Raadsvergadering 6 oktober 2003 (begrotingsraad)
-67-
stilstaan bij wat wij de wenselijke opties vinden, zodat we daar naar het bedrijf toe het goede mee
kunnen doen.
Tot slot een opmerking over de hospice. De hospice ondervindt veel politieke steun op raadsniveau.
Dat heeft de initiatiefgroep buitengewoon gewaardeerd de afgelopen maand toen ze op bezoek waren
in de raadscommissie. Verschillende fracties, o.a. VVD en CDA spreken zich ook in hun algemene
beschouwing daar weer over uit. Het is de bedoeling, en daar streven we naar. daar heb ik vandaag
ook met de initiatiefgroep contact nog nader over gehad, dat de ambitie is in het eerste kwartaal van
2005 de hospice te realiseren.
Tot zover de reactie van mijn kant op de algemene beschouwingen en ik kijk even naar de insprekers
of er nog zijn die het laatste woord willen voeren. Wat is niet mooier dan dat de bewoners het laatste
woord mogen voeren op een avond. De heer Somers, dan de heer De Jong en de heer Keijzer van
Scholen in de Kunst als laatste.
Heer SOMERS: Voorzitter, college, dames en heren van de raad. Het lijkt me goed u even te schetsen
hoe wij, inmiddels is het ik, één en ander ervaren hebben. Bijna als blooming nine hoorden we dat van
de 1 miljoen die bezuinigd moest worden 400.000,- bij een kleine groep van 400 gehandicapten
weggehaald wordt. Cijfers, onderbouwingen en stellingen die we aantreffen in diverse stukken van de
beleidsmakers zijn vaak pertinent onjuist. De onmogelijkheid om dit te corrigeren door ons is zeer
frustrerend. U dreigt dus een verdragende beslissing te nemen zonder dat de betrokkenen en de
ervaringsdeskundigen goed gehoord zijn. Wanneer na goed overleg en mogelijke weerlegging van
onze argumenten beslissingen worden genomen kunnen we daar vrede mee hebben. Nu kunnen we dat
niet, maar we zullen onze onvrede zeker niet onder stoelen of banken steken. Toen deze voorzitter in
Soest kwam hebben we hem symbolisch een peper- en zoutstel in bruikleen gegeven. We zullen niet
schromen bij het college zout in de wonden te wrijven en het u in te peperen als uit komt wat wij zeker
menen te weten. Die 400.000,- bezuinigt u nooit.
De raad adviseren wij: als ze onverhoopt met het voorstel instemt, over een jaar of zo kritisch eens te
bezien wat er dan van een en ander terecht is gekomen. Dank u.
VOORZITTER: Meneer Somers, bedankt voor uw tweede inbreng en ook voor uw geduld vanavond
om dat op dit tijdstip te doen. Dank u wel.
Heer DE JONG: Voorzitter, ik moet zeggen, respect voor de raad dat ze het zo lang volhouden, het
college ook. Heel knap. Is het regelmatig dat het zo lang duurt?
VOORZITTER: Nou, u mag gerust nog een keer terugkomen.
Heer DE JONG: Ook ik, een beetje mijn beklag naar wethouder Krijger. Wij hebben duidelijk
aangegeven dat wij 141.000 overnachtingen produceren in de gemeente. De wethouder geeft aan: als
de raad het wil, dan haal ik 150.000,- weg daar van de toeristen. Als je dan gaat tellen, dan zeg je:
dat moet boven de euro gaan liggen, die 1,07. Kijkje nou naar Eemland, dan kom je op een
gemiddelde van 0,58. Dan vraag ik me af, zitten we in Valkenburg of zitten we in Scheveningen?
We zitten in Eemland. Dus ik denk dat we wel met reële getallen moeten werken. Ik hoop dat wij
hierover nog een mogelijkheid hebben om te discussiëren.
De raad wou ik vragen om in ieder geval niet vast te blijven houden aan die 150.000,- en de
wethouder, het college aan te geven dat ze het bedrag nog even ter discussie laten. Dank u wel.
VOORZITTER: Meneer De Jong, dank u wel voor uw bijdrage. Het woord is aan de heer Keijzer.
Ja, u stopt de heren en dames politici natuurlijk wel met een boodschap in bed bijna hè. Dus laten we
zeggen, de boodschap komt wel aan, juist op dit moment. Dat is weer het voordeel van dit moment,
meneer Keijzer.
Heer KEIJZER: Dat is inderdaad het voordeel, dat ik op dit middernachtelijk uur nog wat mag zeggen,
dat had ik nooit durven dromen eigenlijk.
VOORZITTER: Als u er maar niet van droomt vanavond.