Raadsvergadering 6 oktober 2003 (begrotingsraad) - 64 - Dualisme, het tweede onderwerp, wat ik even heel kort wil noemen. Ik denk datje kunt zeggen dat er bij de raad ongenoegen is over de manier van kaderstelling. De inspanning die er nodig is, het relatief gesloten circuit een aantal maanden als er gewerkt wordt aan die kaderstelling, het nog niet voldoende politiek geprofileerd zijn van discussies daarover. Dus laten we zeggen: je proeft in de algemene beschouwingen daar toch iets van 'het zou beter moeten'. Dat wordt breed gevoeld. Aan de andere kant wil ik zeggen zie je dat heel veel gemeenten ermee worstelen en dat we wat dat betreft in Soest drie keer een onderwerp bij de kop hebben gepakt, veel gemeentes zijn nog niet eens aan het eerste onderwerp toegekomen, en dat we daar toch een jaar ervaring mee hebben opgedaan. Dus laten we zeggen, we hoeven elkaar wat dat betreft niet in de put te praten. Maar misschien is het goed, en misschien is het goed dat u daar in tweede termijn woensdag eens nader op reageert, de kaderstelling, behalve het politiek ideologischer maken gewoon wat anders te organiseren door te beginnen met een debat en dan pas het papier en de analyse. En dan moeten eindigen met een debat. Want nu is de analyse zo uitgebreid soms, of soms zo beperkt, dat vanwege de uitgebreidheid en de tijdsduur of de beperktheid het zowel aan het begin als aan het eind niet tot een goede politieke stellingname komt. En dan is het voor B&W echt een beperking om daar gewoon goed werk van te maken. Ik denk dat het goed is als we daar in tweede termijn verder over spreken. De lokale Rekenkamer, even scharend onder het kopje dualisme. De wet schrijft voor: 1 januari 2006 moet er een lokale Rekenkamer of een lokale Rekenkamerfunctie zijn. Daar hebben we in het voorjaar inderdaad over gesproken. Sommigen van u refereerden daar ook aan. En het is de bedoeling de komende zes maanden dat in de politiek ter discussie te stellen. Dan hebben we ook tijd genoeg om het op tijd in te voeren. Ik dacht dat er ook afspraken over waren gemaakt. Het is ook wat ingewikkelder dan vaak gedacht. Zo'n commissie kan je puur lokaal doen of regionaal doen, maar je kan hem puur intern doen, extern doen, of gemengd. Dus zo al kijkend zijn er zes varianten denkbaar. Het is gewoon goed daar toch ordentelijk met elkaar over te discussiëren, de keus te bepalen, te werken aan de bemensing. Dus laten we zeggen: een goede lokale Rekenkamer is niet in een handomdraai gerealiseerd. Wil je het goed doen, dan is het toch goed daar even de tijd voor te nemen. Het derde onderwerp: veiligheid. Dat kost iets meer dan een minuutje. En daar is ook best reden voor. Nu heb ik even een aanloopje nodig. Kijk, alle fracties hebben het over veiligheid in hun algemene beschouwing. En zeg ik dan, als portefeuillehouder veiligheid, terecht. Want ja, de mensen in de samenleving zetten veiligheid op één van de hoogste prioriteiten. Dus niet voor niets dat politiek en openbaar bestuur het dan over veiligheid hebben. Dan zou je op de tweede plaats kunnen zeggen, o.a. de CDA-fractie duidt daarop, ja, het is een verantwoordelijkheid voor de gemeente en de diverse partners om het veiliger te maken in Soest. Nou kun je zeggen, bij de uitwerking van de kaderstelling veiligheidsbeleid kunnen we dus werken aan een concreet veiligheidsprogramma, en dat moet ook zo ingevuld worden. Dat we heel concreet gaan zien als dadelijk de kaderstelling de raad gepasseerd is, hoe zien wij nou veiligheid en wat is B&W nou van plan te gaan organiseren en met wie precies, met welke doelstelling, met welke prestatie en gaat dat dan ook gehaald worden? Dat is een nieuwe manier en we zitten eigenlijk aan de vooravond van die nieuwe manier om dat zo te gaan doen. Voor die veiligheid is het dus van belang dat ook allerlei veiligheidspartners een rol spelen. En je kunt dan denken aan de buurtverenigingen, aan de instellingen en organisaties, aan de wijkbeheerteams etc. Maar natuurlijk is het ook van belang dat de inwoners zelf een rol spelen, want ik word er wel eens verdrietig van als mensen het over onveiligheid hebben, dan spreekt men altijd de politie aan, of de politiek, of het openbaar bestuur aan, maar we zouden collectief soms ook onszelf eens aan moeten spreken als we het over veiligheid hebben, want onveiligheid en onveiligheidsgevoelens, de primaire impuls ligt natuurlijk niet bij de politie, maar die ligt bij de samenleving zelf. Dus in die filosofie, je zal met de inwoners zelf met de eigen verantwoordelijkheid die veiligheid op wijkniveau, op buurtniveau moeten verbeteren. En waarom moetje nou kiezen voor wijkniveau en buurtniveau? Daar hebben we vorige week ook over gesproken in commissieverband. Omdat dat nou net de schaal is die mensen mobiliseert om actief te zijn. Want voor de totale veiligheid is geen burger te porren. Gaat het om de veiligheid in je buurt of in je wijk, dan kan je dat stimuleren. Dus als je de mensen wil betrekken, en dat kan niet anders, want bij de mensen zelf ligt vaak de oorzaak van onveiligheid, dan kun je de veiligheid verbeteren door op wijkniveau die feitelijke actieplannen te maken. En in die zin, en dat heb ik vorige week dan al aan mogen geven, is er in B&W de gedachte om het wijkgericht werken en veiligheid op buurtniveau aan elkaar te koppelen. Want daar heb je de partners aan tafel. Nou is het wel wrang, laat ik het heel voorzichtig zeggen, dat sommigen van u in meerdere mate,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2003 | | pagina 269