Raadsvergadering 3 juni 2004
- 14-
hebben destijds als D66 met CDA beargumenteerd dat dus in die afweging in die klankbordgroep de
ene groep, de inwoners van Overhees, niet goed bij betrokken waren. En dat had als resultaat dat nu
vele mensen uit Overhees niet van die weg gebruik maken en vervolgens op de hoofdwegenstructuur
terechtkomen. En daar hebben we al een probleem. Daar zijn we met die Largasstudie bezig. Kortom,
naar onze mening was dat destijds een besluit dat niet goed was en ik denk dat het nooit erg is om op
een besluit terug te komen. Je moet daarover nadenken. Mijn fractie is dus ook voor openstellen van
de Foekenlaan. Wel hebben wij ook bij de oorspronkelijke discussie aangedrongen op maatregelen.
Dus wij zouden daar toch voortgaand mee bezig zijn. In de afgelopen vergadering bij de voorjaarsnota
heeft mijn fractie erop aangedrongen om eens na te denken over de dosering, de toevloed van de
Wieksloterweg. Er komt steeds meer sluipverkeer vanaf de Wieksloterweg die zo over de Den
Blieklaan hupsakee de kortste weg naar Soest-Zuid inslaat. Met snelverkeer daarbij. Ik denk dat we als
raad goed met elkaar moeten nadenken wat we daaraan kunnen doen. Bovendien vind ik het gewenst
dat we dus op de Den Blieklaan, dat is op die inspraakavond aan de orde gekomen, en ik moet de heer
Pronk corrigeren, daar waren meer raadsleden dan ik alleen, ik dacht dat er een stuk of vier waren, in
die raadsvergadering is bijvoorbeeld ook aan de orde gesteld de veiligheid van fietsers op de Den
Blieklaan met dat bochtje erin. Mijn fractie zou er wel voor willen pleiten om in het kader van het
fietsbeleidsplan dit onderdeel dus ook op te nemen. In de commissie heeft de fractieassistent van D66
ook nog een plan gepresenteerd wat dus kennelijk niet op grote bijval kon rekenen, maar ik denk dat
het denken daarover niet moet blijven stilstaan. Nog even terug naar die commissievergadering. Het
college geeft aan in zijn motivatie dat er tijdens die commissievergadering ongeveer evenveel
voorstanders als tegenstanders waren. Dat vind ik nou echt een heel zwak argument. Want daar zat een
hele grote bewonersgroep. Het overtuigt mij allerminst. Er waren van beide groepen mensen. Ik denk
datje moet afgaan op de argumenten. Die avond heb ik me overigens wel gestoord aan, en dat moet er
toch nog eventjes uit, de opstelling van de wethouder. Wij hielden ons rustig in. Wij hielden ons heel
stil, want het was een avond voor inwoners, maar de wethouder heeft van quitte af aan gezegd dat hij
het onzin vond en zo, en ik denk dat dat niet de bedoeling van zo'n avond is. Ik heb echt op mijn
handen moeten zitten om niet te reageren. In ieder geval is het standpunt van het college heel erg
duidelijk van: onzin, en we gaan door. Mijn fractie vindt dat geen onzin. Wij denken dus dat wij
verantwoord dit moeten openstellen.
Heer CORBEIJ (GGS): Voorzitter, mag ik bij interruptie. Ik was ook bij die avond aanwezig, ik heb
van een wonderlijke opstelling van de wethouder niets gemerkt. Kunt u preciseren wat hij gezegd zou
hebben?
Heer ROEST (D66): Aan het eind van de avond heeft hij heel duidelijk laten merken, en ik heb er nog
met verschillende mensen over gesproken, u was er ook, maar ik heb ook met andere raadsleden
gesproken, dat dat eigenlijk niet kon. En daar waren we het over eens. Maar goed. Ik wil het niet
opblazen.
Heer CORBEIJ (GGS): Ja, wat niet kon? Ik begrijp er niets van.
Heer ROEST (D66): Een wethouder moet op dat moment geen standpunt innemen.
Heer CORBEIJ (GGS): Het enige dat hij gedaan is, is dat hij gezegd heeft dat er evenveel emotionele
pleidooien voor als emotionele pleidooien tegen waren.
Heer ROEST (D66): En hij heeft zijn eigen mening heel duidelijk gegeven. Maar goed, ik laat het
even zitten. Maar ik zeg het niet zomaar, want het heeft op mij behoorlijke indruk gemaakt.
Dan nog even over afsluiten en opendoen, want we gaan daar nog een discussie over krijgen. Ik denk
dat het verstandig is in het algemeen de lijn te hebben om niet af te sluiten. Maar ik wil u in
herinnering roepen dat we om goede redenen hebben afgesloten bij de Smitsweg. Omdat het geen
doorgaande weg was. En er is raadsbreed overeenstemming over geweest.
Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Niet raadsbreed, meneer Roest.