OPRUIMING
KRAKELINGEN.
SPONSEN
ZEEMEN
Drogisterij ,,'t Centrum"
Wies Weyts
nog veel koopjes in
Zomerstoffen en mode
artikelen.
WIERSEMA
Stoomen en Verven.
M.
een groot genoegen U te kennén verzekeren
dat hier aantreft een uitstekend corps amb
tenaren, waarrop de gemeente Soest txotsch
kan zijn. Dank zij hun toewijding en groote
werkkracht worden alle toenemende werk
zaamheden vlot en op tijd in deze groeiende
gemeente verricht.
Zij zien Uw komst met vreugde en spre
ken een hartelijk welkom voor U en Uw ge
zin uit.
Als een bewijs van groei onzer gemeente
verte! ik U, dat het aantal inwoners op i
Januari j.1 bedroeg 17002, en op 1 Juli j.1.
«73 ->o
Mijnheer de Burgemeester,
Hei is onze oprechte wensch, dat met
hulp Uw bestuur zegenrijk zijn mag,
en dat U bij Uwen arbeid in het belang van
de gemeente Soest en hare burgerij, bevre
diging moge vinden.
Veroorloof mij thans U te sieren met het
teeken van Uwe waardigheid, den ambtsl-
ke- n. waarbij ik U verklaar te zijn geïnstal
leerd als Voorzitter van onzen Raad.
Na deze rede, deed spr. de ambtsketen af
en legde deze Burgemeester Visser om de
schouders.
1 hans H. H. Raadsleden, zoo vervolgde
sur. stel ik U voor Uwen nieuwen Voorzitter,
Burgemeester Mr. W. A. J. Visser.
Na een voorstellen der raadsleden, nam
de Burgemeester plaats in den voorzitters
zetel en vroeg of er nog iemand het woord
verlangde.
De heer Endendijk sprak daarop namens
de raad als volgt:
Apotheker-assistente
Bij het Postkantoor - Soest
Drogerijen, Chemicaliën, verpakte
Geneesmiddelen enz.
j Bprekingeneen waardevol middel
zijn om te-
Rede van den
Heer Endendijk.
Mijnheer de Voorzitter,
Namens den raad is mij de vereerende taak
opgedragen U, namens hen, te feliciteeren met
Uw benoeming als Burgemeester onzer ge
meente en U en Mevrouw met Uw kind har
telijk welkom te heeten onder ons.
Ik doe dat gaarne, in de vaste overtuiging,
dat de mogelijkheid aanwezig is, dat voor
Minister der Kroon, Die deze benoeming met
Zijne verantwoordelijkheid heeft kunnne dek.
ken.
Ik wil hier gaarne de verzekering geven,
dat ik er steeds met inzetting van mijn gan
sche persoonlijkheid naar zal streven, het al
dus in mij gestelde vertrouwen niet te be
schamen.
Met groote belangstelling, Mijnheer de Lo
co-Burgemeester heb ik geluisterd naar de
vriendelijke woorden, waarmede gij mij hier
als Voorzitter van dezen Raad hebt willen
installeeren. Ik heb daarin beluisterd gedach
ten die dieper grijpen dan louter, dan alleen
formeele woorden van welkom. Ik heb daar
in beluisterd een welgemeend aanbod tot
loyale samenwerkingi hetwelk gij mij mede
namens den Raad deed; ik kan U, ten ant
woord de verzekering geven, dat zulks niet
aan doovemans ooren is geschied, dat ik er,
voor zoover dat van mij afhangt, steeds ern
stig naar zal streven, een goede en vriend
schappelijke samenwerking en ik denk
mij den kring hierbij zeer ruim met ver
schillende colleges en personen te handha
ven en te bevorderen.
Waar ik thans in het algemeen gerech
tigd ben om namens de gemeente Soest te
spreken, wil ik niet nalaten om U, Mijnheer
de Loco-Burgemeester, dank te betuigen voor
O '.1 Ij, UtlL V VJVJ L 1
U als Burgemeester maar ook voor Uw ge- «mvangnjken arbeld- welken gy tijdens
ge
zin, Soest veel zal kunnen geven, wat aan
genaam is, ook al zullen zich wel eens moei
lijkheden voordoen.
