Tanheelkundig
Instituut
Dentroform
DE VOLGENDE OORLOG.
Uitgave: DRUKKERIJ SMIT N.V., SOESTDIJK, Van Weedestraat 35, Telefoon 2566.
Soest
De verschillende Geestesstroo-
mingen op het wereldterrein in
dezen tijd.
De Donau-Monarchie
Sneeuw.
waarin opgenomen „De Nieuwe Soester", „De Soester Post", „Huis aan Huls" en Soester Advertentieblad",
ADVERTENTIEPRIJS:
van 1—5 regels i 0.75. Elke regel meer 15 cent. Advertentie s tusschen de tekst dubbel tariet.
Bij contract belangrijke korting.
Advertentie s worden in beide bladen opgenomen.
UITGAVE van:
„DE SOESTER COURANT", Algemeen Weekblad en „SOESTER NIEUWSBLAD", Algemeen
Christelijk Weekblad.
ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 50 ct., franco per post 65 ct., 171/, et per maand,
16e JAARGANG.
VriJJag 12 Maart 1937.
No. 10.
Wat Spanje ons leert. En wat Abessinië !~erde
Het luchtwapen overschat.
Tegen de gewoonte in, willen we deze
week een kort artikel schrijven in aanslui
ting op onze bijdrage van de vorige week.
En wel, omdat een zoo merkwaardig en des
kundig getuigenis onze zienswijze is komen
bevestigen. In enkele groote bladen n.1. von
den we het verslag van een lezing, welke
de Duitsche generaal Von Kabisch onlangs
voor officieren van de 22e divisie te Keulen
over de „moderne strategie" heeft gehouden.
Von Kabisch wordt gerekend tot de leiden
de militaire theoretici in Duitschland, wiens
ideeën ongetwijfeld in overeenstemming kun
nen worden geacht met die van de Duit
sche generale staf.
Generaal Von Kabisch ziet in het lucht
wapen geen beslissenden factor in een mo
dernen oorlog. Volgens den Duitscher zou
het zeer gevaarlijk zijn, de vijandelijkheden
te openen met een aanval met de geheele
luchtmacht op het vijandelijke land. De ver.
liezen zouden in dat geval zoo groot zijn,
indien er althans bij den vijand een behoor
lijke luchtafweer bestaat, dat men die niet
meer zou kunnen vergoeden.
Eën andere moderne opvatting, die gene
raal Von Kabisch verwerpt, is de vrij alge
meen aanvaarde stelling, dat de toekomstige
oorlog zal worden gewonnen dank zij het
overrompelende binnendringen van een arn-
tal speciaal gemotoriseerde en gemechani
seerde divisies, die trachten de zenuwcentra
van den vijand te vernietigen. De massa-aan
val van de infanterie en de artillerie zullen
volgens Von Kabisch ook in een volgenden
oorlog de beslissing brengen. De luchtmacht
tal tesamen met speciale divisies, deze hoofd
macht slechts ondersteunen en de trefkracht
ervan uitbreiden. Zij zal de verbindingen
van het vijandelijk front met de achterhoede
vernietigen en de burgerbevolking demora
liseer en.
Het komt dóarop neer: de volgende oor
log zal worden gevoerd met de machten
en de wapenen, welke we uit den oorlog
van 19141918 kennen, zij het geperfec-
lionneerde wapenen. De luchtstrijdkrachten
tullen steunend, zijn, geenszins beslissend.
Uit den oorlog 19141918 weten we, dat
vliegtochten, voor zoover die zich diep over
vijandelijk gebied uitstrekten, door een poel
van shrapnelvuur moesten worden volbracht.
De vlieg machines hebben meerdere snelheid
gekregen, maar haar kwetsbaarheid is zeker
niet verminderd. Daartegenover staat, dat het
afweergeschut buitengewoon is geperfection-
neerd en zoo óók de apparatuur, welke de
nadering, vlieghoogte enz. van vijandelijke
vliegtuigen vaststelt.
In Spanje blijken de verliezen aan lucht
strijdkrachten wederzijds enorm te we
ten, Raids naar ver achter het front ge
legen gebieden hebben dan ook zoo goed
ais niet meer plaats; de eskaders stijgen nog
slechts op om vlaic vóór de eerste eigen li
nies gelegen vijandelijke doelpunten te bom
bardeeren of te verkennen, meestal tegelijk
met aanvallen van de infanterie en de gemo
toriseerde colonnes.
