Raadsvergadering 20 februari 2003 - 38 - voor gedaan. Hij heeft vragen gesteld aan de portefeuillehouder. Nou had de commissie niet direct het idee om in dit geval de portefeuillehouder in eerste instantie vragen te stellen. Wij hebben in eerste instantie teruggekeken op ons eigen functioneren als raad. Maar ik laat dat over aan de portefeuillehouder. Mevrouw Huberts heeft gezegd dat dit onderzoek te lang heeft geduurd. Dat is juist, en dat hebben we juist in C. 1 gezegd: het onderzoek heeft te veel tijd in beslag genomen. En er zijn allerlei redenen voor. Er is één vraag gesteld over externe deskundigheid. Was het dan sneller gegaan? Ik denk dat de commissie kan ondersteunen wat mevrouw Mann heeft gezegd, dat vooral ook de politieke barometer heel erg sterk van invloed is geweest en ja, de commissie heeft dat als een frustratie ervaren. We lezen in in een rapport en dan ligt het weer een tijdje stil en dan ben je het weer even kwijt, je zit er heel goed, dan kun je het weer helemaal opnieuw gaan doen. Dat was de grote frustratie, dat gold voor ons allemaal. Dan het punt van de strakke doelstelling. Dat is inderdaad een kernpunt van dit hele onderzoek, ook bij anderen naar voren gekomen. Er zijn onvoldoende kaders gesteld, geeft zij aan. En dat is ook de conclusie van de commissie. Het aantal politiesurveillanten daar geldt voor: wie betaalt bepaalt. Ik denk dat de raad, en dat is ook eerder aangegeven, via de commissie ABZ langzamerhand een beetje gevoel gaat krijgen voor de zaak, maar dat betekent niet dat wij dus dat traject hebben afgelegd. Daar moeten we nog verder mee gaan. De heer Van Wuijckhuijse heeft ook dat tempo aan de orde gesteld en gesuggereerd om dit op een andere manier ook te onderzoeken. Dat is inderdaad de vraagstelling. Deze commissie, dat is overigens geen dure commissie geweest, de laatste bijdrage zei dat het een duur onderzoek is geweest. Nou, ik denk dat het alleen koffie is geweest en papier, dat kan teveel papier zijn geweest, maar een echt duur onderzoek was het niet. Want als we externe deskundigen hadden geraadpleegd, een vraag j.j. die in de commissie wel in de beginfase aan de orde is gekomen, dan was het veel duurder geweest. Wij hebben in de beginfase gedacht: we gaan kijken hoever we komen en we zullen zien hoever dat gaat en uiteindelijk dachten we het ook wel zonder te kunnen. Ik denk niet dat dat het tempo enorm jj had versneld. Terugkijken op de besluiten. De heer Van Wuijckhuijse heeft duidelijk aangegeven dat hij toch wel an kritiek had op het punt dat wij dus niet destijds genomen besluiten in de context hebben geschetst. Ik denk dat eigenlijk die hele historie, maar dat is mijn persoonlijke mening, toch heeft geprobeerd juist „e de context een beetje te schetsen. Maar ik geef hem wel toe dat hij daar een punt heeft. Van dat je achteraf met de wijsheid van nu dus makkelijk het vingertje ophouden. En dat zit er natuurlijk wel in. Beleidsdoelen, zei hij, die worden pas echt scherp na de uitvoering, of in de uitvoering. Dat is natuurlijk een punt. Je zou erover kunnen discussiëren, maar dat moet deze raad dan maar doen of die j_je doelstelling van meer blauw op straat, die is natuurlijk wel heel makkelijk naar buiten toe, meer blauw aj op straat, of dat een hele heldere doelstelling was. Anderen heb ik daar anders over horen praten. De j^j commissie heeft niet een echte heldere doelstelling gevonden. Een punt wat daarbij werd verteld is wel ge dat er onvoldoende resultaatverplichting was. Dat maakt het wel iets helderder. Maar ik zou erop willen zeggen dat juist in deze tijd van kaderstellen dit punt steeds meer naar voren komt, datje dus en doelen stelt en een resultaatverplichting waarop wij dus maatregelen toetsen. Hij heeft een kader aangegeven waarin we dus de verschillende aanbevelingen een plaats kunnen jyjt geven. En wat mij betreft, en dan spreek ik even voor mijzelf, maar deze raad moet dat dan uitmaken, was zijn aanbeveling helemaal niet zo gek. Punt 1, 2, 3 en 5 had CDA ook, zou in de werkgroep integrale veiligheid een plaats krijgen. Punt 4 naar portefeuillehouder, punt 6 en 7 breder dan politie, zou ook naar het college gaan en 8 de Rekenkamer. Dat is een essentieel onderdeel van het rapport va] ook. De commissie ziet de Rekenkamer inderdaad als een wezenlijk bestanddeel en zegt dat het op de gf( huidige manier, dat is natuurlijk wel logisch, eigenlijk niet verder kan. En een discussiepunt is bij één jje| van de andere bijdragen, of je daar helemaal mensen van buiten moet hebben. Dat het dus strijdig is ge] om als raad over je eigen functioneren te oordelen. En dat is voorzitter even dus persoonlijk na; gesproken, ook de mening van D66. Maar dat is niet de mening van de commissie. Dus in dit geval rje wilde ik dat gezicht dan even laten zien. Ik stel voor dat we het daar nog over moeten hebben, hoe we jatl daarmee verder gaan. Want het is natuurlijk wel een cruciale vraag. En het model van Van wa Wuijckhuijse leek mij niet zo slecht. ku De heer Koning heeft het gehad over de beleidsdoelen. Een gemiddelde van drie. Ja, dat is inderdaad ze een punt. Dat is de keuze van de raad natuurlijk, maar het is natuurlijk wel goed om ons beleid te aa] po co eei Va Mi er wc

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2003 | | pagina 73