Soest-Soestdijk is altijd een plaats geweest
overal in het land bekend, inzonderheid den
ïaatsten tijd, niet het minst door het feit, dat
wij het voorrecht hebben, dat het Prinselijk
Paar in onze onmiddellijke omgeving resideert,
en bovendien, door de geografische ligging,
met een natuurschoon, zooals weinig andere
gemeenten zouden kunnen aanwijzen,
j Soest heeft zijn stuifzand en polderland,
Zijn heide en weiden, zijn heuvelen en dalen,
en nier te vergeten zijn prachtige Eng, een
schoonheid, die bij kennisneming daarvan in
details door U zeker zal worden gewaardeerd.
U zult hier vinden een sympathieke bevol-
king, die in het algemeen aanhankelijk en
Waardeerend is jegonc ovorkoUio,.
U zult U omringd zien door een corps
ambtenaren, dat bij waardeering voor zijn
werk, en onder goede leiding, voor U zal
blijken te zijn voor het overgroote deel, te
behooren tot de eerste krachten.
U zult hier vinden een raad
Ja! Mijnheer de Voorzitter, wat zal ik daar
ran zeggen
Hij heeft een naam in het land, en zeker
ook U bekend, waarop hij niet trotsch kan
Eijn doordat hij meermalen door den evenaar
slaat, en allerlei kenmerken vertoont, dat er
aan zijn opvoeding als zoodanig zeer veel
heeft ontbroken met het gevolg, dat hij zich
soms gedraagt als een moeilijk kind.
Een zielkundige verklaring daarvan zou wel
ie geven zijn, maar is hier niet op haar plaats.
Evenwel, één factor is aanwezig, die toch
«vel goede hope geeft voor de toekomst n.1.
lat de raad zelve niet bevredigd is met dien
toestand zoodat bij elke groep was te con-
stateeren een uitzien, een verlangen naar ie
mand, die hen met vaste hand zou leiden,
en met een blijkbare voldoening werd ken
nis genomen van Uwe benoeming, omdat men
meende gegronde hope te hebben, dat U die
eave niet ontbreekt.
Ik kan U de verzekering geven, en stel
er prijs op dit in het openbaar uit te spreken,
dat het is van recenten datum, dat het ernstig
voornemen aanwezig is, om bij alle verschil
van inzicht en richting, onder Uwe leiding de
gemeentebelangen te dienen, in de vaste ver
wachting, dat door U met strenge handhaving
van gezag, juist de vrijheid zal worden ge
diend.
Van harte hopen wij, dat het U gegeven
zal zijn, dat de toepassing van Uw paeda-
gogische talenten het resultaat voor Soest zal
hebben, dat beleid en beheer in overeenstem-
lemming zullen zijn met het vele mooie en
^aede onzer gemeente, en U de voldoening
•uit mogen smaken, en met Uw gezin daarin
genieten, dat het U gelukken mag, onder
Gods onmisbaren zegen de gemeente Soest
geestelijk en stoffelijk tot een hoogere ont
wikkeling te brengen.
Rede van den
Burgemeester.
De Burgemeester nam hierna zelf het woord
kn richtte - zich daarbij tot de Wethouders,
den Raad en de burgerij met de navolgénde
weorden: 1
Mijne Heeren Leden van den Raad,
Bij de aanvaarding van het ambt van Bur
gemeester Uwer gemeente past het mij aller
eerst uiting te geven aan de groote dankbaar
heid, waarmede ik wegens mijne benoeming
tot Burgemeester van Soest vervuld ben.
Het zij mij dan ook vergund vanaf deze
plaats mijn zeer eerbiedigen dank te betuigen
*an H.M. de Koningin, waar het Hare Ma
jesteit behaagd heeft mij als zoodanig te be
noemen, terwijl ik het tevens op prijs stel
|oijn eerbiedigen dank te uiten Jegens den
de vacature in het belang van Soest hebt
verricht. Terstond bij onze eerste kennisma
king reeds heb ik ervaren, hoezeer de ver
schillende problemen en vraagstukken van on
ze gemeente Uw belangstelling hadden, hoe
gaarne gij Uw werkkracht aan deze belan
gen gaaft. Plotseling waart gij tot deze zwa
re taak geroepen. Gij hebt die met eere vol
bracht.
Ik wil mij in dit verband gaarne aanslui
ten bij hetgeen door U is gesproken over de
droeve omstandigheden, waaronder gij die
taak moest opnemen, omstandigheden in zoo
schrille tegenstelling tot de luisterrijke momen-
ten, toen door Soest beleefd en ik wil vanaf
deze plaats nog dank brengen aan mijn over
leden ambts-voórganger voor het goede, door
hem tijdens zijn leven in het belang van zijn
gemeente verricht.
