I Spinnen zijn de grootste kunstenaars der dierenwereld Spinnen als bouwmeesters De sterkte der spindraden DE SPIN EN HAAR WEB De meeste menschen tieoben een af schuw van spinnen. Alleen al door haar uiterlijk het donkere lijf, de naar ver houding reusachtige pooten en de nietige top boezemen zij ons afschuw in. Bo vendien verbergen de spinnen, die in de nabijheid der menschen leven, zich in don kere hoeken en schijnen liefhebbers van vuil en stof te zijn. Het monsterlijke uiterlijk der spinnen kwetst ons aestetisch gevoel en hun levens wijze is voor ons een mysterie. Daarom is het begrijpelijk, dat de menschen zich niet zoo in het leven der spinnen hebben ver diept, als bijvoorbeeld het geval was met de ons meer sympathieke bijen en mieren. Als we echter trachten dit gevoel van afschuw te overwinnen, dan zullen we de spinnen zoo al niet mooi, dan toch zeker interessant vinden. V/ie goed oplet zal bemerken, dat de spinnen de ergste bandieten en avontu riers van het dierenrijk zijn. Ze overweldi gen hun prooi niet door kracht, noch in openlijken strijd, maar ze maken hun slachtoffers meestal met eindeloos geduld door list weerloos. Eenige soorten echter gebruiken hun giftige angel om hun prooi de doodsteek loe te brengen. De natuur stelt ons in de spin het voor beeld van een zwak schepsel, dat zich door kalmte en list tegenover vele sterkere, doch meer zorgeloos levende medeschep- leien weet te handhaven. Haar lichaam en haar levenswijze stellen Je spin in staat de zege te behalen over beel sterker tegenstanders. Het merkwaardigste deel van de spin ^ijn de spinklieren. Het kopborststuk en ket achterlijf zijn ongeleed en zitten met ten dunnen steel aan elkaar vast. Uit deze Spinklieren, die zich in het achterlijf be- Vinden, wordt een vocht gedrukt, dat in de buitenlucht tot een taaie, sterke draad Verhardt. Aan de buikzijde bevinden zich Benige kleine verhevenheden, waaruit het vocht naar buiten komt. Dit vocht komt uit Uiterst fijne spinbuisjes. Wil nu de spin baar web gaan weven, dan drukt zy haar achterlijf ergens tegenaan, waardoor een kleine hoeveelheid vocht naar buiten hreedt, en doordat dit onmiddellijk in de lucht verhardt, aan het voorwerp vastzit, dit is dus eigenlijk 't beginpunt. De spin, die nu wegloopt of zich naar beneden laat vallen, maakt van de uiterst fijne draadjes, flie te voorschijn komen een stevige draad. Zij maakt hiervan niet alleen een web, inaar ook een zakje, waarin de eieren wor den gelegd. Het web dient over het algemeen om er fle prooi in te vangen. Toch maken niet Mie spinnen een web, sommige soorten vangen hun slachtoffers door bespringing of achtervolging. De netten zijn zeer verschillend van vorm. Het meest bekend zijn wel de zak- vormige, de trechtervormige en de wiel- vormige. De spinnen zijn echte roovers, die zich niet alleen met kleine en groote insecten voeden, maar waarvan sommige soorten zelfs op hun tijd graag een kleine vogel verschalken. Evenzoo loert de waterspin vaak op kleine, zilverachtige vischjes. De- te waterspinnen hebben dikwijls de mooi ste kleuren, zij leven het meest in ondiepe ilooten, en als men geduldig genoeg is kan men zoo'n vangst wel eens waarnemen. Laat men zich aan den oever van een iloot neer, zonder onverwachte bewegin gen te maken, dan kan het gebeuren, dat nen opeens een groote waterspin naar den tant ziet zwemmen met een van die klei ne vischjes op den rug. Het kleine vischje spartelt natuurlijk erg tegen, maar er is niets aan te doen, het moet mee, hoe groot zijn tegenstand ook is. De visch tracht met haar miniatuurstaartje zich los te wringen, fnaar hoe zij zich ook wringt, de spin sluit baar klauwen zoo vast om haar heen, dat »r geen ontkomen aan is. Hieruit blijkt levens, dat de spinnen, welke soort men »ok neemt, over geweldige kracht beschik ken, in aanmerking genomen hun geringe M"ootte. een spin zoo groot werd ais een meuken en haar krachten in evenredigheid met den lichamelijken groei toenamen, dan zou zij gemakkelijk een normaal huis kun nen optillen. Een bewijs hiervan kwam nog niet zoo lang geleden uit den Londenschen dieren tuin, waar twee vogel etende spinnen een poging hadden gedaan om uit te breken, en hierin inderdaad slaagden. De verblijf plaats van deze spinnen was van boven afgedekt door een stevigen glazen plaat van ongeveer twee pond. Met haar tweeën hebben de spinnen de plaat opgetild, ter wijl ze bovendien nog maar een zeer be trekkelijk houvast hadden aan de verticale glazen wanden van haar woning, wat na