-30-
Raadsvergadering 3 juli 2003
-31 -
onderdeel te zijn, nl. onderdeel g., en dat zijn de fracties van ChristenUnie/SGP, dat is de fractie van
D66 en dat is de fractie van GroenLinks. Volgens mij is dat de conclusie. Akkoord? Dank u wel.
Aldus besloten.
Het voorstel (RV 03-47) wordt na amendering aangenomen met de kanttekening dat de fractie van
Soest 2002 geacht wil worden te hebben tegengestemd en de fracties van CU/SGP, D66 en GL hebben
aangegeven tegen onderdeel g. te zijn.
:en
a h.
,an
/en
arbij
.ten
bij
1 is
kan
est
:n
7. Woonbeleid
samen met
7a. Initiatiefvoorstel PvdA m.b.t. Startnotitie betaalbaar wonen in Soest
VOORZITTER: Ik kijk even naar de indiener van het initiatiefvoorstel. We hebben het natuurlijk
eerder in de vorige raad daar even over gehad. Ik weet niet of het initiatiefvoorstel nog steeds aan de
orde is. Dat is vraag 1, en vraag 2 is of u behoefte hebt aan een korte toelichting daarop.
Heer BERVOETS (PvdA): Voorzitter, dank u wel. Het initiatiefvoorstel is nog steeds aan de orde en
ik zal ook gebruik maken van uw uitnodiging om daar een toelichting op te geven. Voorzitter, onze
mooie groene gemeente is voor sommigen een gewild luxe artikel. Voor de economisch
draagkrachtige is voldoende ruimte in de bestaande woningvoorraad en in de nieuwbouwprojecten die
Soest nog rijk is, komt met name deze categorie wel aan haar trekken. Daarover dus geen zorgen.
Voor bepaalde groepen Soesters, jongeren, senioren met een kleine portemonnee, maar tegenwoordig
ook al de modale doorstromers is in Soest echter veel minder plaats. In tegenstelling tot gearriveerden
hebben zij vaak veel minder keuze bij het vinden van woonruimte. Het is of te duur, of je moet te lang
wachten. Het uitgebreide en op zich degelijke analyserapport van Quintis ten spijt, dat was een bijlage
bij het raadsvoorstel, de vraag blijft hoeveel Soesters nu echt vrijwillig hun gemeente de rug toekeren
omdat zij hier nergens kunnen wonen. Is het niet opvallend dat de pijn bij jonge starters nu ook al door
hun ouders wordt gevoeld? Zij zien hun kinderen en eventueel als ze die al hebben, hun kleinkinderen
vertrekken naar plaatsen als Almere. Zie ook de noodkreet van columnist en verontruste burger Hans
Mönnich in de laatste editie van de wijkkranten voor de Eng en Smitsveen. En waar moeten al die
oudere verzorgers straks in deze vergrijzende gemeente, want daar wonen we in, gaan wonen? Dan nu,
de nota Woonbeleid. De nota Woonbeleid van het college is op zich een poging om wat te doen aan de
knelpunten op de woonmarkt. Alle waardering daarvoor. Zeker omdat deze nota stukken ambitieuzer
is dan de voorgaande gemeentelijke beleidsnotities op dit terrein. Er staat nl. een aantal interessante
zaken in die het bespreken absoluut waard zijn. Wat te denken van bijvoorbeeld de terugkoopregeling
om woningen te behouden voor de gewenste doelgroepen? Alleen biedt de nota nog geen antwoord, en
dan heb ik het over samenhang, op de vraag wat wij willen met Soest als gemeenschap. Daarstraks
hadden we bij de verkeersproblematiek over integrale afweging etc. etc.. Dat zou je eigenlijk bij het
woonbeleid naar onze mening ook wat meer tot uitdrukking moeten laten komen. Dus waar moet het
met deze gemeenschap naar toe. Welke visie hebben wij daarop? En welke rol kan het woonbeleid
daarbij spelen. Dat leg ik uit. De Partij van de Arbeid-fractie legt, zo is inmiddels overduidelijk, bij
herhaling aangegeven, steeds een verband tussen evenwichtige bevolkingsopbouw en de vitaliteit van
Soest als gemeenschap van mensen van allerlei pluimage. Het woonbeleid, het volkshuisvestelijk
beleid, zijn daarbij slechts middelen om aan te koersen op een evenwichtige bevolkingssamenstelling.
De schaarste is een probleem, zo realistisch zijn wij ook wel, dat niet helemaal kan worden
weggewerkt. Maar laten we in ieder geval gezamenlijk de vergrijzing en inkomenssegregatie in Soest
voorkomen door anders te bouwen, anders te organiseren en anders te financieren. Deze
ontwikkelingen hebben immers onherroepelijk gevolgen voor het voorzieningenniveau en de vitaliteit
van de gemeenschap. Als voorbeeld zou ik willen noemen de gemeente Bladel, dat is een klein
plaatsje in Brabant, waar de Partij van de Arbeid-wethouder daar het idee heeft geopperd en daar zijn
starters ook mee aan de slag gegaan om koopverenigingen op te richten en met een soort van
particulier opdrachtgeverschap kun je daarmee projectontwikkelaars omzeilen en het betekent dan wel
datje als jongere inderdaad moet laten zien van waar de behoefte ligt, waar de pijn ligt, dus je zult
jezelf moeten inzetten voor het bereiken van deze betaalbare woningbouw. Dat wordt dan
in