1/C Wij Zo, \v amup g.j, wrgnc
houders en Secretaris, mij tegemoet getreden
zijt van den aanvang van onze kennismaking
af, heb ik zeer gewaardeerd. Zij stemt mij
tevens hoopvol ten opzichte van onze toe
komstige samenwerking. Uw voorlichting kan
ik bij het vervullen van mijn plicht niet ont
beren. Als. mijn medewerkers in 't dagelijksch
bestuur zult gij mij tot grooten steun kunnen
zijn; ik meen te hebben mogen constateeren,
dat gij mij dien steun niet zult onthouden.
Hiervoor mijn dank.
Mijnheer de Secretaris,
Als stille, maar zeer belangrijke raadgever
kunt gij voor mij in mijn werk een persoon
lijkheid van onschatbare waarde zijn, met Uw
kennis van plaatselijke toestanden en omstan
digheden kunt gij mij groote diensten be
wijzen. Ik hoop en vertrouw Mijne Heeren
Wethouders en Secretaris, dat de vriendschap
pelijke band, welke in de gemeente, waar ik
vandaan kom, Burgemeester, Wethouders en
Secretaris hecht bond, spoedig ook hier ge
legd zal zijn ook tusschen ons het bindend
element zal vormen bij onze gemeenschappe
lijke bemoeiingen in het belang van onze
gemeente.
Ook U, Mijne Heeren Leden van den Raad,
treed ik, met de beste voornemens bezield,
tegemoet. Het staat nu eenmaal zoo, dat het
publieke welzijn ten nauwste verbonden, als
ware saamgeweven is met een goede ver
houding tusschen U en inij.
De verscheidenheid van 's Raads samen
stelling behoeft naar mijn opvatting aan een
wezenlijke eenheid absoluut niet in den weg
te staan. De genuanceerde eenheid van de
bloemengaarde strekke ons ten voorbeeld. Al
wil ik mij zelf niet met den hovenier verge
lijken, toch hoop ik, dat gij in mij iemand
zult willen zien, die door weg te nemen dat,
wat in de onderlinge verhoudingen storend
of stootend zou werken, tot plicht heeft naar
synthese te streven, in kalme bedding te
leiden verschillende inzichten, onderscheideal
opvattingen. Uw gevoel voor harmonie zal ik
daarbij moeilijk kunnen missen. Immers eener-
zijds ben ik zelf een zwak en feilbaar mensch
anderzijds is de vorm, waarin gij Uwe ge
dachten giet, van groote beteekenis. Goede
vormen sieren elke vroedschap, zij vergemak
kelijken een zich naderen van elkanders in
zichten, zij zijn een niet te onderschatten fac
tor ten göede bij het dienen van het algemeen
belang. Bij alle verschil van inzicht toch zijn
wij één in, zijn wij gebonden door den eed,
welken wij hebben gezworen, de belofte,
welke wij hebben afgelegd, dat wij de be
langen van onze gemeente Soest met al onze
vermogens zullen voorstaan en bevorderen.
Ik vertrouw, dat gebonden, gedreven door
een esprit de corps wij het houden van dit ons
gegeven woord steeds aan elkander zullen
vergemakkelijken.
Mijn kamer zal voor de Raadsleden steeds
open staan. Naast correcte ambtelijke ver
houdingen toch kunnen vriendschappelijke bt-
zamen het publiek belang te behartigen,
Dat medewerking en voorlichting door mij
6teeds hoog gewaardeerd worden, wil ik hier
ook gaarne tot uitdrukking brengen tegen
over alle ambtenaren, burgerlijke op poliüo-
neele, beambten en werklieden in dienst der
gemeente, van hoog tot laag. Ik doe hierbij
op hen allen een beroep in dezen zin. Ik
moge mij er echter van ontslagen achten zulks
voor eiken tak van dienst afzonderlijk in den
breede te gaan betoogen. Met den één zal
Ik wat meer, met den ander wat minder
In aanraking komen. Moge dit steeds een aan
genaam contact zijn, waardoor wij ons weer
gesterkt voelen tot den arbeid, waartoe wij
In onze diverse functies geroepen zijn.
