Raadsvergadering 20 februari 2003
-32-
Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Ja voorzitter, dat waren eigenlijk de woorden die ik wilde
onderstrepen. Wij waarderen bijzonder dat u de discussie zoals die gevoerd is zo ter harte hebt
genomen en dat u dus met een danig gewijzigd voorstel komt. Wij stemmen er ook van harte mee in.
Heer ROEST (D66): Ik was er niet die commissievergadering, voorzitter. En ik heb in de notulen
nagekeken dat mijn inbreng, die ik natuurlijk wel had voorbereid, ongeveer in dezelfde lijn lag. We
hebben een afgeslankt voorstel gezien, er is goed geluisterd. Ik vind ook in de vormgeving van het
voorstel verandering, kortere inhoud, nieuw onderwerp enzo. Ook dat is op een strakke manier vorm
gegeven. Wij kunnen ervoor zijn.
VOORZITTER: Dat is mooi. Dan kan de conclusie zijn dat de raad unaniem instemt met het voorstel.
Ik heb bij mijn introductie een onzorgvuldigheid geduid en die moet ik eigenlijk even corrigeren, want
ik kijk de heer Van Vuuren aan. De heer Van Vuuren, maar daarom was er wat twijfel in de
commissie, er waren sommigen echt voor, gemotiveerd, en anderen zeiden: neen, laten we elkaar de
ruimte geven om het niet te doen. Nog even in volledigheid. Maar dat heb ik proberen aan te geven
met die onzekerheid. Maar er waren genuanceerd voorstanders en genuanceerd tegenstanders. En zo
hebben we de ruimte aan elkaar gegeven. Oké. De raad stemt unaniem in met het voorstel.
Het voorstel (RV 03-17) wordt zonder hoofdelijke stemming unaniem aangenomen.
17. Rapportage Beleidsevaluatiecommissie inzake politiesurveillanten
VOORZITTER: Nou is mij gevraagd de ruimte te geven voor een klein changement en dat betekent
dat hier aan deze kant van de tafel even ruimte gemaakt wordt voor de leden van de
Beleidsevaluatiecommissie. En ik nodig ze dan ook uit hier naar voren te komen. Dat is de heer Roest,
mevrouw Mann, mevrouw De Waard, de heer Van den Deijssel, maar ik wil ook noemen, want ook zij
die geen lid zijn van de raad, maar toch lid waren van de commissie, die kunnen conform art. 25 van
het reglement van orde van de raad uitgenodigd worden ook aan deze zijde te komen. Dat zijn de heer
Meilof, de heer Boersema en de heer Krijger. Volgens mij moet het allemaal net passen. Dan wil ik
eigenlijk zonder schorsing het punt aan de orde stellen en dat betekent dat mevrouw Mann namens de
Beleidsevaluatiecommissie dit onderwerp zal bespreken.
Mevrouw MANN (GL): Ja, het is natuurlijk een historische gebeurtenis, zullen we maar zeggen hè,
want het is voor de eerste keer dat er een Beleidsevaluatiecommissie gewerkt heeft. Er is natuurlijk
wel eens een andere commissie geweest, ik kan me herinneren Voorlichting gewogen, maar hoe
noemden we dat eigenlijk? Heette dat ook een beleidsevaluatie? Dus we bespreken nu de
eindrapportage van de Beleidsevaluatiecommissie over de politiesurveillanten en dat is een onderzoek
geweest van 1987 tot 2002. En daar hebben we ongeveer twee jaar over gedaan. De meeste mensen
weten natuurlijk wel wie de mensen zijn hier achter de tafel, maar ik wil toch nog wel even zeggen
wie er in de commissie zaten. Dat was de heer Krijger, mevrouw De Waard, de heer Roest, de heer
Meilof, de heer Van den Deijssel en ondergetekende, en dan onze ambtelijke medewerker de heer
Boersema, die heeft dus de ondersteuning gegeven. En daar wil ik straks nog wel even op terugkomen,
want zo'n man is eigenlijk heel erg belangrijk. Het onderzoek vond dus plaats vanaf 17 januari 2001
tot december 2002. En de intensiteit van het onderzoek verschilde in die periode nogal. Onder andere
doordat er nogal veel aan het front van de verkiezingen aan de hand is geweest. En na de verkiezingen
moet alles zich schikken en de heer Krijger werd van raadslid wethouder, en wij moesten allemaal
heel erg duaal gaan werken. We zijn ontzettend druk bezig geweest met allerlei zaken en toen heeft het
onderzoek ook wel even wat vertraging opgelopen. De heer Meilof is niet in de raad teruggekomen.
Dat was natuurlijk heel jammer, want hij was natuurlijk een heel waardevol lid, ook bij onze
onderzoekscommissie. En bovendien werd hij ook nog ziek, dus dat zijn een beetje tegenvallers
geweest tijdens het onderzoek.
Een bijzonder woord van waardering dus voor de heer Boersema, want het is wel gebleken dat wij
toch maar beginners zijn en bovendien best een moeilijk gezelschap met elkaar zijn, want wij zijn toch