Nógmaalswe willen met dat alles niet
zeggen, dat een volgende oorlog niet wreed
en bloedig zal rijn, maar bedoelen slechts
op te komen tegen de populair geworden
voorstelling van zaken, als zou een aanval
tegen ons land zich inzetten met de over-
Bchaduwing van ons gebied door wolken
vliegmachines, die gassen uitlaten en bom
men laten vallen, waarmee alle leven in on
ze lage landen zou zijn geweken.
Tegenover de leering van Spanje staat de
leering van Abessinië. Een onverdachte ge
tuige als Dr. Winckel, die deel uitmaakte
van de Nederlandsche Roode Kruis-ambulan-
ce, heeft in een voordracht voor de Amster-
Üamsche Vereeniging voor Luchtbescherming
gewaagd van de verschrikkelijke uitwerking
'der Italiaansche gasaanvallen op de doodelijk-
verschrikte Ethiopiërs. In Abessinië is het
gas een beslissende factor geweest in den
strijd. Dr. Winckel vertelt:
Die uitwerking was inderdaad verschrik
kelijk! De Ethiopiërs waren opmerkelijk
moedigi fen gehard, en op den duur zouden
zij aan gas .even gewend zijn geraakt als
aan brisante bommen zelfs middelen heb
ben bedacht; om zich ertegen te bescher
men of de gevolgen ervan te beperken.
.Omdat gas nieuwi voor hen was, was het
schrikwekkend en: demoraliseer end, en ik
ben er niet van overtuigd, dat ons eigen
volk onder gelijke omstandigheden gevrij
waard zou blijven van paniek. Op het
©ogenblik heeft ons volk absoluut jreea
voorstelling van den gruwel van deze nieu
we wijze van aanvallen, en geen schijn
van begrip hoe daartegen op te treden.
Het zal een ieder duidelijk zijn, dat de
Volksfronters in Spanje nog fanatieker de
overwinning op de nationalisten wenschen
en omgekeerd! dan de Italianen op de
Ethiopiërs! En toch hebben in Spanje de
luchtaanvallen weinig uitwerking en wordt
er daar geen gas gebruikt. Het „waarom niet"
is daar geen vraag. Wat men elkaar met
immoreele oorlogsmiddelen aandoet, krijgen
partijen in verdubbeld erge mate terug. Een
gasaanval is technisch een kinderspel van
eenvoud maar vernietigend in zijn uitwerking.
Elke partij, hoe zwak ook, kan kinderspel
bedrijven. De Italianen konden de Abessi-
niërs gassen, omdat ze van dit half- of niet
„beschaafde" volk geen contra-gasactie had
den te vreezen!
Wij, Nederlanders blijven den oorlog ver
foeien en zuilen hem nooit begeeren of be
ginnen. Maar juist omdat we er ook geen
siachtoffers van willen zijn mogen we ons
niet weerloozer maken dan de Abessiniërs
het waren. We moeten ons in alle takken van
het krijgsbedrijf naar de mate van onze be-
scheideen middelen bekwamen en ons wa
penen zoo goed als we dat kunnen. En in
middels hopen dat we onze wapenen nooit
zullen behoeven te gebruiken, maar ze ééns
zullen mogen aandragen op den stapel, waar.
op alle volkeren ter wereld ze in vredeszin
zullen neerwerpen voor een grootsch zoen
offer aan de liefde.
Vredebofstr. 9 - Soest
SPREEKUUR MAANDAG-S van 9—12 UUR.
VULLINGEN vanaf f 2.—
GEHEELE GEBITTEN f 30
ALLES INBEGREPEN.
n eer v eri teruggedrongen. De Kerk van
Jezus Christus kon echter die weelde ri?t
dragen en ging heerscken met macht en ge
weld, over de zielen der geloovigen en trok
zelfs ook de wereldmacht aan zich, zoodat
de Staatskerk langzamerhand overging in een
Kerkstaat. Maar door de misbruiken en zon
den, die inslopen begon de Kerk ook hoe
langer hoe meer zijn geestelijke invloed in te
boeten.
