Raadsvergadering 24 juni 2004 - 18- Heer LEMMEN (PvdA): Wij zijn voor de motie met de kanttekening dat het ook echt in oktober klaar moet zijn. VOORZITTER: Dan kan de conclusie zijn, meneer Roest, dat uw motie is aanvaard, met de kanttekening dat de fracties van ChristenUnie/SGP, VVD en CDA worden geacht te hebben tegengestemd. De motie Onderzoek clustering onderwijs- en sportaccommodaties van D66 wordt aanvaard met de kanttekening dat de fracties van ChirstenUnie/SGP, VVD en CDA geacht worden te hebben tegengestemd. VOORZITTER: Dan gaan we naar het voorstel zelf, want ik wil eigenlijk tot besluitvorming komen. Dan pak ik de voorjaarsnota en op blz. 1 staan vijf besluiten. De eerste twee wil ik aan de orde stellen in concluderende zin en over de derde tot en met de vijfde wil ik een opmerking maken. Het eerste voorstel Voorjaarsnota, inclusief nota Grondbedrijffmanciën vast te stellen en hieruit voortvloeiende begrotingsmutaties te verwerken in de meerjarenbegroting 2004-2007, daarvan kan de conclusie zijn dat de raad wordt geacht ja te hebben gezegd, met de kanttekening dat ten aanzien van burgerzaken de formatie en de temporisering van investeringen bij de brandweer, dat die twee onderdelen daar niet worden toegerekend. En ten aanzien van de formatie van BBS dat de raad heeft aangegeven die formatiebezetting als tijdelijk te willen zien. Heb ik daarmee de goede samenvatting ten aanzien van de voorjaarsnota gemaakt? Heer KOELEWIJN (Soest 2002): Voorzitter, wij hebben dat dan blijkbaar niet goed begrepen, maar wij hebben in die uitgebreide commissie, die exact ook genotuleerd is, een aantal opmerkingen gemaakt, en ook gezegd waar wij op onderdelen op tegen waren. Dus als wij zeggen: wij zijn het ermee eens, met in achtname van die opmerkingen die wij in de uitgebreide commissie hebben gemaakt, dan kunnen wij daarmee instemmen, ten aanzien van een aantal zaken. VOORZITTER: U maakt het mij niet makkelijk. Nou hoeft dat ook niet. Het verslag van die vergadering heb ik niet paraat. U geeft eigenlijk aan als fractie van Soest 2002 dat u niet onverkort instemt, u maakt sowieso de uitzondering zoals ik op drie onderdelen zo-even maakte en u zegt ook dat de voorbehouden die u gemaakt hebt in commissieverband worden geacht ook hier te hebben uitgesproken. Dan doen we het zo. Dan is onderdeel 1 daarmee akkoord. Onderdeel 2. Ik denk dat dat akkoord kan zijn. En dan krijgen we 3 t/m 5. Daarvan wil ik de conclusie trekken dat 3 t/m 5 wordt vervangen door de kaderstelling van de raad en dat de kaderstelling zoals die verwoord is in de nota 'als het in Den Haag regent' dat die door de raad wordt geacht te zijn vastgesteld als richtinggevend kader voor de voorbereiding voor de begroting 2005 en volgende jaren. Maar bij die algemene conclusie horen een aantal kanttekeningen, tenminste, mogelijkerwijs. U wenst een kanttekening te maken? Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Wij zijn tegen deze kaderstelling op die manier. Wij willen dus structureel en dit vinden wij onvoldoende. Dus wij zijn tegen. Mevrouw MANN (GL): Ik heb het net al aangegeven. We zijn tegen de kaderstelling door het feit dat wij gedeeltelijk willen bezuinigen en gedeeltelijk ook toch bereid zijn kosten omhoog te doen, en wij nemen echt afstand van de trend van de discussie over de politiesurveillanten, waarvan wij vinden dat die niet inhoudelijk gebeurt. Heer ROEST (D66): Alleen die kanttekeningen herhalen ten aanzien van nieuw beleid, en daar heb ik ook inhoudelijk een paar punten genoemd. VOORZITTER: U zegt akkoord te gaan, maar u had het liefst het nieuw beleid gespaard gezien. Heer LEMMEN (PvdA): Wij missen het heldere kader dat er een duidelijk evenwicht is tussen bezuinigingen en inkomstenverhogingen, volgens ons 75%-25%.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 165