Raadsvergadering 6 oktober 2003 (begrotingsraad)
Graag blijft de SLVS betrokken bij de besteding van de bijdrage en is deze bereid om verder overleg
te voeren met het college over de hoogte van deze bijdrage en eventuele aanpassing van het convenant
in 2006.
Indien u nog vragen mocht hebben, aarzelt u niet om contact met mij op te nemen. Dank u voor uw
aandacht.
VOORZITTER: Dank u wel, meneer De Jong. Daarmee is er gelegenheid geweest voor een viertal
insprekers in te spreken. We zouden kunnen overwegen dat wat naar voren is gebracht dat u dat zelf
als raadsfracties een plekje geeft in uw algemene beschouwing voor de pauze. Dat zou ik ook de
respectievelijke portefeuillehouders kunnen vragen bij hun reactie op de algemene beschouwing en de
inspraak, zodat we over alle voorstellen praten en niet in volgorde over de voorstellen zoals ze dan
min of meer toevallig vanavond aan de orde komen. Maar ik wil het even bij u aftasten. Vindt u dat
een goede werkwijze. Er is ingesproken, er is in de commissie ook op een aantal punten ingesproken.
Ik zou u willen vragen die punten in uw overwegingen mee te nemen. U kunt het een plekje geven in
uw vijf-minutenreactie. U kunt er ook in de discussie aandacht aan geven en ik wil de
portefeuillehouders vragen in hun reactie zo dadelijk in eerste termijn ook onder andere de
inspreekpunten van een reactie te voorzien. Als u zegt: dat is een goede werkwijze, dan zou ik u voor
willen stellen dat zo te doen. Is dat goed? Akkoord.
Mevrouw HUBERTS (VVD): Voorzitter, toch even een nabrander, want als u inderdaad het
tijdschema strak houdt, dan betekent het dat we binnen die vijf minuten ook moeten reageren op de
insprekers, en ik zou dat dus als bijgetelde tijd willen zien en dat u daar dus soepel mee omgaat. Dat
we dus ook de gelegenheid krijgen om de insprekers aandacht te geven die ze verdienen.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, ik heb begrepen dat de keuze aan de
fractievoorzitters is of het te betrekken bij hun vijf-minutenwoorden, of het in de discussie mee te
nemen.
VOORZITTER: Ja, dus we proberen het recht te doen in de discussie of in de vijf-minutenronde, maar
u ziet geen kookwekkertje bij mij staan, maar enigszins de tijd in de gaten houden, dat zal wel
gebeuren. De kookwekker kan altijd nog tevoorschijn komen, meneer Roest. U zit zo helemaal op uw
horloge te kijken.
Agendapunt 2 kan ik daarmee als behandeld beschouwen en dan gaan we naar agendapunt 3. En dan
wilde ik in volgorde de respectievelijke fractiewoordvoerders het woord geven.
3. Vijf-minutenronde fractie-voorzitters
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Dank u wel voorzitter. Dan zullen we dat eitje eens gaan koken.
Gemeentebelangen Groen Soest heeft met belangstelling kennis genomen van de inbreng van de
raadsfracties en het college ten aanzien van de programmabegroting 2004. In de eerste termijn willen
wij een reactie geven op een aantal van de door onze collega-fracties aangedragen punten. De ruimte
voor bestedingen loopt terug en als gevolg daarvan zal de raad weer veel meer nadrukkelijk worden
gedwongen tot het maken van keuzes. Dit maakt politieke afweging noodzakelijk in een raad die zich
bewust is van de noodzaak van eigenstandige standpuntbepaling. Maar ook het maken van afspraken
met inwoners wordt daardoor van toenemend belang. De suggestie van het burgerhandvest als
instrument daarbij is belangrijk. Net zoals een goede uitwerking van de programmabegroting. Graag
horen wij uw reactie op ons evaluatievoorstel. Door de omslag en het economische klimaat en de
vertaling daarvan in de Rijksbegroting is het lange-termijn perspectief van de gemeentelijke begroting
zeker nog niet veilig gesteld. Voor de beheersing van de kostenniveaus, zoals het niet automatisch
doorvoeren van de prijscompensatie, en de discussie omtrent de omvang van de ambtelijke
ondersteuning beluisteren wij toenemende steun. In het financieel kader is hiermee nog geen rekening
gehouden. In Soest wordt het belangrijkste deel van het weerstandsvermogen gevormd door de
beschikbare belastingcapaciteit. Wij staan daarom terughoudend in het toepassen van OZB-
verhogingen, mede ook om de lastendruk voor de Soesters te beheersen. De samenhang tussen deze
ontwikkelingen en het nog te beperkte zicht op de vertaling van de rijksontwikkelingen in het