-6-
Raadsvergadering 19 februari 2004
-7-
r de
Heer VAN DER TORRE (VVD): Voorzitter, GGS heeft inderdaad gelijk dat we praten over hele
belangrijke verordeningen. Ze passen in het kader duidelijk van de dualisenng. Het regelt iets over de
financiële functie en de controle die daarop moet worden uitgeoefend en dat is een belangrijk
instrument voor de raad. Dat zijn dus belangrijke stukken. Zoals al is opgemerkt hebben we daar twee
maal in de commissie over vergaderd. Ook de VVD heeft een aantal voorstellen gedaan voor
aanpassingen. Een aantal ervan is verwerkt in wat nu voor ons ligt. We denken dat dat inderdaad een
verbetering is. Als we dan even een aantal van de punten afgaan die in de verordeningen staan, er is
natuurlijk altijd een verder eventuele verbetering mogelijk en even op het verzoek ingaand om terug te
trekken, ik denk niet dat dat nodig is, omdat wij hebben afgesproken
Mevrouw KOOMEN (GGS): Meneer Van der Torre, ik vraag niet om het terug te trekken. Ik vraag
om er nogmaals een keer over te discussiëren, inhoudelijk.
Heer VAN DER TORRE (VVD): Ik denk dat we er uitgebreid over gesproken hebben. We hebben
afgesproken met elkaar dat we eind volgend jaar, het vierde kwartaal 2005 zouden gaan evalueren. Ik
denk dat dat een goed moment is om eventueel verdere aanpassingen te doen. Want misschien, vanuit
onze ervaringen nu met het duale stelsel dat we wel meer punten tegenkomen dan die u noemt, die we
misschien veranderd zouden willen hebben. Voor ons zijn er niet direct hele essentiële punten waarvan
we zeggen: nu moet dat a la minute veranderd worden. Dat even als reactie op uw opmerkingen.
Ik maak verder even mijn verhaal af over de verordeningen. Verordening 2.12 gaat vooral om een
aantal formele en administratieve zaken. Wat wij als WD heel belangrijk vinden is die
informatieplicht. Als we kijken naar de informatieplicht die erin genoemd staat, zien we duidelijk
eigenlijk toch wel dat aan onze wensen is tegemoetgekomen. Het enige punt waar we misschien
achteraf nog een keer alles doorlezend zouden kunnen zeggen: daar zou iets aangepast kunnen
worden, dat is het begrip weerstandsvermogen. Wat inderdaad in de modelverordening staat die u
noemt bij Binnenlandse Zaken, dat is artikel 17, daar is niets over opgenomen in de voorliggende
verordening. Dat is een punt waarvan we zouden zeggen: misschien moeten we daar nog eens naar
kijken. Maar wat ons betreft zou dat dan eind volgend jaar kunnen. Het is niet dringend.
Wat we telkens in de gaten moeten houden dat bij de dualisering de verantwoordelijkheden bij het
college liggen. De raad stuurt op grote lijnen, het college voert uit. We moeten niet te veel denk ik, dat
vindt de VVD althans, willen regelen als raad. Controle blijft belangrijk, en daarom is de verordening
belangrijk, maar we denken dat met de voorliggende verordening die controlerende taak voldoende
uitgeoefend kan worden. Wij gaan dus toch akkoord op dit moment met de verordening zoals die nu
voorligt, ondanks dat misschien in de loop van de tijd dan nog verbeteringen nodig zijn.
Dan verordening 2.13, die gaat over de opdracht die de accountant aan de raad geeft. Als ik dan kijk
naar de huidige opdracht die de raad aan de accountant geeft, het huidige contract dat we met onze
accountant hebben, daarin staat vooral dat de accountant een taak heeft op het gebied van de
rechtmatigheid. We krijgen met deze verordening ook de mogelijkheid om dat wat meer aan te sturen,
zodat we ook opdracht kunnen geven voor de accountant meer te kijken naar doeltreffendheid en
doelmatigheid. Dus wat dat betreft denk ik ook een hele goede verordening. Als raad hebben we meer
vrijheid om de accountant aan te sturen. Daarnaast en dat is een ontwikkeling die hier dus inderdaad
naspeelt, is dat de Rekenkamer ook de mogelijkheid heeft om straks de accountant verder aan te sturen
als het gaat om heel specifieke onderzoeken, naar specifieke problemen. We denken dat daarmee de
opdracht aan de accountant goed afgedekt is, ook weer met deze verordening. Dan 2.13a, dat gaat over
het doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek van het college zelf. De aanpassing die er nu
voorligt, waarbij is geregeld dat in acht jaar het hele programma wordt doorgelicht op die
doeltreffendheid denk ik dat het een goede verbetering is en zoals die nu voorligt kunnen wij hier ook
mee akkoord gaan.
nma s
gen en
n de
1 naar
Heer LEMMEN (PvdA): Voorzitter, zoals gezegd, we hebben al twee keer hierover gesproken en er is
ook heel nadrukkelijk over een aantal heel diepgaande kwesties gesproken waarbij een
modelverordening niet buiten beeld is geweest. Naar mijn mening hadden wij ook daar kennis van
kunnen nemen, want er is ons op gewezen. En wij hebben dat ook gedaan. En ik vind eigenlijk
datgene wat we in twee sessies hebben bereikt, dat dat in ieder geval een duidelijke versterking van de
rol van de raad is wat betreft deze drie verordeningen en ik denk dat wij in ieder geval daar tevreden