Z...
Tweede gedeelte.
Wij doen nu ineens een geweldige sprong
en zien onder de volken opkomen het mach
tige Romeinsch Keizerrijk. Dit was de recht
staat bij uitnemendheid.
De gedachte de wereld van uit één cen
traal punt te regeeren en met geweld te
onderwerpen, komt in vervulling, en de Ro-
meinsche Keizers, omstuwd door hunne schier
onoverwinnelijke legioenen, heerschen met
onbeperkte macht en worden met goddelijke
eere gediend. Alleen te Rome was toen het
oeprste gezag, dat berustte op het Romein-
sche recht, waarin door goddelijke algemeene
genade veel goeds was, maar ook berustend
op louter geweld. Niet liet overwicht van den
geest, maar het overwicht van de wapenen
beslistte.
Het amechtige christenvolk werd verdrukt
en vervold en ten tijde van de wreede keizer
Nero werden zij voor de leeuwen geworpen
en aan pekpalen verbrand als levende fak
kels.
Maar daar kwam een tijd, dat de Geest
zou overwinnen over het geweld; dat de
goddelijke genade zou doorbreken, opdat de
aarde vol zou worden van de kennisse Gods.
Dat was ten tijde van Keizer Constantijn
de Groote, welke vanaf 't jaar 323 alleen-
heerscher werd over -t machtige Romeinsche
Rijk.
De Christelijke godsdienst werd onder de
zen keizer, die christen geworden was, tot
staatsgodsdienst verheven en noemde hij zich*
zelf Bisschop voor de uitwendige belangen
der Kerk. Dat hij nog niet met de heidensche
afgodendienst geheel gebroken had bleek wel
uit de munt, die aan de eene zijde de letters
van den naam Christus en aan de andere
zijde het beeld droeg van den zonnegod!.,
met het opschrift „Sol Invictus-'.
Het was vanaf dien tijd, dat het Christen
dom met groote sprongen voorwaarts schreed
en de heidensche afgodendienst hoe lang zoo
ANTI-REV. KIESVEREENIG1NG
„NEDERLAND EN ORANJE-'.
Voor de a.s. verkiezingen is het wel goed,
dat wij nog eens kennis nemen van de magi
strale rede welke door den minister president,
Z. Exe. Dr. H. Colijn, is gehouden in de
zitting van de Eerste Kamer van Dinsdag 23
Februari j.1,
WAARDEERINGREEDS NU.
(lste gedeelte.)
Mijnheer de Voorzitter. Wanneer ik een
algemeene karakteristiek mag geven van het
debat bij gelegenheid van de algemeene be
schouwingen aan het einde van deze vier
jarige periode, dan geloof ik, dat ik mag
zeggen, dat de besprekingen voor een zeer
belangrijk deel langs het Kabinet zijn heen
gegaan.
Er is in deze Kamer slechts weinig critiek
geoefend op het beleid van de Regeering in
de afgeloopen periode en die is gekomen van
de beide socialistische groepen in deze Kamer;
De Nationaal Socialisten en de gewone So
cialisten. Natuurlijk hebben ook andere spre.
kers hier en daar wel laten doorschemeren,
dat zij niet in alle onderdeelen met het beleid
van het Kabinet instemden, sommige dingen
gaarne anders gezien zouden hebben, maar
over het algeheel is toch van de zijde van
die sprekers waardeering uitgesproken over
het beleid van het Kabinet. Voor dit oordeel
reeds nu uitgesproken, is het Kabinet erkente.
lijk. Ik leg daarbij eenigen nadruk op de
woorden „Reeds nu-', want de Regeering,
hoewel zelf overtuigd, dat de geschiedenis dit
oordeel rechtvaardigen zal, is toch wel bewust
van het feit, dat eerst jaren later een defini
tief oordeel over het gevoerde beleid moge
lijk zal zijn. Wij staan nu nog te dicht bij
de gebeurtenissen en wij zijn nog te zeer
onder den invloed van bepaalde handeling-en
om de definitieve waarde daarvan reeds nn
te kunnen vaststellen. Ik denk daarbij b.v
aan de gevolgde politiek van aanpas ing en
aan het verlaten van den gouden standaard.
