Raadsvergadering 8 oktober 2003 (begrotingsraad)
Mevrouw HUBERTS (VVD): Eén laatste opmerking, voorzitter. Het was Gemeentebelangen die al
jaren aangeeft dat het zo hard nodig is dat die gymzaal er gaat komen. Ze hebben er een locatie bij
bedacht. Wij hebben gezegd: wij gaan eerst dat onderzoek afwachten. En nou laat Gemeentebelangen
het afweten en die stellen het bij de Voorjaarsnota aan de orde. Ik vind dat ook onbegrijpelijk.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Meneer de voorzitter, dank u wel. Ten eerste hoop ik dat
mevrouw Huberts er ook nog bij is, ik krijg bijna de indruk van niet als wij gewoon gaan praten over
dat plan en hoe het dan uitgevoerd zou kunnen gaan worden. Het tweede dat ik graag zou willen
opmerken is dat we in deze raad, en wij zijn ook de algemene beschouwingen afgelopen maandag
daarmee begonnen, tot keuzes zullen moeten komen. En als u nou weet hoe graag wij inderdaad zo'n
sporthal zouden willen realiseren en toch kritisch kijken naar hoe we op dit moment de middelen
moeten besteden, daarbij ook nog hebben aangegeven dat u zet nu wel fijn een zak met geld op tafel,
maar u hebt nog geen idee hoe groot die zak eigenlijk zou moeten zijn, plus dat we nog niet weten
welke andere dekkingsmiddelen er nog in de begroting aanwezig zijn of welke andere mogelijkheden
er nog zijn met schuiven en accommodaties die van invloed zouden kunnen zijn op wat we precies
gaan realiseren, dan lijkt het in ieder geval de fractie van Gemeentebelangen Groen Soest in dit
stadium voorbarig om nu geld beschikbaar te stellen. Eerst het plan, dan het geld.
Heer ROEST (D66): Ja, zo hebben we af en toe onze kleine verbazingen. Die dekking is er, want die
wordt gewoon in de motie aangegeven, we hebben ruimte voor nieuw beleid. We hebben aangegeven
dat er een signaal was. Maar een aantal jaren geleden, het was iets meer voor de collegeperiode, was er
één echte Cerberus die absoluut niets bij de Voorjaarsnota beschikbaar wilde stellen, want daar was de
begroting voor en dat was ene heer Van W. te S.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Meneer de voorzitter. Natuurlijk, op het moment dat we bij de
Voorjaarsnota met het idee zouden komen van laten we nu eens gaan nadenken over een sporthal en
daar nu eens wat geld voor geven, dan voldoet het niet aan de criteria van de drie o's. Absoluut. En
daar zou ik ook nu nog steeds heel erg tegen zijn. Waar het om gaat is, we hebben een bepaalde
omvang voor nieuw beleid op dit moment in de begroting zitten. Een deel van dat bedrag, meneer de
voorzitter, blijft staan tot de behandeling bij de Voorjaarsnota. Op dat moment zal daar, in het kader
dus van nieuw beleid een bestemming voor gezocht worden. Dat is heel wat anders dan op basis van
de drie o's of zo maar met een idee iets gaan realiseren op basis van het saldo van de Voorjaarsnota.
Dus dit is wat anders.
Mevrouw HUBERTS (VVD): Voorzitter, één korte interruptie. De toonzetting van Gemeentebelangen
bevalt me dus voor geen meter. U probeert op een bepaalde manier de indruk te wekken dat wij zo
maar met een idee komen, en dat het belachelijk is. Wij hebben de dekking aangegeven. Wij proberen
gewoon te kijken of wij de wethouder een kader mee kunnen geven, zodat hij ook straks een beetje
een idee heeft welke kant het uit kan gaan. Als het uw steun niet heeft, is dat nu duidelijk.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, ik snap het voor geen meter. Het plan heeft onze
volle steun en wij zullen bij de Voorjaarsnota in de totale afweging van wat er nog over is voor nieuw
beleid en wat we op dat moment nog aan andere problemen hebben, de wethouder van financiën heeft
dat nog eens een keertje benadrukt bij zijn begin van zijn eerste termijn, de totale afweging maken van
hoe we dat financieel in elkaar kunnen passen. Dan weten we ook wat we nodig hebben en dan ja, met
passen en meten, om dan nog maar eens op die meter terug te komen.
Heer ROEST (D66): Het college heeft haar eigen standpunt, maar wij zijn hier met de raad bij elkaar.
Mag ik de vraag wat algemener stellen aan de heer Van Wuijckhuijse, of hij een bepaalde
ontwikkeling hier kan zien dat wij als raad eigenlijk niet echt besluiten kunnen nemen, maar steeds
meer dreigen vooruit te schuiven, en dan wordt het de Voorjaarsnota. Zou hij daar nog wat over
kunnen zeggen en een licht op laten schijnen wat onze taak als raad is eigenlijk.