Ook de pers wil ik gaarne in dit beroep
betrekken. Moge zij zich haar gewichtige
taak van voorlichting steeds bewust zijn en
moge zij aldus haar belangrijken steen bijdra
gen tot het schragen van ons gemeenschaps
gebouw.
Een uitgebreid programma van mijn be
leid kan ik U uiteraard nog niet voorleggen.
Gij zult dat, Mijne Heeren, trouwens ook
niet van mij verwachten. De vraagstukken in
de gemeente Soest zijn mij daarvoor nog te
zeer onbekend. Bovendien zijn de tijden nog
immer zeer donker en is, als ik goed ben
ingelicht, de crisis nog niet uit Soest geweken,
omstandigheden, welke dat beleid natuurlijk
mede sterk beïnvloeden zullen. De staat der
financiën stelt nog steeds hooge eischen aan
het gemeentebeleid. Zoo ergens, dan is be
zonnenheid op dit gebied een eerste voor
een gemeente van een constellatie als Soest,
waarde. Moet aan de eene zijde voor
een geremd financieel beheer van vitaal be
lang geacht wodren, anderzijds zullen de
moeilijke omstandigheden, die ook hier wel
in verschillende gezinnen zullen heerschen,
voorzieningen vergen, welke uiteraard met fi-
nantieele offers gepaard gaan. Naast een stre
ven om de gemeente als plaats van vestiging
voor meer kapitaalkrachtigen zoo aantrekke
lijk mogelijk te maken, zal ook hier de aan
dacht steeds gericht moeten blijven op het
betrachten van sociale rechtvaardigheid, om
aldus een der allerbelangrijkste zedelijke
grondslagen van het overheidsgezag nader te
bevestigen.
Immers dienen van het algemeen belang
omvat tevens schragen van het gezag. Zon
der gezag geen oi'de en zonder orde geen
gezag. Ik zal hier vanmiddag niet nader op
ingaan, ik kan U alleen verklaren, dat de
gezagskwestie mij na aan het hart ligt. Moge
er ook hier tijdens mijn ambtsperiode steeds
gevonden worden het gewenschte evenwicht
tusschen gezag" en vrijheid, moge men steeds
bedenken, dat vrijheid een kostelijk goed is,
dat ons niet in den schoot geworpen wordt,
maar dat wij ons Waardig moeten maken,
waarvoor wij dagelijksch moeten strijden, zoo
als een bekend Duitsch dichter het zegt:
.Mlir ftpr, rorrlioil- I,„li. .„„1 J._ r i.
der tagüch sie eiobern musz
Mogen wij steeds elkander vinden Mijne
Heeren, bij het volbrengen van onzen plicht,
een eersten eisch voor eiken .staatsburger.
Een weg, waarop wij ons voorgegaan we
ten door Haar, Die Neerlands Kroon draagt
bij de Gratie Gods, onze geëerbiedigde Ko
ningin.
Pogen mijn plicht te vervullen tegenover
het Vaderland is Mij in donkere tijden meer
dan ooit een voorrecht en bron van blijd
schap, waar ik Mij gedragen weet door Uwe
trouw en medeleven'' zoo klonk het Ko
ninklijk Woord op 9 September 1933 bij de
huldebetooging in het stadion te Amsterdam,
zoo klinkt het ook heden ten dage nog tot
ons na. c.
Zij dat Koninklijk voorbeeld van plichts
betrachting ons bij voortduring een richt
snoer, zij dat beroep op ons aller trouv
nooit te vergeefs gedaan.
Laten wij als nuchtere Nederlanders eer
lijk en trouw, vastberaden en beleidvol vol
brengen den plicht, waartoe wij ons van
Godswege in Staat en Maatschappij geroe
pen weten, ieder op de plaats, waar hij ge
steld is. Dit geldt voor het groote nationale
verband, dit geldt ook voor ons gemeen
telijk en individueel. Daarbij geniet de Soes-
ter bevolking het groote voorrecht, van zeer
nabij getuige te mogen zijn van het jonge
geluk, dat zoo heerlijk opbloeit in ons al
oud Oranjehuis. Dit bijzondere voorrecht kan
door ons nimmer genoeg gewaardeerd wor
den. Laat het eenerzijds ons nooit doen ver
geten, ons steeds inscherpen de verplichtin
gen der bescheidenheid, maar laat het an
derzijds steeds verdiepen en, zoo mogelijk,
doen groeien onze Oranjetrouw.