Onmiskenbaar hebben beide elementen, ifi
directen onderlingen samenhang, eenige ver
lichting gebracht in den toestand van ons
bedrijfsleven. Er is samenhang tusschen die
twee, want wanneer men rond ziet naar lan
den, waar men alleen gedevalueerd heeft en
niet aangepast, dan komt men tot de over-
tudging, dat de in Nederland gevolgde met
hode verre de voorkeur verdient.
J Ik zal daarop niet diep ingaan, omdat het
J niet voegzaam is van de Regeerings-tafel veel
te spreken over hetgeen in andere landen ge
schiedt. Maar ik mag er toch wel aan her
inneren, dat een paar dagen geleden de Mi
nister-President in Frankrijk een rede heeft
gehouden, waaruit zeer duidelijk blijkt, dat
waar aanpassing en devaluatie niet zijn sa
mengegaan, waar men alleen gedevalueerd
heeft zonder aanpassing, men op het oogen-
blik verplicht is, zooals men het noemt,
„een pauze-in het leven te roepen-
Ik herhaal nog eens wat ik een oogenblik
geleden heb gezegd, dat het moeilijk is om te
voorspellen, hoe het verdere verloop zal zijn
en met name wat de uiteindelijke gevolgen
van het verlaten van den gouden standaard,
waartoe de Regeering ten slotte gedwongen
is geworden zullen zijn.
Intusschen, Mijnheer de Voorzitter, heeft
de Regeering bijzondere waardeering voor het
feit, dat verschillende sprekers hun justam ming
met het beleid van het Kabinet hebben uit
gesproken, omdat daardoor blijkt, dat de
overwegingen, die de algemeene richting van
het Regeeringsbeleid bepaald hebben, door
een groot deel van deze Kamer worden on
derschreven. En daarom dunkt mij, gaat het
op dit oogenblik; de rest zal de geschiedenis
uitmaken.
CRITIEK DER S.D.A.P.
Van de twee critici, die het beleid van de
Regeering hebben afgekeurd, is er een ge
weest, de heer Mendels, die niet zonder waar
deering was, want ik heb genoteerd, dat hij
althans een goed testimonium aan het Ka
binet heeft gegeven over den ijver, het ge-
Dal heb ik neusch
rüel meer nood
die soep is al qenoe
gepeperd
Bij de talloos vele zaken,
Die de soep gepeperd maken.
Komt nóg een ingrediënt:
Een gevaarlijk element.
Voor Europa's rust en vrede,
Brengt dat weer gevaren mede,
"t Geen, bij alle andere last,
Haar wel >t allerminst© past.
Men ziet er den wensch herleven.
't Land een koning weer te geven
Samen met >t Hongaarsche land,
In een nieuw,' hersteld verband.
Maar de woelige Hongaren,
Voelden in den loop der jaren
Kooit een greintje sympathie
Voor herstel der monarchie.
Eenmaal uit de rij gestooten
Van de Europeesche Grooten,
Was het arme Oostenrijk
Een ontredderd schip gelijk,
't Bleef inwendig woelen, gisten,
Met z-n onderlinge twisten-
En de druk van buiten af,
Die het ook veel zorgen gaf.
Ook de Groote Mogendheden,
Zijn niet algemeen tevreden
Met een jonge vorstenzoon
Op den Oostenrijkschen troon.
Zoo wekt deze kleine natie,
Nu en dan weer eens sensatie,
En moeder Europa vindt
Het nog steeds haar zorgenkind
Maart heeft zich geducht doen gelden.
Toonde weer haar ruwen aard.
Want aan »t einde van den winter,
Roerde Maart geducht haar staart
Zondagochtend, witte wereld,
Hier en daar een beetje nat.
Maandagmorgen zag 'k bij 't opstaan,
Dat het wit „gewitseld-* had.
Dinsdag kwam pas de ontknooping.
Daar een sneeuw-wit sneeuwtapijt,
Zich, ondaks de komst der Lente,
Over d- aard had uitgespreid,
•t Is een lust voor onze oogen,
Alles hult in wit gewaad.
•t Lijkt alsof de heele wereld,
Slechts uit zuiverheid bestaat.