tuurlijk het oplichten van de glazen plaat nog moeilijker maakte. Een normale spin kan een groote brom vlieg, die driemaal zoo groot is als de spin zelf, wegsleepen. Het is eigenlijk nog maar een kleinigheid bij wat sommige andere spinnen vermogen. Een groote boschspin kan zelfs torren en kevers op haar rug nemen en zoo zoekt zij haar huisje op, waar zij zich voorbereidt op haar middagmaal. Bij de spinnen zijn de wijfjes veel groo- ter dan de mannetjes, terwijl zij ook geen web maken, De mannetjes zijn over 't al gemeen niet in staat zelf voor hun levens onderhoud te zorgen en leven van hetgeen het vrouwtje overlaat, of zij overvallen de slachtoffers, die in een web terecht komen, dat het vrouwtje niet meer gebruikt. Heel vaak komt het echter voor, dat het vrouw tje haar mannetje na de paring opeet. De meeste spinsoorten leggen eieren, waaruit jongen kruipen, die na eenige ma len vervellen de volwassen gedaante heb ben bereikt. Enkele soorten echter bren gen levende jongen voort, met name de schorpioen. Verschillende soorten wikkelen hun eie ren in zijdeachtige omhulsels. Komen de eieren eenmaal uit, dan blijft het wijfje voor de jongen zorgen en draagt ze vaak op haar rug overal met zich mee. Zoolang de wereld bestaat, bestaan ook reeds de spinnen, men heeft ze in de ver schillende lagen der aarde gevonden. Men kent vertegenwoordigers der schorpioenen uit het Siluur; de echte spinnen leefden reeds in het Carboon, terwijl uit het ter tiaire tijdvak een groot aantal soorten be kend zijn, waarmede vele thans nog le vende geslachten verwant zijn. De meeste bekende soorten zijn de hula- spin, de kruisspin, de vogelspin en de oeverspin. Deze laatste is zeer langwerpig van vorm en maakt haar wielvormig web tusechen gras en biezen, in tuinen en moe rassen. Dan Is nog bekend de krabspin, die vooral in haar bewegingen aan een krab doet denken. Dese maakt geen web, spint echter wel draden, waaraan zteh laat zakken en die verder los in de lueht «we ven, onder welken vorm wij ze kennen als herfstdraden. In de tuinen komt vrij alge meen de weefspin voor, die met onregel matige draden de bladeren van de boomen en struiken aan elkaar spmt, terwijl de insecten die in dit spinsel blijven hangen, haar tot voedsel dienen. In Italië leeft een spin. waarvan men in spinnen noodig, voor het maken van een japon meer dan 5000. Daarom werd nu de zijde der spinnen uitsluitend voor weten schappelijke doeleinden gebruikt. Madagascar is met recht het dorado voor spinnen. De z.g. wielspinnen op Madagas car bouwen de mooiste en meest typische webben. Deze zijn zeer taai en houden ja renlang stand. Dikwijls wonen grootouders, ouders en kinderen in hetzelfde miniatuur huisje. De wielspinnen van Madagascar we ven webben met een omvang van meer dan twee meter. Zij hebben den vorm van een wiel, vandaar de benaming wielspin nen. De mannetjes zijn bijzonder klein, en zijn zich meestal van hun zwakte bewust. De wijfjes voeren de boventoon in huis en houden de woning zindelijk. Ook hier eten de wijfjes de mannetjes na de paring op, ook al is de provisiekast goed gevuld Van de vogelspinnen, leven de kleinere in tropisch Zuid-Amerika, de grootere op Java en Sumatra. Het zijn nachtdieren. Overdag verschuilen zij zich in aardholen, die de wijfjes met haar pooten uitgraven. Voelt de vogelspin, dat zij wordt achter volgd, dan trekt zij zich de haren uit. Deze dringen in het ademhalingsorgaan van den ten wel niet met huid en haar opeten, doch wel het bloed uit het spinnelichaam zui gen. Doch de natuur, die zelf voor het even wicht zorgt, weet uitsterving door vernie tiging van een soort te voorkomen, want in haar korte leventje leggen de spinnen hon derden eieren. de Middeleeuwen vertelde, dat haar beet giftig was en allerlei ziekteverschijnselen veroorzaakte. Iemand, die door de Taran- tella gebeten was, zou allerlei dwaze geba ren gaan maken ,zmgen en dansen, lachen en huilen, ja, er zijn er die hartkloppingen en rillingen krijgen. Vroeger ging men in zoo'n geval op een of ander muziekinstru ment spelen, hierdoor ging het slachtoffer dansen, totdat hij, sterk zweetend, uitgeput ineen zakte om dan geheel genezen weer bij te komen. Doch wetenschappelijke on derzoekingen hebben aangetoond, dat dit alles maar vertelsels zijn. Wel geven de beten zwellingen en jeukingen, doch van ziekteverschijnselen als bovengenoemd is niets bekend. Vele volkeren beschouwen de spin als weervoorspelster. Als het minder mooi weer wordt, wanneer we regen, wind of onweer