En laten wij bij en boven dit alles, voor
dit alles, steeds dankbaar zijn tegenover Hem,
uit Wien en door Wien en tot Wien alle
dingen zijn.
Laten wij bij voortduring Hem, van Wie
het Volk zijn sterkte heeft, bidden ons een
Steun en Staf" te zijn op ons dikwerf zoo
moeilijk levenspad.
Laten wij tegen dien achtergrond onzen
dank, onzen plicht, onze trouw ziende steeds
indachtig blijven, steeds voor oog en houden
de versregels van een onzer groote nationale
dichters, daarin als het ware samen bunde
lend dat, wat aan ons volksleven koers «jn
kracht en waarde geeft:
.,Met hart en mond, met pen en rechter
hand
„Voor God, Oranje en 't Vaderland",
In oma
Soesterb.straat 9a - Tal. 2408
Damas en Heeren kleermakerij
De enthousiaste ontvangst in Soest had spr.
echter zeer getroffen. Spr. hoopte, dat de
Raad en de bevolking den nieuwen Burge
meester in alles tegemoet zou treden en be
sloot met den wensch dat, met God's besten
Zegen, het Mr. Visser gegeven zou zijn tot
heil van de gemeente Soest te arbeiden.
De Burgemeester dankt
De Burgemeester dankte Wethouder Wolt
huis voor de vriendelijke woorden. Spr. ver
zekerde hierbij Avereest nimmer te zullen ver
geten en verzocht den Wethouder de beste;
wenschen aan Avereest over te brengen.
De vergadering werd hierna gesloten,
's Middags werd het festijn voortgezet met
een bloemenhulde en receptie.
Bloemenhulde.
Om half 4 waren duizenden menschen voor
het Gemeentehuis samengestroomd om getuige
te zijn van een kleurrijk schouwspel.
Nadat het Gemeente-bestuur en- de Bur
gemeester met familie per auto waren ge
arriveerd en op het bordes hadden plaats
genomen, kwam de Harmonie aangemarekeerd
zij stelde zich voor het Gemeentehuis op om
voor de muzikale opluistering zorg te dra
gen.
De stoet werd geopend door een versierde
auto en diverse versierde fietsen, waarna de
Vrijwillige Brandweer volgde met een groot
aantal leden in uniform. Vier van de brand
weermannen torstten een geweldig bloem-
stuk; voorstellende een groote brandweerhelm
op een kussen, waarin eenige honderden
bloemen waren verwerkt. Met een toepas
selijke toespraak werd dit fraaie stuk door
den Voorzitter dr. De Vos aangeboden.
Hierna volgde de Vrijwillige Brandweer uit
Soesterberg een deputatie van Soest Vooruit,
van de B.V.L., van de Soester Turnclub, van
«Se Oranje Garde allen met bloemen.
Een aardig schouwspel was het, toen als
slotgroep een aantal kleuters één voor een
een bouquetje. op het bordes neerlegden.
Deze bloemenhulde werd ook zeer door
Burgemeester" op prijs gesteld.
*^t^en"olgenT^mg dë Burgemeester weer naar
om U 'dank' te brengen voor al het goede,
U vriendelijke en hartelijke, dat mijn gezin
vandaag te beurt is gevallen.
Men heeft mij wel eens verweten, dat ik
teveel praat. Als dit zoo is, dan kan ik U ver
zekeren, dat ik nu echter geen woorden kan
vinden om dezen dank te vertolken. Slechts
één woord heb ik hiervoor: overstelpend*
Overstelpend was de hartelijke ontvangst^
overstelpend het enthousiasme der burgerij.
Ik heb' vanmiddag reeds gezegd, dat ik
Uw vriendelijkheid als een vertrouwens-cre-
diet zal beschouwen, ook echter als een op
dracht van de mij opgelegde plichten n.1.
de belangen te behartigen van alle bevolkings
groepen. Zeer ben ik getroffen, dat bij al dil
huldebetoon, alle bevolkingsgroepen deelge
nomen hebben. Hieraan ligt een eenheid ten
grondslag, een eenheid, die niet geforcccerd
is, maar uit de harten der inwoners voort
kwam, omdat zij mij willen helpen, Soest
de plaats te geven in de rij der gemeenschap,
die haar toekomt.
