- 12
Raadsvergadering 3 juli 2003
- 13-
het onderzoek aangetoond, en er wordt, in vergelijking met andere gemeentes, te weinig gefietst. Het
tweede probleem is voor ons misschien eigenlijk wel probleem één, nl. het toenemende sluipverkeer in
woonwijken, waarmee de veiligheid en de leefbaarheid dus in de knel komen. En het derde probleem,
dat is een nieuw probleem voor ons, waar ik zo meteen ook nog wat consequenties aan zal verbinden
is het probleem van ruimtelijke ordening. Verkeer is nog geen ordelijk proces in Soest. We leggen een
Albert Heijn aan aan de rand van Soest en zijn verder verwonderd dat ze vanuit Overhees dus gewoon
dwars door Soest naar die Albert Heijn gaan.
Mevrouw HUBERTS (VVD): Voorzitter, even een vraag. Wat is daar mis mee? We zijn toch vrij om
boodschappen te doen daar waar men dat wil?
Heer ROEST (D66): Daar heeft mevrouw Huberts helemaal gelijk aan, maar als je dit dus gaat
overdenken, dan zou je als gemeente Soest kunnen zeggen: ja, daar hebben we een grote Albert Heijn,
vinden we dat gewenst, want we willen minder druk op onze hoofdwegenstructuur. Is het misschien
niet verstandig om de winkelcentra zoals Tamboerijn, wat dicht bij onze grootste wijk ligt, te
verstevigen, zodat mensen eerder de keuze maken om daar te gaan winkelen.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Weet de heer Roest zich nog te herinneren onder wiens
bezielende leiding die Albert Heijn daar is gekomen? Dat was uw illustere voorganger in deze raad,
wethouder Swinkels van D66.
Heer ROEST (D66): Volgens mij heeft de heer Van Wuijckhuijse een heel selectief geheugen, want ik
heb dit zelf meegemaakt. Ik ben zelf één van de verklaarde tegenstanders geweest met mijn
voorganger, de heer Janssen. In die tijd was D66 al duaal, meneer Van Wuijckhuijse, en ver zijn tijd
vooruit. Dat kan ik van de fractie van Gemeentebelangen Groen Soest niet helemaal zeggen.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): U kunt in ieder geval niet van de fractie van Gemeentebelangen
Groen Soest zeggen dat wij voor de aanleg van die Albert Heijn daar waren en dat was D66 toentertijd
wel.
Heer ROEST (D66): Nochtans, dat kunt u van D66 ook niet zeggen, want dat kunt u zo nazoeken.
Wij zijn er een verklaard tegenstander van geweest. En met name is het punt van ruimtelijke ordening
toen al aan de orde geweest, voorzitter.
Ik heb drie problemen geschetst. De oplossingen moeten daarbij aansluiten en het college doet dat in
een deel van de voorstellen ook. Beter benutten van bestaande wegen. Koningswegroute
aantrekkelijker maken, daar staan we helemaal achter. Verkeersmanagement. Handhaven van het
dubbel parkeren. Foekenlaan, daar is net iets over gezegd. Daar komt een motie over. Meer aandacht
voor de fiets. We zullen het zo meteen over het fietsbeleidsplan hebben en we hopen dat het een plan
wordt met een financiële dekking. Tegengaan sluipverkeer hoort daarbij en het handhaven van de
veiligheid, op een effectieve manier, ook op hele stille straten als de Peter v.d. Breemerweg en de A.P.
Hilhorstweg die dus steeds meer druk krijgen. Dat tonen modellen ook aan. En tenslotte, waar ik het
dus net over had, versterking van het inzicht in de raad dat verkeer een onderdeel is van ruimtelijke
ordening. R.O., verkeer en economie moetje in samenhang zien. Het hoofdwegenkwartet zegt dat
nieuwe functies, ook daar staat het, een plaats moeten krijgen in de kern van ons dorp en niet dus aan
de rand. De Van Weedestraat krijgt in onze optiek veel te veel aandacht. We missen een
onderbouwing waarom we de Van Weedestraat moeten opkrikken, welk effect heeft dat. We hebben
daar vragen over gesteld, maar ook daar hebben we nog geen antwoord op gekregen. Waar ligt ons
grote probleem bij dit raadsvoorstel? Wij kunnen wat a. t/m f. betreft meegaan. Ons grote probleem
ligt dus bij punt g. van het raadsvoorstel. Bij de keuze voor a. geeft het college nl. op blz. 10 aan: er
zijn voldoende mogelijkheden voor het verbeteren van de stroomfunctie en het verblijfklimaat van het
winkelcentrum voor de middellange termijn, 10 jaar. Dit onderzoek heeft nut en noodzaak niet
aangetoond. Onze redenering is: oké, 10 jaar, 2003, 10 erbij, 2013. Over 10 jaar is er weer een nieuw
streekplan aan de orde. Het denken staat nooit stil. Wij vinden dat er ook dan weer een onderzoek zou
moeten komen naar draagvlak, maar in ieder geval niet in deze periode van het streekplan. Onze
conclusie is dus eigenlijk ook dat de kier van Witte, want ik spreek nu over de kier van Witte, vroeger