krijgen, dan maken de spinnen de draden, waaraan het web hangt, buitengewoon kort, zijn deze draden bijzonder lang, dan kan men er van verzekerd zijn, dat het langen tijd goed weer blijft. In regenachtig weer zijn de spinnen lui; ziet men ze in een re genbui druk in de weer, dan kan men op een mooie dag rekenen! Twee eeuwen geleden dacht men er in Frankrijk over, de zijde der spinnen te gaan bewerken. Niet het gebruikte mate riaal van de webben, maar de lange span draden. Het gelukte op deze manier vol doende materiaal te verzamelen voor het maken van kousen en handschoenen. In 1710 wist men hiervoor de Parijsche Aca demie te interesseeren. Maar de onderzoe kingen van Reamur wezen uit, dat de zijde der spinnen een minder goed materiaal was, dan die der zijderupsen. Bovendien kon men de spinnen niet als de zijderup sen telen en het verkregen materiaal was veel moeilijker te verwerken. In de vorige eeiiw heeft een Amerikaansche dokter, Wilder genaamd, dezelfde proeven geno men. Hij wilde niet de gesponnen draden gebruiken, doch dadelijk vanuit de spin klieren van het dier de draden winnen. Doch het bleek al spoedig, dat dit niet loo- nend was, omdat een spin slechts een kor te draad leverde, niet meer dan 0.06 gram per dier. Voor een meter had men dus 450 BIJ DE ILLUSTRATIES: Links boven: De kleine spin weeft in de ochtendzon haar paarlenweb. Midden* Het instinct der spin, Geen oogenblik ver laat ie de buidel, waarin zij haar eieren heeft gelegd. Lintei Nachtelijk juweliers werk van de spin Araneus Trtfoleum. Reebést Een jpttirite «wewn web gtimtotwd ln de aopnesebfln. 1 achtervolger, b.v. een kleme muis en het dier sterft, doordat 't geen lucht kan krij gen. In dit „zich de haren uittrekken" be staat het gevaar van de vogelspin. De vrouwelijke vogelspin is de meest zorgzame moeder in de geheele insecten wereld. In haar cocon bewaart zij honder den eieren. Zij legt ze op een veilige plaats. Vermoedt zij echter onraad, dan sleept zij haar eieren mee, ofwel, doch dit alleen in het uiterste geval, zij verorbert ze. De spinnen zijn ware roofdieren, het geen men trouwens reeds bemerkt, als men slechts enkele minuten een spinneweb bekijkt. Doch ook de spinnen zelf zijn ar me vervolgden. Daar zijn eerstens de sluip wespen, die zonder medelijden in de spm- necocons dringen en de eieren weghalen. Ook zijn deze wespen dol op spinnenbloed. Voorts zijn kleine vogels bekwame spin nen jagers. In warme landen staan de spin nen zelfs op het menu van slangen en apen. En tenslotte leven er in de spinnen- wereld nog parasieten, die hun soortgenoo- NAAR HET HART VAN AFRIKA. .In Egypte volgt men met groote be langstelling en niet zonder eenige ongerust heid de plannen van Umberto Monterin, ai- recteur van het meteorologisch observato rium van Monte Rosa, die een oude kara vaanweg tot in het hart van Centraal Afri ka wil doortrekken. Deze weg moet 1250 mijl lang worden; hij zal in Bengasi begin nen, via Gialo naar de oase Koefra loopen en dan over de Italiaansch-Libysche grens naar Tecro en vandaar naar Fransch Equa toriaal Afrika. Deze weg zou een verbin ding tot stand brengen met het rijke ge bied van het Tsjaadmeer, waar niet alleen ivoor en mineralen worden gevonden, doch waar tevens geweldige kudden weiden en een uitstekende basis bestaat voor het stichten van struisvogelfarms. De ontwor pen weg zou de kortste en meest economi sche rechtstreeksche verbinding tusschen Italië en Centraal-Afrika zijn; slechts het laatste deel zou onder gemeenschappelijke controle met Frankrijk behoeven te staan. MEESTERS IN HET VAK. De Fransche justitie heeft een hooge be looning uitgeloofd voor dengeen die aan wijzingen kan verschaffen, welke zullen leiden tot ontmaskering van een valsche muntersbende, die sinds eenigen tijd een ware nachtmerrie voor de Fransche regee ring en de Fransche schatkist is. Men moet hier te doen hebben met een geheimzinnige fabriek, waarin hoofdzakelijk Fransche staatspapieren worden vervalscht en wel in een zoodanige graad van volmaaktheid, dat zelfs de experts de vervalschingen slechts met de allerbeste microscopen kun nen ontdekken. Teneinde een paniek on der het pubhek te voorkomen, heeft men tot dusverre deze vervalschingen zooveel mogelijk geheim gehouden, maar toch is reeds uitgelekt, dat met behulp van deze vervalschte papieren in enkele dagen tijds ongeveer 40 millioen francs geincasseerd konden worden, eer de vervalschingen wer den ontdekt.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1937 | | pagina 4