Raadsvergadering 6 oktober 2003 (begrotingsraad)
-63-
Boerenstreek gedaan hebben, met het park dat daar aangelegd moet worden. Lang gecommuniceerd
met de mensen in dat gebiedje, die daarbij betrokken zijn. Dat vraagt een heel andere vorm van
communicatie. Dat kost heel veel geld, als je dat serieus wil doen, maar dat heeft een rol met hoe wij
met burgers om wensen te gaan. Dat zou in mijn optiek een vorm van burgerparticipatie zijn. Datje
met mensen intensief contact hebt, plannen maakt, ze ook regelmatig met een nieuwsbrief informeert.
Dat kost geld. Nou hebben we voor dat soort projecten geld geraamd, dat komt dus ook niet uit de
centrale communicatiebudgetten, maar dat zit in de decentrale projecten die we daar met elkaar voor
doen. Het college is van mening dat dat de toekomst van onze communicatie met de samenleving is
om dat via die doelgroepen te doen en een beweging van die doelgroepen benadering, juist naar de
massa-mediale middelen van de radio, dat zou in onze optiek absoluut een verkeerde beweging zijn.
En als de raad wenst dat er meer geld voor Radio Soest komt, wat ik als portefeuillehouder natuurlijk
alleen maar kan toejuichen, dan verwacht ik gewoon een voorstel van de raad met daarbij passende
middelen waarbij ze zeggen hoe de dekking moet plaatsvinden, maar ik zou het betreuren als dat uit
communicatiebudgetten zou moeten komen.
Nog een paar kleine punten. Er is een opmerking gemaakt over de bouwleges door de
ChristenUnie/SGP. Wij komen in de raad van november met een voorstel over bouwleges, maar ik kan
u dan wel verklappen, dat is in het college geweest, we hebben natuurlijk een taakstelling om meer
geld binnen te halen met de bouwleges, maar we zullen dat moment gelijk aangrijpen om ook het
beleid op het gebied van bouwleges aan te passen. Dan moet u denken aan als mensen lastiger
procedures van de overheid vragen, dat ze daar ook meer voor moeten betalen, zodat mensen die
simpele procedures aan ons vragen die minder tijd en minder geld kosten, dat die ook minder hoeven
te betalen.
De laatste kleine punten, voorzitter. Ik denk dat het verstandig is dat ik die op dit moment niet meer
doe. Dank u wel.
VOORZITTER: Dank u wel. Misschien is het goed dat ik ter afronding van de zijde van B&W nog
een zevental onderwerpen kort aanstip. En die onderwerpen zijn: burgerparticipatie, dualisme,
veiligheid, één-loket en dat loket in Soesterberg, het Gewest, iets over hospice en het RMN.
Even burgerparticipatie. Nog een korte opmerking. Heel veel fracties maken opmerkingen over
burgerparticipatie. Je kan ook zeggen: het afgelopen jaar hebben we heel veel aan ideeontwikkeling
gedaan, maar we hebben ook meer dan ideeontwikkeling gedaan, we hebben natuurlijk ook gewoon
praktisch werk gehad met klankbordgroepen, bepaalde adviescommissies, de manifestatie in
Soesterberg, laten we zeggen het park Boerenstreek, die erop duiden dat ook als we werken aan
ideeontwikkeling, dat het werk wat burgerbetrokkenheid betreft, of wat burgerparticipatie betreft,
natuurlijk gewoon doorgaat. Vorige week is dat rapport vrijgegeven van de werkgroep
burgerparticipatie in Soest. Daarin staan veertien concrete aanbevelingen. Via de commissie ABZ, of
de nieuw genoemde commissie Bestuur en Middelen zal dat rapport natuurlijk naar de gemeenteraad
gaan, waar de gemeenteraad twee of drie prioriteiten moet bepalen aan de hand waarvan we verder
werken aan het concretiseren van burgerparticipatie. Het is wellicht mogelijk ook de suggestie van het
burgerhandvest, zoals dat door D66 genoemd is, en door enkelen van u van sympathie is voorzien,
om dat onderwerp bij die discussie te betrekken. We halen niet alles tegelijk overhoop. We moeten
maar eens kijken of er het draagvlak is voor in de raad, maar als de raad aangeeft daar een belangrijke
prioriteit aan toe te kennen of op kleinere schaal experimenteel daarmee te oefenen, ervaring op te
doen, dan denk ik dat dat een goed moment zou kunnen zijn.
Heer ROEST (D66): Even een vraag. In het burgerjaarverslag wat u als burgemeester moet uitbrengen,
daar wordt van u gevraagd, ook wettelijk, om over de prijskwaliteit een oordeel te vormen. In het
afgelopen blad, dat we krijgen van de Nederlandse Gemeenten heeft men aangetoond dat dat te weinig
gebeurt. Wat is uw persoonlijke mening daarover? Want die zou ik graag willen vernemen in dit
verband.
VOORZITTER: Ja, mijn persoonlijke mening is niet zo relevant hè? Kijk, ik denk dat ik het even laat
ter tijdswille bij het antwoord dat ik u gaf. En als u er graag in tweede termijn verder over wilt
discussiëren, dan zijn we daar van de zijde van het college altijd toe bereid. Maar dat weet u.