Raadsvergadering 24 juni 2004
-41 -
Mevrouw DE WAARD (CDA): Die moet toereikend zijn. Alleen bij navraag blijkt bijna geen school
uit te komen. Ik heb ook drie besturen erover gebeld en die zeiden: het zou allang opgehoogd moeten
worden, maar de middelen ontbreken. Dus we hopen dat scholen potjes hebben of dat een gemeente in
het geval van openbaar onderwijs het aanvult. Nou, wij hebben dit altijd uit de reserves voorzieningen
onderwijs gehaald. Ik ben in 1997 al naar wethouder Ten Hove gegaan om te wijzen op het gevaar van
uitputting van die voorziening. En er is toen daadwerkelijk gezegd: het potje is nu nog toereikend,
waarom zouden we het uit de algemene middelen halen. Het is vroeg genoeg om het uit de algemene
middelen aan te vullen als de pot leeg is. En dat was in 1997. Daar heb ik regelmatig op gewezen en ik
hoop dat diverse raadsleden zich dat kunnen herinneren. Dat is even naar aanleiding van punt 1
Wat punt 2 betreft betekent dat dus dat reserves en voorzieningen onderwijs de buffer vormen om de
uitgaven voor het openbaar onderwijs over de jaren heen te spreiden. Dat is normaal zo. Maar die
buffer was nou eenmaal te klein. Dat de buffer voornamelijk in de jaren 2001 en 2002 is opgebruikt,
dat is dus ook niet het geval. In die jaren is er heel veel aan extra ABB uitgegeven. Maar dat kwam
voor een deel niet uit die buffer.
Heer LEMMEN (PvdA): Ik kan u aanraden: kijk gewoon de jaarrekeningen van de afgelopen jaren na,
dan ziet u het.
Mevrouw DE WAARD (CDA): Dan zie ik de verhoging op de ABB-kosten. die toegerekend zijn met
de ontwikkeling van het breed educatief centrum. En daar komt die enorme stijging vandaan. Maar die
buffer was allang heel klein.
Heer VAN DEN POL (Soest 2002): Bij interruptie, dat weten we toch. Daarom hebben we onderlaatst
toch 209.000 extra toestemming gegeven? Daar moeten we niet op terug blijven komen. Alleen, dan
zijn we nog niet klaar met 2003 en 2004.
Mevrouw De WAARD (CDA): Maar ik reageer op die motie. Nou ja, punt 4 dat is duidelijk, dat
tekort. Dat is natuurlijk een deel van de bruidsschat.
'Van oordeel dat de raad veel te laat is geïnformeerd over het ontstaan van het tekort", daar ben ik het
dus helemaal niet mee eens. De wethouder heeft ons regelmatig op de hoogte gehouden en ook heb ik
zelf regelmatig vragen gesteld en het werd vaak afgewimpeld van 'er zitten goede ambtenaren, wij
hoeven dat allemaal niet uit te spitten'. Twee keer per jaar hebben we, bij de voorjaarsnota en bij de
begroting, uitgebreid informatie gekregen en we zijn er zelfbij geweest, meneer Lemmen.
Heer LEMMEN (PvdA): Dat antwoord is dan wel erg gemakkelijk geweest. Want als je ziet dat het
anders is gegaan, en u zegt dat u akkoord gaat met ambtenaren zoeken het wel uit
Mevrouw DE WAARD (CDA): Nee, dat zeg ik niet. Maar ik zeg: we zijn regelmatig op de hoogte
gehouden en ik werd door collega-raadsleden als ik tot in de finesses doorvroeg, vaak gewezen op: ja
maar mevrouw De Waard, zo diep moet u niet in de materie duiken, dat is niet voor raadsleden. Dus ik
wijs even terug op hoe het in het verleden, vanaf 1997 vaak gelopen is.
Bij punt 2 dat er in de afgelopen jaren geen voorstellen aan de raad zijn gedaan om de gaten in de
begroting weg te werken, dan kom ik weer terug op hetzelfde punt. Er waren nog geen gaten. Die
reserves waren aan het inslinken. Er waren nog geen gaten. Die reserves voorzieningen onderwijs
werden alsmaar kleiner, maar gaten waren er nog niet. Er was wel zorg.
Dat het moment verkeerd is dat het nu komt, daar ben ik het helemaal mee eens. Daar kan niemand
omheen. En dat de wethouder Onderwijs verantwoordelijk is voor het gevoerde financiële beleid, ja,
formeel wel, maar ik zeg: laten we alsjeblieft de hand ook in eigen boezem steken. We zijn er als raad
allemaal bij geweest. Het is zo gegaan, en er zijn heel veel argumenten aan te voeren waarom het zo
gegaan is en ja, zo denk ik erover en ik vind dit een hele harde motie en op heel veel punten gewoon
niet gegrond. Dank u wel.
Heer CORBEIJ (GGS): Dank u wel voorzitter. Ja, wat betreft het raadsvoorstel, het is een uitstekende
weg die gegaan wordt. De verzelfstandiging en de bestuurlijke schaalvergroting. Het geld dat daarvoor