Raadsvergadering 18 november 2004
huisartsen, de kraamzorg, de gemeente Soest en het ziekenhuisbestuur. En wat was het doel? Het doel
was op een eigentijdse wijze in feite zoals het al tweeëneenhalf jaar geleden geformuleerd was om een
invulling te geven aan de locatie hier in Soest. En waar werd aan gedacht? Dat is de
anderhalvelijnszorg, dat is een medische zorg tussen de huisarts en de specialist in. Soms is het zo dat
men bij de huisarts wordt verwezen naar de specialist, maar bij bepaalde verrichtingen zou de huisarts
die specialistische verrichtingen ook zelf kunnen doen als hij de accommodatie had gehad. Andersom,
soms komen mensen bij de specialist en die zou dan kunnen denken er is toch een bepaalde omvang
van patiënten met deze aandoening, dat zou ik net zo goed op een locatie kunnen doen die niet de
ziekenhuislocatie is. Dus voor beide professionaliteiten zou die anderhalvelijnszorg iets kunnen zijn.
Dat is één item.
Het tweede item was dat voor speciale doelgroepen bekeken zou worden of er niet bepaalde
faciliteiten hier op de locatie in Soest gerealiseerd konden worden. Dat waren onder andere de
diabetes, ouderen, en bijvoorbeeld kinderspreekuur. Dat type faciliteiten.
En het derde type faciliteiten is radiologie, röntgen, bloedprikken, echoscopie, wat meer de kleinere
reguliere zaken. Over dat onderwerp is denk ik de afgelopen twee jaar vrij intensief gepraat en het
ziekenhuisbestuur gaf hier toen in de maart- of aprilvergadering aan dat er toch wel schot in het
onderwerp zat. En ook het overleg op dat moment duidde erop. Ik weet niet meer zeker of het de
commissie SOW was of B&M, maar ik weet wel dat velen van u in die commissie aanwezig waren. In
die zin was het een koude douche, de laatstgehouden commissievergadering, omdat het verschil tussen
ambitie en realiteit in feite onverteerbaar groot was. En het was temeer groot omdat het
ziekenhuisbestuur zo had aangegeven met volle vaart eraan te gaan werken. De heer Meijers heeft
daarover verslag gedaan en wij hebben ook aangegeven, en dat heb ik ook in de commissie gezegd,
dat overleg met de Provincie gehouden zou worden. Ik heb inmiddels twee keer telefonisch overleg
gehad en begin december is een overleg gepland tussen de gedeputeerde van de Provincie, mevrouw
Kamp, die is portefeuillehouder bij dit onderwerp en ook de afgelopen jaren hier nauw bij betrokken
geweest, het ziekenhuisbestuur en de gemeente Soest, en het spreekt voor zich dat ik dan u ook over
de uitkomst zal rapporteren. Het doel van het overleg is met name de houdbaarheid en de degelijkheid
van de analyse zoals het ziekenhuisbestuur die heeft gemaakt en heeft geleid tot een opvatting om die
op houdbaarheid te toetsen. Dit is in feite het aanloopje naar vraag 1 en de beantwoording daarvan.
Uw vraag 2, al die stappen zou ik kunnen memoreren, maar in de commissievergadering in het
voorjaar en ik denk ook in het overleg de laatste keer ben ik vrij uitvoerig ingegaan van welke
momenten dat geweest zijn. Er zijn veel momenten geweest omdat wij, en u hebt er altijd politieke
steun aan gegeven, gewoon de vinger aan de pols wilden houden en er strak bovenop wilden zitten.
Mevrouw VAN HALEN (GGS): U hoeft daar ook nu niet mondeling op in te gaan, maar ik zou wel,
omdat we nog zeker vier jaar de tijd hebben, graag een overzichtje zwart op wit willen hebben.
Gewoon heel concreet om daar verder mee aan het werk te kunnen.
VOORZITTER: Dat kan. Dan zullen we een dossiertje ter inzage leggen waarin u de ontwikkeling
terugvindt zoals die geweest is. Vraag 3, op welke wijze de eerstelijnszorg betrokken is geweest bij de
overlegstructuur. Zij waren aanwezig in het overleg en de eerstelijnszorg, u bedoelt huisartsen, dat is
in de persoon van de heer Bavinck geweest en die heeft regelmatig, en die spreekt ook namens de
huisartsen, met alle huisartsen regulier overleg. Dus de gedachtevorming in het overleg met het
ziekenhuis leidde tot vragen en opmerkingen bij allerlei participanten en die namen dat dan meestal
terug naar hun eigen achterban. En dat koppelde hij daarna dan weer terug. Ik ben bij de participanten
nog even vergeten de financiers, dus de verzekeraars, die ook aan tafel zaten. Ik zeg dat even naar
aanleiding van uw vraag 3.
Vraag 4 is in feite beantwoord en heeft geleid tot de constatering in de laatstgehouden
commissievergadering dat het ziekenhuis heeft aangegeven in een bepaalde gedachtegang geen kans te
zien voor een adequate invulling van de locatie in Soest met uitzondering van radiologie, echoscopie,
de foto's en bloedprikken. Dat is ongeveer 15.000 bezoekers per jaar. Men heeft gezegd: daar hoefje
niet aan te twijfelen, maar voor de rest heeft men geen enkel licht geboden.
Dan kom ik bij vraag 5, uw laatste vraag. Daar hebben we in de commissie ook over gesproken. En
dan moet ik voorzichtig gaan spreken. Want weet u, sinds 2000 zijn er nogal wat pogingen
ondernomen. U hebt zelf in de commissie gememoreerd wat er gespeeld heeft. U heeft het ook