Raadsvergadering 24 juni 2004 -37- Mevrouw HUBERTS (VVD): Voorzitter, dank u wel. Het lijkt er eindelijk op, en dat moeten we zo met elkaar gaan besluiten, dat er een mijlpaal bereikt wordt voor het openbaar onderwijs in Soest. Die partijen die het openbaar onderwijs daadwerkelijk een goed hart toedragen, zullen vanavond ook dit voorstel steunen. We hebben een langdurig goed doordacht traject doorgemaakt. Binnen het Eemvallei Educatief is daar hard aan gewerkt. Als raad hebben we verschillende momenten mee kunnen denken en hebben we er ook richting aan kunnen geven. Er ligt nu een concreet voorstel. Wij denken dat het goed is dat de dubbelrol van de gemeente eindelijk stopt. Dat de gemeente zich wat meer op afstand kan bezighouden met onderwijs en wij denken dan ook dat het heel goed is dat deze verzelfstandiging na vandaag verder vonn gaat krijgen. Uiteraard zijn we daarbij afhankelijk van de andere partners in dit geheel, die ook nog toestemming moeten geven. Maar één van de gemeentes is al over de brug. En wij hebben er erg veel vertrouwen in dat ook de andere gemeentes zullen volgen. En waarom? Omdat degene die het project geleid heeft, en degene die ook in het vervolgtraject betrokken zal zijn bij de ontwikkelingen aangaande deze nieuwe zelfstandige openbaar-onderwijsvorm, dat ook diegene straks daar mee door zal gaan. Wij hebben daar helemaal vertrouwen in. Als ik kijk naar het financiële plaatje is het natuurlijk een stevig kostenplaatje. Maar dat is voor ons op dit moment geen reden om te zeggen we gaan het niet doen. We denken terug aan de historie en toen hebben we inderdaad een keertje gezegd rond die bruidsschat, het is ons teveel, we doen het niet. Maar wil je een goede organisatie in het leven roepen, dan zul je iemand niet met een appel en een ei op weg moeten sturen en zul je hem een goed onderbouwd bedrag mee moeten geven. Dus wij gaan voor dit verhaal. Als ik dan kijk naar de motie van de PvdA en ik hoor daar natuurlijk zo nog een reactie op, dan wil ik toch nog even reageren. Waar is de tijd gebleven dat de PvdA ook constructief naar het openbaar onderwijs keek? Kritisch weliswaar, maar uw wethouder worstelde een aantal jaren geleden met moeilijke materie rond het openbaar onderwijs. Wethouder Witte heeft moeilijke materie moeten overnemen. De gemeenteraad heeft telkens kunnen ingrijpen en kunnen kijken van hoe gaan we hiermee verder. Dus wat ons betreft is deze motie volslagen overbodig, vinden we hem niet terecht. Heer LEMMEN (PvdA): Ook onze partij draagt het openbaar onderwijs een goed hart toe, maar wij hebben wel met lede ogen gezien waar het allemaal toe kan leiden. Ik wil twee elementen duidelijk van elkaar scheiden. Het inhoudelijke voorstel voor de verzelfstandiging en het financiële dekkingsplan. Wat betreft het inhoudelijke voorstel zijn we gauw klaar. Doen. Zet openbaar onderwijs op afstand. Geef het een eigen professioneel bestuur en geef het een eigen verantwoordelijkheid, waarbij altijd nog zal blijven uiteindelijk dat toch de gemeente verantwoordelijk blijft voor het reilen en zeilen, met name voor het reilen en zeilen in financiële zin. Niet zo gauw klaar zijn we met het financiële dekkingsplan, want 712.000 op z'n minst, moet er nu uit algemene middelen dit jaar worden toegevoegd en Heer CORBEIJ (GGS): Voorzitter, mag ik interrumperen? Ja, meneer Lemmen, daar heeft u het over. Wij hebben het ook in de Amersfoortse Courant kunnen lezen dat u met dit geweldige bedrag kwam, dat het tekort zou zijn, en het zou weggesluisd zijn door de wethouder. Ik wil toch wel dat u dat eens verder uitlegt. En wat het met het onderwerp te maken heeft. Want naar ons idee wordt het geld over een aantal jaren verspreid, dus het is niet zo dat het in dit jaar opgehoest zou moeten worden en dat het wat met die 2 miljoen te maken zou hebben. Ik wil dat toch graag verder uitgelegd hebben. Heer LEMMEN (PvdA): Ik zal er zeker op terugkomen. Als het gaat om de overdracht, dan hebben we te maken met twee componenten. Vermogen en de bruidsschat. Het vermogen is die 209.000 en nog een 500 en een 3.000 of zoiets erbij. Dat maakt die 712.000. Dat is gewoon een bedrag dat er staat. En dat zou, als het een goed financieel beheer was geweest, gewoon uit de reserves die er voor het openbaar onderwijs zijn. betaald kunnen worden. Maar de kassen zijn leeg en dus moet nu een greep uit de algemene middelen gedaan worden. Dat is ons punt. Dus niet dat er 712.000 beschikbaar moet komen, want ik kan me heel goed voorstellen dat het openbaar onderwijs met een goede start wil beginnen, en dat je niet onderbetaald aan een nieuw avontuur begint. Maar daar ligt ons punt. Met name dat het ineens extra moet, terwijl het staand beleid is dat daarvoor het rijksgeld dat wordt gestort in reserves, en daaruit wordt het betaald. Bovendien hangen er nog nieuwe tegenvallers boven de markt.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 184