- 18 Raadsvergadering 3 juni 2004 - 19 Als laatste wil ik nog melden dat wij toch tegen het Largasverhaal blijven, zoals we in de eerste termijn aangegeven hebben. Heer ROEST (D66): Ik heb nog een vraag aan de heer Hoebee. Betekent het voor de VVD dat het denken daarover wordt stopgezet? Heer HOEBEE (VVD): We zullen merken dat het denken in andere plaatsen doorgaat op dit gebied. Ook Soest zal daarin niet de eerste geweest zijn en zal waarschijnlijk ook niet de laatste zijn. Maar ik denk datje Largas moet gaan onderzoeken wanneer het zinvol is om het, wanneer je zou overwegen doordat het huidige tempo dat daar aangehouden wordt, niet meer te volbrengen is. En dan moetje maatregelen nemen. Als je nu zegt: door mogelijke veranderingen in de Koningsweg om te voorkomen dat we die nu treffen en later weer ongedaan moeten maken, vind ik een erg zwak argument om daarvoor nu Largas te gaan onderzoeken. Heer ROEST (D66): Mag ik dan de heer Hoebee vertellen dat wij dus, en ik dacht dat dat wel raadsbreed was, hebben aangenomen een voorstel voor een veilige verkeersroute voor fietsers vanuit Overhees en dat één van de mogelijkheden Heer HOEBEE (VVD): Ja, dat klopt. We hebben daarvoor aangenomen dat we het onderzoek niet dwarszitten. Heer ROEST (D66): Precies. Maar daarom zeg ik, het denken moetje niet stopzetten, een veilige manier om aan de andere kant van de Koningsweg te komen is juist door middel van één van die rotondes die in die verschillende varianten gepland is. Heer HOEBEE (VVD): Maar ik wil graag eerst die varianten zien voor die fietsroute. Heer ROEST (D66): En ik denk dat dit soort dingen zó gaan, dat ze dus in elkaar grijpen. Daarom ben ik geen voorstander van het stopzetten van het denken over Largas. Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Ik heb in eerste termijn niets over Largas gezegd. Ik wil daar op uw verzoek dan toch nog even op ingaan. Ik heb 's morgens regelmatig het genoegen tijdens de spits over de Biltseweg te moeten. En het merkwaardige is, datje de ene dag soms vijf minuten stilstaat en daarna kan je ineens weer met 80 km per uur opschieten. En andere dagen gaat het met een sukkelgangetje van 30, 40 km. Die 30, 40 km vind ik heerlijk, wantje rijdt, en je hoeft niet zo alert te zijn dat je ineens weer bovenop je remmen moet staan. Largas spreekt mij bijzonder aan. Het gaat over een traject dat vanaf 2007 gaat spelen. Het is in ieder geval het onderzoeken meer waard dan om er dan maar 70 km van te maken, van de Koningsweg. Graag onderzoeken. En als u nog iets wil besparen, u heeft het over die nieuwe verkeersinstallatie op de Van Weedestraat hoek Stadhouderslaan, sluit die Stadhouderslaan af, verkoop dat stuk grond en maak vanaf de andere kant net zo'n gemene hobbel als van de Prins Hendriklaan de Dalweg op. Ik denk dat dat een stuk goedkoper is. En het bevordert de doorstroming op de Van Weedestraat. Wethouder WITTE: Voorzitter, ik constateer dat de meerderheid van deze raad van mening is dat het onderzoek naar Largas niet hoeft te worden stopgezet. Ik wil er nog wel even op wijzen dat Largas ook met name wordt gekozen omdat de capaciteit van de Koningsweg op dit moment voldoende is en zelfs ideeën als 70 km best uitvoerbaar zijn op dit moment buiten de spitsuren. Maar in het jaar 2015, en dat is de tijdhorizon die we bij deze plannen hebben neergelegd, is het zo dat het autoverkeer met 23% ten opzichte van de huidige situatie is toegenomen en dan is de capaciteit van de Koningsweg wellicht onvoldoende en in ieder geval onvoldoende om met 70 km erover te rijden. Dus op dat moment kan het heel interessant worden, laat ik me heel voorzichtig uitdrukken, om het principe van Largas toe te passen. Ik wil de heer Roest nog wel even steunen in het pleidooi over die fietsroute, waar hij het net over had. Largas, daarvan is bekend dat dat de oversteekbaarheid van drukke routes heel erg verbetert. Dus wat dat betreft zit er best wel muziek in. Het zal volgend jaar niet worden aangelegd, er zal ook niet veel geld aan besteed worden, we gaan het onderzoeken. En ik denk dat we

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 132