Raadsvergadering 14 oktober 2004 - 13- gemeenten van toepassing is verklaard. Dat is ook het referendabele gedeelte. Dat is ook voor de VVD zo. Dat is het antwoord op vraag 1. Antwoord op de tweede vraag is iets uitgebreider. Om een geldige stemming te krijgen moet 30% van het aantal kiesgerechtigden opkomen. Evenzeer zal ook 30% van het aantal kiesgerechtigden neen moeten zeggen tegen het voorstel. Als ik dat vertaal, deze 30%, een beetje afgerond naar 10.000, dan zou dat betekenen dat er 10.000 moeten opkomen en 10.000 moeten neen zeggen. Dat is de minimale eis. Ik kan me ook wel voorstellen, en daar ben ik ook wel een beetje van overtuigd door de inzet van de initiatiefnemers dat met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid die opkomst wel gehaald zal worden, maar ik ben er niet zo zeker van dat men ook de 10.000 nee-stemmers krijgt. En dat zou best eens kunnen blijven hangen op zeg maar 6.000 die nee zeggen. In dat geval kan ik u zeggen dat de VVD deze uitslag ook zeker niet zal negeren. Dank u wel. Heer LEMMEN (PvdA): Dank u wel voorzitter. Dan toch schoorvoetend komen we allemaal met een mening. De reactie op de eerste vraag is bij ons dat wij vinden dat het referendum over het raadsbesluit sec moet gaan. En daar moet het zich toe beperken. Dus alleen over de vraag of er wel of niet een voorkeursrecht voor de gemeente op die gronden blijft bestaan, van kracht blijft ja of nee. En de tweede vraag, ja dat is een punt waar wij ook langer over gedacht hebben, want de consequenties kunnen aanzienlijk zijn. Het is wel de eerste keer dat we een referendum gaan doen. Wij hebben vorig jaar dacht ik heel bewust het referendum ingesteld met z'n allen om daar in ieder geval de burger echt invloed op het gemeentelijk bestuur, de gemeentelijke toekomst te geven en je kunt niet bij het eerste het beste referendum dat er is zeggen van: dat is een mooie mening van de burgerij, maar we leggen dat naast ons neer. Wij zullen in ieder geval de uitslag ook in onze afwegingen straks zwaar laten wegen. Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Voorzitter, ik zou nog graag een interruptie plegen op de heer Van Geet. Meneer Van Geet, u geeft aan, ook als er 6.000 stemmers zijn, dat u dat niet naast u zou leggen. Wat is uw minimum grens? Tenslotte hebben nu al 3.000 mensen hun handtekening gezet. Heer VAN GEET (VVD): Ik heb geen minimum grens. Ik heb alleen gezegd dat met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ik van de veronderstelling uitga dat de opkomst wel gehaald zal worden, dat denk ik wel, zeker door de inzet van de initiatiefnemers, en ik heb gezegd bijvoorbeeld, als ik niet heb gezegd 'bijvoorbeeld' dan voeg ik dat eraan toe, bijvoorbeeld 6.000. Maar een officiële grens is door de VVD-fractie nog niet vastgesteld en die zullen wij dan bij nader beraad bekijken. Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Maar u heeft geen minimumgrens, want er zijn nu tenslotte ook al 3.000 nee-stemmers. Heer VAN GEET (VVD): Nee, ik heb geen minimumgrens. Mevrouw GASTELAARS (GGS): Voorzitter, dank u wel. Ecoducten van vele miljoenen euro's die ten koste gaan van onder meer onderwijs en zorg. Dat is wat de tegenstanders de afgelopen maanden hebben laten horen. En wij als Soest staan nu voor een belangrijk moment in de geschiedenis. Een referendum over het door ons in juni genomen raadsbesluit om een voorkeursrecht te vestigen op diverse terreinen aan weerszijden van de Amersfoortsestraat. Terreinen die exact in het hart liggen van een tracé, van hét tracé van een ecoduct, en dit project kan alleen gerealiseerd worden als de benodigde grond eigendom is van de gemeente. Maar door het vestigen van het voorkeursrecht heeft de gemeente die grond nog helemaal niet in zijn bezit. We hebben alleen maar vastgelegd hiermee dat wij het eerste recht van koop hebben op het moment dat de eigenaren die grond te koop aanbieden. Dat betekent dus niet dat wij als gemeente de eigenaren kunnen dwingen tot verkoop, net zomin als dat met deze stap van dat voorkeursrecht de bouw van een ecoduct op deze plek definitief is. Daarover praten we pas volgend jaar met elkaar in het bestemmingsplan Hart voor groen. De bouw van het ecoduct is een argument dat gebruikt wordt van miljoenen ten koste van onderwijs en zorg. Maar de bouw van het ecoduct wordt betaald door de provincie Utrecht. En het geld daarvoor komt uit een fonds Hart van de Heuvelrug. Het is dus niet zo dat wij als gemeente die kosten moeten dragen, noch

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 244