Raadsvergadering 24 juni 2004 -48 wil luisteren naar die raadsleden die proberen toch op inhoudelijke gronden nu te kijken dat we die motie van tafel krijgen, omdat wij denken dat wij als raad vervelende voorstellen hebben gehad, maar wel steeds met elkaar van gedachten gewisseld hebben op inhoud van: wat gaan we doen. Daarbij het openbaar onderwijs voor ogen houdend, daarbij het doel voor ogen houdend datje het ook financieel zo goed mogelijk wilde doen, dat is ons niet gelukt. Het bleek namelijk dat de middelen niet toereikend waren en dat we dus toch een constructie hebben gevonden, afijn, u kent het hele verhaal, dat ga ik niet overdoen, maar ik zou graag willen dat we ook op inhoud met elkaar dan een besluit nemen. En ik vind het jammer, en dat heb ik straks ook al gezegd, dat u de motie handhaaft, daar waar we nu inhoudelijk met elkaar gesproken hebben en we ook hebben aangegeven op wat voor punten ooit de raad heeft aangegeven: college, wethouder, u moet die weg ingaan, want wij als raad hebben dat zo geaccordeerd. Heer LEMMEN (PvdA): Voorzitter, ik denk dat we elkaar niet kunnen overtuigen. VOORZITTER: Nee, dus het punt is dat de motie aan de orde is en dat we hem zo dadelijk in stemming brengen. Zijn er nog leden die daar iets over willen zeggen? Mevrouw DE WAARD (CDA): Ik begrijp dat de motie in stand blijft en dat vind ik heel erg jammer. En met mij in ieder geval ook nog een andere partij, de VVD, en wij willen in ieder geval gezamenlijk een motie van onredelijkheid indienen. Moet ik hem voorlezen, voorzitter? VOORZITTER: Misschien kunt u hem ter beschikking stellen, dan zal ik beide moties zo dadelijk aan de orde stellen. Ik zou eerst de heer Lemmen willen vragen, want u hebt de motie voor u, want ik wil hem altijd even ook mondeling aan de orde hebben. Kunt u de motie mondeling even aan de orde stellen, dat u wat overwegingen en oordeelsvorming noemt en dan geef ik vervolgens het woord aan mevrouw De Waard. Heer LEMMEN (PvdA): Ook in verband met de tijd, voorzitter, zou ik willen volstaan met te zeggen dat de motie voorligt en ik neem aan dat het niet nodig is hem helemaal voor te lezen. En de toelichting, ik hoop dat dat in ieder geval in de verschillende termijnen wel duidelijk is geworden waarom wij in ieder geval deze motie hebben ingediend. De raad van de gemeente Soest, in vergadering bijeen op 24 juni 2004, Overwegende: Dat het staand beleid van de gemeente is om de exploitatie van het openbaar onderwijs te bekostigen uit de middelen die daarvoor door het rijk beschikbaar worden gesteld Dat de reserves en voorzieningen onderwijs de buffer vormen om de uitgaven voor het openbaar onderwijs over de jaren heen te spreiden Dat de buffer voornamelijk in de jaren 2001 en 2002 is opgebruikt Dat er inmiddels aantoonbaar een tekort van 712.000 is ontstaan dat uit de algemene middelen moet worden aangevuld Van oordeel: Dat de raad veel te laat is geïnformeerd over het ontstane tekort Dat er in de afgelopen jaren geen voorstellen aan de raad zijn gedaan om de gaten in de begroting weg te werken Dat dit grote tekort des te pijnlijker is, nu de gemeente genoodzaakt is om het tekort in 2004 en de structurele tekorten vanaf 2005 van ca 2 miljoen door aanzienlijke bezuinigingen en lastenverzwaringen aan de burger door te berekenen Dat de wethouder Onderwijs verantwoordelijk is voor het gevoerde financiële beleid, Keurt het door de wethouder gevoerde beleid af En gaat over tot de orde van de dag. Fractie PvdA, P. Lemmen Fractie GroenLinks, mevrouw A. Mann-Voortman Fractie Soest 2002. T. Middelkoop

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 195