Van dit vertrouwens-credit hoop ik steeds
meer gebruik te mogen maken. Steeds zal
ik meer crediet vragen. Immers de plicht, die
H.M. de Koningin mij op de schouders heelt
gelegd, moet steunen op het vertrouwen dei
bevolking. Op dat vertrouwen, doe ik een
beroep. Ik zal er geen misbruik van maken.
Mocht ik dit wel doen, dan zullen er organen
te vinden zijn, die mij dat duidelijk aan hel
verstand zullen brengen. Dan zal ik mij terug
trekken.
Inwoners sterk mij in den taak, die mij
is opgelegd, dan zullen wij Soest vooruit bren
gen. Stel mij daarin niet teleur. Leve Soest!
Een daverend gejuich was het antwoord van
de duizenden toehoorders, een gejuich, dat
aanzwol tot een ovatie. Spontaan klonk het
daarna ,,Leve onze Burgemeester''.
De Harmonie bracht hierna een concert
ten gehoore, dat zeer vele belangstelling mochl
trekken. Na afloop ging de menigte uiteen,
maar tot Iaat in den nacht klonk vooral
in het centrum der gemeente de feestvreugde
nog na.
Dezen dag van den 3den Augustus in 1937,
zal Soest nog lang blijven heugen, als een
dag van glorie en hopelijk als een dag, dia
een keerpunt in de Soester Historie zal be«
teekenen.
De Soestenaren zijn gewend de kat uit den
boom te kijken. Dinsdag hebben zij zich ech
ter spontaan toevertrouwd aan een Burge
meester, die verklaard heeft hun vertrouwen
niet beschaamd te maken, een Burgemeester^
die de verzekering heeft gegeven, dat hij met
alle krachten die in hem zijn, de Gemeente
belangen, ons aller belangen, zal dienen en
stuwen.
Alvorens de vergadering te sluiten vroeg
de Burgemeester of nog iemand het woord
verlangde, waarna de loco-burgemeester van
Avereest, wethouder Wolthuis, het woord
kreeg. Spr. memoreerde het afscheid, eenige
dagen geleden in Avereest van Mr. Visser
genomen. Een afscheid, dat Avereest zeer
zwaar viel, daar de Burgemeester met de
gèheele gemeente had medegeleefd-
de Raadszaal om te recipieeren.
Deze receptie werd 2eer en zeer druk be
zocht en het trof ons, dat naast de autori
teiten en notabelen ook vele particulieren, jong
en oud, rijk en arm, daar hun opwachting
kwamen maken. Het trof ons ook hoe onze
nieuwe Burgervader (dit woord in den meest,
gunstigen zin opgevat) met hartelijke en spon
tane jovialiteit met de bezoekers kennis maak
ten. Zeer lang duurde het voor dat aan de
menschen-stroom een einde kwam. Deze re
ceptie demonstreerde tevens hoe klein ons
raadhuis en de raadszaal zijn.
Het défilé cn concert.
Om 8 uur 's avonds vertoonde de om
geving van het Gemeentehuis hetzelfde beeld
als 's morgens en *s middags: een duizen-
koppige menigte, in bedwang gehouden door
Rijksveldwachters, politie en touw-afzettingen,
een spontaan gejuich toen de Burgemeester
arriveerde, blijde gezichten en fanfai"e-muziek.
Het was half 9 ongeveer, toen, voorafge
gaan door 2 herauten te paard en de lustig
blazende Harmonie, een lange fleurige stoet
het Gemeentehuis naderde.
Achtereenvolgens defileerden de navolgende
vereenigingen: De Kon. Bond van Oud On-
deroff., De Soester Turnclub, De Chr. Gymn.
Vereen. ,Fraternitas'*, de gymn. vereen. A.
D.O., de R.K- gymn. vereen. „Crescendo'5,
de Chr. Geref. Meisjesver. ,,W-E.Z-'' de Mond-
accordeonver. .Bravo'', De Jonge Zangers,
de R.Kj. Zangver. ,Soli Deo Gloria'' van
Soesterberg, de Oranje Garde, de Chr. Oran-
jevereën, de Vrijwillige Brandweer uit Soest en
Soesterberg, de Jonge Wacht, de K.J.M.
