar daar past wel bij een regelmatige voortgangsrapportage en uiteraard overleg in de commissie die daarover gaat. En dan I&A. Wethouder KROL: Ik dacht dat de heer Krijger dat ook zou doen, maar ik vind het niet erg om daar nog even wat over te zeggen. In een lijn eigenlijk met datgene wat de heer Krijger gezegd heeft in collegiale sfeer over de kwaliteitsimpuls hebben we eigenlijk ook geconstateerd, zijn we ons bewust, dat de raad in ieder geval in grote meerderheid niet zozeer het volume van het budget voor I&A ter discussie wenst te stellen, maar meer het afwegingskader waarbinnen de investering gedaan wordt. En ik kijk even naar een aantal fracties die daarop gewezen hebben. Ik kan me dus ook voorstellen dat we op het moment dat wij één of twee keer per jaar met u terugkoppelen datgene wat wij binnen I&A gedaan hebben, dat wij dat afwegingskader met u daarin aangeven. Ik denk dat het niet zinnig is en dat is ook niet de bedoeling van vanavond dat we daar de inhoudelijke discussie vanavond over voeren. Wel of niet digitaliseren bouwdossiers, ik heb natuurlijk mij ernstig op mijn tanden zitten bijten om daar toch iets over te zeggen in de zin van verplichtingen die u als raad bent aangegaan, maar dat zeg ik natuurlijk vanavond niet. Maar u kunt zich voorstellen dat we dus dat vanavond niet moeten doen. Ik denk dat wij het in financiële zin moeten behandelen. In financiële zin geeft een grote meerderheid aan dat niet zozeer het volume de discussie betreft, na aanpassing door het college van het bedrag, maar het afwegingskader waarin investeringen plaatsvinden. En ik zeg u toe dat wij de momenten dat wij daar bij u op terugkomen, dat zal toch zeker ook bij de begrotingsbehandeling zijn, dat we dat op dat moment met u bediscussiëren en bespreken. Dat voorzitter, was mijn toevoeging. VOORZITTER: Tot zover de eerste reactie van de zijde van B&W. Het woord is aan de raad. Heer ROEST (D66): Voorzitter, wij stellen vast dat het scenario 1.0.0 geen draagvlak heeft, dus daar zullen we verder niet op terugkomen. De één ziet het positiever in dan de ander. Laat ik dan toch maar tot de relatief optimisten behoren. Wat we wel moeilijk vinden is dat nieuw beleid vervalt, zoals het er nu uitziet. Geen beweging, zoals één van de fracties zei. Er is dit jaar een aanvraag van 1,6 miljoen als ik het goed heb. Ik denk dus dat die vragen van instanties, ik kom er zo meteen ook op terug, waar we mee te maken hebben, moeten beknibbelen, dat die vraag van de samenleving aan ons steeds groter zal worden. En ik denk ook dat die samenleving in beweging is, vooral in deze tijden. Ik zou het ook extra, echt onverstandig vinden, om dat dus te schrappen. En ik wil de fracties toch uitdagen om dat

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2003 | | pagina 142