-20- Raadsvergadering 22 januari 2004 - 21 - e, afgeven dat men eigenlijk niet zo streng op moet treden omdat u dat relateert aan een aantal m bekeuringen. Dat signaal vind ik een verkeerd signaal en daarom steunen wij die motie niet. Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Als ik zie staan in die eerste zin: de wijkagent in zijn functioneren iets uiteraard dient te handhaven, optreden en bekeuren. Dus volgens mij is daar wel degelijk aangegeven iet dat de taak van een agent niet is dat hij niet dient te bekeuren, alleen het hoofdaccent hoeft er wat ons ik betreft niet op te liggen voor de wijkagent. Dus daarom is het juist meegenomen. Want wij zijn als ls CDA uiteraard ook voor handhaven en niet voor gedogen, alleen in deze situatie hebben wij gezegd: iet dit aspect moet niet de nadruk hebben. Dus dat wil ik u nog wel even meegeven. Heer ROEST (D66): Ik werd aangesproken en ik zou daar toch wel op willen reageren. Waar het mij om gaat is juist wél dat signaal richting regio's en afspraken op rijksniveau. De suggestie is dat die convenanten zeggen dat de veiligheid van de burger gewaarborgd is met een x-aantal bonnen. En we zullen er over een aantal jaren achter komen dat dat niet het geval is. Dat is die veiligheid niet. Dat kan tar alleen maar als je heel gericht werkt. En dat is niet zo van: de straat ophollen en dat dat streng is en je dere aantallen bonnen maken. Neen, wij proberen lokaal maatwerk te leveren, dat is het principe ook van het veiligheidsbeleid: het moet wijkgericht zijn. En daarin kun je gewoon heel strak werken aan het veiligheidsgevoel van inwoners. Dus dat signaal is juist bijzonder belangrijk. En dat vind ik goed in deze motie. op ilt u Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Ik heb vooral aangegeven dat deze motie volgens mij aan de verkeerde personen wordt gestuurd. Als de motie aangepast wordt, dat er een signaal afgegeven wordt aan de minister van Binnenlandse Zaken en aan de politieregio's dat ze de verkeerde prioriteit hebben l er gesteld, dan ben ik het ermee eens. Maar nu wordt er gezegd: en jullie hebben wel een convenant, 304, maar wij als gemeente Soest vinden dat deze politieregio dat in de taakuitoefening van de agent niet Ie hoeft toe te passen. En dat vind ik een verkeerd signaal. VOORZITTER: Anderen? U kunt ervan zeggen en hebt ervan kunnen zeggen wat u wenste te zeggen, en ik begrijp, en dan kijk ik even naar mevrouw Van Roomen, dat uw fractie de motie overeind houdt, steld Dan is uw motie aan de orde. Dan ga ik hem afconcluderen zoals het zich aftekent. Of wenst u te ;tief interrumperen? Heer ROEST (D66): Voorzitter, ik heb een amendement gehoord van de heer Van Vuuren, en dat moet eerst aan de orde komen, en dan de motie. /er nst te Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Ik weet niet wat de heer Van Vuuren daarmee wil. U heeft dat net t. hier neergezet, misschien dat wij daar een toevoeging mee kunnen doen. Ik denk dat u een goede suggestie deed, maar ik denk dat we heel even dan kort overleg moeten hebben waar we elkaar kunnen vinden daarin. ?en, VOORZITTER: Even naar de heer Van Vuuren. U wenst echt te amenderen op de motie? Want anders schorsen we voor niets. zien. en of Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Zonder amendement steun ik deze motie niet. VOORZITTER: Dus dan vraagt u schorsing. Dan schorsen we de vergadering voor enkele momenten. De vergadering is geschorst. n de e aan VOORZITTER: Dames en heren, ik heropen de vergadering en geef het woord aan mevrouw Van Roomen, als indiener van de motie. t Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Dank u wel voorzitter. Na beraad met een aantal collega's is de laatste alinea van de motie veranderd. Die is geworden: Verzoekt het college in

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 22