Raadsvergadering 8 oktober 2003 (begrotingsraad)
- 12-
Heer KOELEWIJN (Soest 2002): Wij hebben dat toch duidelijk aangegeven? Alle gesubsidieerde
instellingen, ga daarmee praten, want we moeten met z'n allen de pijn delen. Dat is het uitgangspunt
geweest.
Eleer VAN WUIJCKHUUSE (GGS): Ja, maar niet alles wat u zegt hoeft ook persé te gebeuren en een
volgende opmerking die ik zou willen maken is, het college heeft beargumenteerd waarom ten aanzien
van deze punten een voorstel is gedaan en waarom ten aanzien van een aantal andere instellingen er
geen voorstellen zijn gedaan. En die discussie kunnen we in drie slagen voeren, of in vier slagen
voeren, maar op een gegeven moment moetje tot een besluit komen, daar pleit u altijd voor.
Heer KOELEWIJN (Soest 2002): Ja sorry voorzitter, de heer Van Wuijckhuijse gaat nu op de stoel
van het college zitten.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Nee, nee, nee, ik heb me alleen beperkt tot mijn eigen rol hier en
dat is dat wij hebben gevraagd om een taakstelling in de zin van ombuigingen en bezuinigingen. Ik
heb gereageerd op het feit dat u mij hebt geïnterrumpeerd en ik denk dat het mijn goed recht is als ik u
dan mijn visie daarover toevertrouw.
Mevrouw MANN (GL): Ik kreeg de indruk dat de heer Koelewijn heel graag wilde weten van alle
raadsleden hoe ze daar eigenlijk over denken, maar ik kan alleen voor GroenLinks zeggen dat wij
tegen de kaasschaafmethode waren, dus wat dat betreft geen kritiek hierop.
Heer KOELEWIJN (Soest 2002): Dus u bent voor de botte bijl.
Mevrouw MANN (GL): Nee, nee, nee, absoluut niet. Dat houdt nog niet direct in de botte bijl, en
bovendien het aantal moties laat ook zien dat wij de botte bijl van het college ook absoluut een beetje
willen, ik wou zeggen aanscherpen, maar dat is ook een beetje eigenaardig, dus wij willen hier en daar
best corrigeren, we zijn ook helemaal niet enthousiast over het overleg en de communicatie die er
geweest is met instellingen, maar toch de kaasschaafmethode, daar zijn wij niet voor.
VOORZITTER: Ik weet niet of anderen behoefte hebben om te reageren, anders kunnen ze dat doen in
hun eigen termijn.
Mevrouw HUBERTS (VVD): Voorzitter, dank u wel. Eigenlijk wil ik eerst een algemene opmerking
maken. Als we kijken naar wat er gebeurd is rond deze programmabegroting dan denk ik dat we als
raad in elk geval moeten constateren dat het volgend jaar anders moet in de zin van als we het college
met een taakstelling op pad sturen, dat we ook gerichter aangeven waar die bezuinigingen gehaald
moeten worden. Dat we niet volgend jaar als raad weer met voorstellen geconfronteerd worden
waarvan we de onderbouwing moeten achterhalen op alle mogelijke fronten en waar het wel van de
instellingen tegenover het niet van het college staat of andersom en dat is voor de raad denk ik heel erg
moeilijk om oordelen te vellen. Dus in die zin denk ik dat we volgend jaar daar veel concreter mee om
moeten gaan.
Inhoudelijk naar de bijeenkomst van afgelopen maandag. Wethouder Krijger gaf aan dat inzake
snippergroen daar een beleid voor is. Daar zijn prijzen bepaald. Het lijkt de VVD-fractie goed dat dit
onderwerp op korte termijn op de agenda komt. En daar het beleid actualiseren en activeren. Wij
hebben geen behoefte aan een motie. We denken datje in onderling overleg dit onderwerp heel goed
handen en voeten kunt geven. Er zijn voor ons vooralsnog geen bedragen aan verbonden. We willen
vooral ook inzake snippergroen een zorgvuldig beleid.
De wethouder heeft aangegeven dat hij met informatie komt over de levensloopbestendige wijk. Die
informatie zien we graag tegemoet en wij hopen dat er een projectplan uit voortkomt dat er ook
daadwerkelijk iets te realiseren is.
Het WVG-verhaal. De fractie van Gemeentebelangen Groen Soest maakte daar ook een opmerking
over. Wij denken dat het reëel is dat die bovenwettelijke voorziening afgebouwd wordt. Het was een
tijdelijke situatie, een overgangssituatie, maar ook hier is zorgvuldigheid geboden. De wethouder gaf
aan dat hij een individuele aanpak nastreeft daar waar nodig en wij verwachten dan ook dat de