Raadsvergadering algemene beschouwingen d.d. 4 oktober 2004 -20 aanspreken op hun gedrag en het is gewoon belangrijk, bijvoorbeeld het speelruimteplan, als mensen meer buiten zijn en op die manier meer met elkaar in contact staan, dan spreken ze elkaar ook eerder aan als ze iets veranderd willen zien. Dus in die zin hopen we dat ook de wijken een belangrijke plek in uw stuk krijgen. Maar toch zullen we het ook kritisch beschouwen, want het moet wel iets opleveren. Heer VAN GEET (VVD): Ik kan hierover heel kort zijn. We wachten uiteraard ook het voorstel zoals mevrouw Van Roomen heeft aangegeven af en ik kan u garanderen dat we daar van harte aan zullen meewerken. Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Ik moet even andere woorden bedenken, want ik had ze ook zo mooi willen spreken als de heer Van Geet. Maar meneer Van Vuuren, we staan er bijzonder positief tegenover en ook zeer constructief en we zullen ze niet direct kritisch bekijken, maar met een warm welkom. VOORZITTER: Dank u wel. De heer Van Vuuren stelt de vraag aan raad en college op bladzijde 1 van zijn beschouwingen en ook B&W heeft daar enige gedachtewisseling over gehad en ook aangegeven en tot de bevinding gekomen dat we er graag aan meedoen. En dat name het onderwerp handen en voeten geven naar de samenleving dat B&W het op prijs zal stellen daarin een partner te zijn, tezamen met de raad om met dit onderwerp op pad te gaan. Dus dat spreek ik graag zo uit. Daarmee voldoende en we zien uw voorstel daarmee tegemoet. Dan kom ik bij het onderwerp werkgelegenheid en bedrijfscontactfunctionaris. De heer Van Geet heeft dat genoemd. Wie wenst daar nog iets over te zeggen? Heer VAN GEET (VVD): Misschien een korte aanvulling, voorzitter. Het heeft natuurlijk alles te maken met het opstellen van een heel goed economisch beleidsplan, want daar past dat natuurlijk in. Daar gaat het om. Dat was ook mijn pleidooi voor uitbreiding van tijd voor de bedrijfscontactfunctionaris. Mevrouw KOOMEN (GGS): U gaat in uw algemene beschouwingen heel stellig in op het uitbreiden van één dag. Vooralsnog lijkt het ons een kwestie van prioriteiten stellen op dit moment ook voor de afdeling en misschien zou daarin ook een en ander verwerkt kunnen worden. Dat wilden wij even meegeven. Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Wij zouden het graag wat ruimer toegelicht zien wat dan de bedrijfscontactfunctionaris gaat doen en wat is de insteek, wat gaat die betekenen? Het werd nu zo geponeerd en in alle afwegingen die we moeten maken vind ik dit iets te kort door de bocht. Daarom zou ik graag wat meer achtergrondinfo hebben wat dan precies de beweegredenen zijn waar noodzakelijk voor en wat dan de opbrengst daarvan zal zijn. Heer LEMMEN (PvdA): Voorzitter, ons spreekt ook aan om in ieder geval werkgelegenheid wat centraler te zetten. Ik heb de heer Van Geet aan het begin twee dingen horen zeggen: om in de economische beleidsnota te investeren en bedrijfscontactfunctionaris. Volgens mij liggen die twee niet in eikaars verlengde en zouden wij graag wel over een extra investering willen praten, maar voor ons is het nog niet een uitgemaakte zaak of dat naar de bedrijfscontactfunctionaris moet gaan of een extra inzet om een beleidsnota of iets dergelijks te ondersteunen. Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Wij hebben ook gezegd dat wij de werkgelegenheid heel erg belangrijk vinden. Blij om te horen dat dat voor bijna iedereen geldt. Of dat meer aandacht moet krijgen via de bedrijfscontactfunctionaris in die zin dat er één dag meer voor uitgetrokken moet worden, ik denk dat dat een kwestie is van het college en de directeur van het ambtelijke apparaat. Maar de zorg voor de werkgelegenheid delen wij met een ieder. Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Voorzitter, ik ben enthousiast over alle oplossingen die al aangeboden worden terwijl ik eigenlijk niet weet waar het knelpunt zit. Dus het onderwerp interesseert

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 225