Soest en Soestdijk, de K. J. V/Soest, de
Soestertergsche Harmonie, die een bloemstuk
aanbood en gewijde muziek ten gehoore bracht
de mannenzangver. ,,Apollo'', de Jonge
Boeren Bond, de R.K. Middenstandsver., de
R.K. Werkliedenver., de Ned- Bouvak-arbei-
ders Bond, de Chr. Besturenbond, de Har
monie ,,St. Joseph'' te Soesterberg, de R.K.
Werkliedenver. te Soesterb., de vd*tbalvereen.
,,E.S.V.A.C.'', de Jonge Werkman te Soest
dijk, Soesterbergsch Gemengd Koor en de
Soester Vrijw. Reddingsbrigade.
Dankwoord van den
Burgemeester.
Toen deze stoet voorbij was, gïng de Bur
gemeester naar het Rosarium, waar intusschen
de Harmonie en de vereenigingen aanwezig
waren.
Btrrgsmeester Visser bracht staande in de
muziektent een dankwoord aan de burgerij,
hetgeen door luidsprekers verder gebracht
werd.
Dit dankwoord was ongeveer als volgt:
Inwoners van Soest.
Het is de laatste maal, dat ik hier vandaag
soreek en die ceieeenheid wil ik a»nü-jiu3QiiIJJllia ."dksiciders 1£. ontdoen.
„Hoe groote? geest, des te groóter beest",
zegt de volksmond. Gelukkig lang niet altija
terecht.
Maar het is een feit, dat genieën vaak geesv
telijke afwijkingen betoonen naast hun schit
tering in bepaalde kwaliteiten. In krankzin
nigengestichten huizen soms kunstenaars, die
tot grootsche scheppingen in staat blijken
zijn.
De wereldgeschiedenis wijst het, doch he^
laas ól te vaak pas achteraf, onweersprekelijk
uit, dat volkeren soms beheerscht zijn door,
bekwame tyrannen, die behalve een groot
fcestuurstalent ook vreeselijke sadistische nei
gingen bezaten. Wanneer een staatsbestel!
zoodanig is geformeerd, dat de geheele macht
in de handen van één persoon kan worden
neergelegd of samengetrokken dan zal het
gemakkelijk kunnen gebeuren, dat een volkj
wordt overgeleverd aan de willekeur van een,
krankzinnige, die een genie is in één bepaald
opzicht. Trouwens, is het waarlijk geniale
niet mede een vorm van geesteskrankheid?
Is het geniale niet de koorts van den geest?
De Russische zenuwarts dr. Myrion Ger-
manov, heeft aan den Parijschen correspon
dent van het bekende Ilongaarsche blad „Uj
Nemzedck" eenN belangrijk onderhoud toege
staan over de jongste gebeurtenissen in sov
jet-Rusland.
Dr. Myrion Germanov, die eerst na de laat
ste processen tegen de Russische generaals
uit sovjet-Rusland naar het buitenland is ver
trokken, heeft zich thans te Parijs gevestigd,
waar hij bezig is met een boek te schrijven
over zenuwziekten, welke met historische ge
beurtenissen in verband staan. Volgens zijn
verklaringen moeten heel wat gewichtige fei
ten uit de geschiedenis uit pathologisch, of
zelfs psychiatrisch oogpunt beschouwd wor
den.
Dit onderzoek leidt meermalen tot interes
sante resultaten. Vóór den oorlog werd de
aai dacht vooral gewijl aan generaals, waar-"
bij dan bleek, dat zeer velen „oogenblikken
van waanzin" hadden. Dr. Germany heeft
zich bezig gschouden met het bostudeereiï
van dictators, vooral van Stalin.
Stalin zoo vertelde hij heeft altijd
mijn bijzondere aandacht gehad. Reeds in
zijn familie vond ik tyrannieke neiging en
geestesziekte.
Wat zijn persoon zelf betreft, moet ik con
stateeren, dat Hij onder andere kwalen lijden
de is aan krankzinnigheid. Zijn vervolgings
waanzin wordt steeds erger, en wij weten nu
reeds absoluut zeker, dat hij binnen enkele
jaren in een instituut zal moeten wordeif op*
gesloten. De doodvonnissen van den Ïaatsten
tijd zijn ook aan dezen vervolgingswaanzin
te wijten, en ik kan voorspellen, dat weldra
nog meer slachtoffers zullen volgen.
Ongelukkig intusschen en deze opmer
king is nu weer van ons het volk, daf
zich een staatsbestel heeft laten opdringen dat
geen mogelijkheid biedt om zich van kranig
i R