,,WIT-', 't symbool van reine onschukV
Houdt de aarde voor ons schuil
Als de dooi de sneeuw doet smelten,
Geeft z' er modder voor in ruil!
•t Gaat ermee, als met de sluier,
Die de menschheid camoul.ecrt
Als het masker wordt verwijderd,
Ziet Ge, wat er aan mankeert.
»t Gaat met ons, als met het sneeuw_more
Dat „de aard-' verborgen heeft,
Want, de mensch verschuilt zoo gaarne:
Datwat binnen in hem leeft!
E._
drag en de toewijding van de leden van het
Kabinet. Alleen toen de geachte afgevaar-a
digde toekwam aan de beoordeeling van heC
beleid en het doorzicht van het Kabinet,
kwam de critiek naar voren. In doorzicht cu
beleid zou het Kabinet zijn tekort geschotenj
de door het Kabinet gestelde diagnose was
verkeerd en natuurlijk, als uitvloeisel daarvan,
was de therapie, die bij die diagnose behoort,
eveneens verkeerd. Ik geloof, dat het betoog,
van den geachten afgevaardigde, niet i allo
deelen gelukkig was.
Ik ga nu niet in misschien doet dat de
Minister ©-an Financiën op de beschouwin
gen van den geachten afgevaardigde in ver
band met den goudvoorraad van de Neder
landsche Bank. Ik moge alleen mijn twijfel er
over uitspreken, of hij zich daarmede een
testimonium heeft gegeven van geschiktheid
voor het presidium van do Nederlandscha
Bank, maar ook de grondgedachte van den
geachten afgevaardigde lijkt mij onjuist. Ik
meen zelfs te mogen zeggen, dat het precies
andersom is, als de geachte afgevaardigde
gesteld heeft.
Immers hij heeft gezegd: uw fout was,
dat gij de ziekta van ons economisch leven
niet dadelijk onderkend hebt als van struo*
tureelen aard te zijn; dat deden wij, de So-«
ciaal democraten wel, maar gij niet. Nu heb
ik van die stelling wel eenigszins verwonderd
opgezien, want dat mag ik wel zeggen, dat
ik waarschijnlijk de eerste Nederlander ben
gewieest, die, althans in het openbaar, do
stelling heeft verkondigd, dat wij groote struc*
turecle veranderingen in ons economisch le
ven hadden te verwachten. Ik heb dit reeds
gedaan in 1922 en later nog herhaalde malei»,
ook toen ik niet achter de regeerings*afel
stond. Daarentegen is het juist de Sociaal-*
democratie geweest, die zelfs in 1931 op
straffe wijze de theorie verkondigde, dat wij
slechts te doen hadden met een conjuuo
tureele crisis. En zelfs waren er in dien kring
profeten, die in 1931 geprofeteerd hebben,
dat wiji n 1932 in het midden van 1932 werd
er zelfs bijgezegd, het dieptepunt der crisis
zouden hebben bereikt.
De waarheid is natuurlijk, dat beide ele*
menten in het crisisverschijnsel aanwezig wa
ren. De veelvuldig voorkomende conjunctuur*
daling, na een hause-periode, heeft zich ook
nu voorgedaan. Maar voor ons land heeft
zich vooral niet minder doen gelden de terug
slag der handelsbelemmeringen op onzen uiu
voer en de daarmee samenhangende wijzi*
ging van de productiefactoren in het bulten*
land, waardoor onze economische positie in
derdaad structureel werd aangetast.
Ik behoef niet veel ter adstructie hiervoor
aan te voeren, het is voldoende, wanneer ik
met een kort woord wijs op de verminderd©
mogelijkheden van afzet onzer bodemproduc*
ten en op het uitvallen van allerlei moge»
lijkheden voor onzen industrieelen uitvoer.
Men denke maar eens aan de positie in
Twente, dat zijn groote markt in Indië zag
teloor gaan ten gevolge van de zooveel goed*
koopere Japansche producten, die de Ne*
derlandsche producten daar van de markt
verdrongen. Ik meen dus te mogen volhouden'
tegenover den geachten afgevaardigde, da|
de Regeering niet gefaald heeft in het stelle#
van de diagnose en dat de therapie, die b|
die diagnose behoorde, juist is geweest,