Uit den Soester Raad.
KRAKELINGEN
Ingezonden stukken.
KLEEDINGMAGAZIJN
Een door vijf leden aangevraagde zitting.
Nogmaals de Molenstraat.
Qiu s'excuse s'accuse
iWoensdagmkklag kwam d-e raad Sn open
bare zitting bijeen. I
De heer v. Klooster was afwezig.
Om drie uur opende de Burgemeester de
vergadering en na ieder de gelegenheid ge
geven te hebben voor het gebed, stelde de
voorzitter voor de notulen der vorige ver
gadering aan te houden tot een volgend
maal. Spr. deelde vervolgens mede, dat vijf
«aadsleden n.1. de heeren Thijssen, v d- Ven,
v. Breukelen, Helmus en Zijlstra een verzoek
fcaddcn gericht om deze vergadering bijeen
te roepen.
|i Al9 eerste onderteekenaar van dit verzoek
Irijgt de heer VAN BREUKELEN het woord.
Spr. meende in de lijn te moeten blijven met
B. en W., die het punt, betreffende het par-
tïeele uitbreidingsplan van de Molenstraat, in
spoed eischende vergadering hebben behandeld.
Spr. memoreerde de gang van zaken. Op
23 November is de Molenstraat uit het uit
breidingsplan gelicht en op 20 Juli is de
grond aan die straat officieel geveild. Voor
dat de verkaveling plaats had, is er dooi
den Notaris geïnformeerd hoe deze plaats
moest hebben. Dit moest zijn volgens de
bouwverordening. B. en W. waren dus met
*lle9 bekend, doch lieten de zaak zooals zij
wa9. Plotseling werden echter de raadsleden
In vergadering bijeengeroepen. De manier van
oonvoceeren wa9 op zijn minst vreemd te
noemen. Dat er niet op gereageerd is gewor
den heeft zijn oorzaak, dat de leden den
voorzitter niet aangenaam wilden zijn.
De heer VAN DE VEN was zich bewust,
dat deze vergadering een zeer ernstige zaak
betrof. Spr. meende, dat de voorzitter wel
onaangenaam getroffen zou zijn, toen deze
vergadering werd aangevraagd, doch waai
de leden van den raad bij de intrede van den
voorzitter de belofte gedaan hebben hem te
helpen in alles, moet spr. dan ook verklaren,
dat de bedofeling om onaangenaam te zijn,
absoluut niet heeft voorgezeten. Toen de le
den vorige week naar huis gingen, meenden
gerust te zijn, aldus spr. Den dag na de
raadsvergadering hoorden wij echter vele za
kelijke dingen, die zij van te voren niet
ydsten. Spr. vond het geoorloofd, dat burgers
hun moeilijkheden konden bespreken met de
Vaadsleden. De onderteekeriaars hebben met
(Benige burgers vergaderd en gemakshalve in
de woning van een van de belanghebbenden.
Dit kan vast een antwoord zijn op een inge
bonden stuk in De Soester Courant. Spr. be
toogde éerder, dat de vorige maal het pleidooi
van den heer Hilhorst (toen de eenige tegen
stemmer) niet vermocht door te dringen tot
de raadsleden.
De heer HILHORST: „Heeft U de notu
len dan niet gelezen?"1
.Voor de vergadering, aldus VAN DE VEN,
konden wij geen informaties bekomen en spr.
protesteerde daartegen, daar de leden toen
geheel onkundig waren.
Door het besluit in de vorige vergadering
Is een afgrond geopend met een vooruitzicht
In het verre verschiet
De VOORZITTER: Misschien wilt U dit
fcven toelichten! (Het bleek niet mogelijk deze
ongewone beeldspraak te verduidelijken.)
De lieer VAN DE VEN verder gaande,
hoopte echter, dat het in den voorzitter ge
stelde vertrouwen door deze naar voren ge
brachte grieven niet zou worden geschokt.
De heer HELMUS meende, dat vorige spr.
het allervoornaamste heeft vergeten n.1. is het
juist, dat voor den verkoop van de gronden
inlichtingen zijn ingewonnen door het Ge
meente-Bestuur betreffende de bebouwing de.
fcer gronden. Indien dit juist was, dan had
de raad vorige keer beter moeten worden
Ingelicht. Voordat de gronden werden ver
kocht is er een schuur gebouwd. Toen wer
den er geen aanmerkingen gemaakt. Toen had
men ook met een partieel uitbreidingsplan
moeten komen. Plet wil spr.' voorkomen, dat
Indien er andere personen hadden gebouwd,
dan een en ander, niet was voorgevallen.
De VOORZITTER: „Wat bedoeld U?'1
De heer HELMUS: „Daar kan ik mij in het
openbaar niet over uitlaten'1
De VOORZITTER: „Dan zijn het insinu
aties, welke ik hier niet toesta. U trekt Uw
woorden in of ik ontneem U. het woord!'1
De heer Helmus trok zijn woorden in.
De heer NOOdER constateerde, dat het
geen hij nu meemaakte iets nieuws is. Eenige
laadsleden hebben zich laten leenen voor een
■oort „dorps-politiek'' en spr. was er bang
- voor, dat de heeren hun ambtseed en zuiver-
ring9-eed niet indachtig genoeg waren ge-
weest. Spr. geloofde wel, dat het college eer
der had moeten komen met het uitbreidings
plan, doch het gemeente-belang eischte nu
maatregelen -te nemen voor dat een bouw-aan.
vrage binnen zou komen.. Dit was een plicht
Van de gemeente en zij heeft het juiste oogen-
blik gekozen. (Instemming)
De schade-regelings-commissie zal de za
ken nu moeten onderzoeken, doch geen en
kele bepaling van de woningwet kent een
schade-vergoeding toe.
Spr. heeft, zooals alle raadsleden, een
venrijven ontvangen van de gedupeerden, de
Fa. v. d.. Hoef en Stam en de Gebr. Swa-
ger. De eersten hebben volgens spr. geen
Bchade ondervonden, de laatsten verkeeren
In het geval, zooals wij er ook in kunnen val
len, n.1. dat men een stukje grond erbij moet
koopen. Bovendien maakte spr. uit deze brief
©p, dat niet de raad doch de requestranten de
idtting bijeen geroepen hebben op grond van
Ie navolgende zinssnede: .dat zii (de reques
trant en) in hun alleszins te verklaren groote
ontstemming over deze beslissing (partiecle
uitbreidingsplan) zich hebben beklaagd bij
den Heer Burgemeester en het College van
Burgemeester en Wethouders en bij vrijwel
alle raadsleden, met het gevolg, dat door
een 5-tal raadsleden een vergadering werd
aangevraagd ter nadere bespreking van deze
zaak, welke aanvraag ondergeteekenden aan
vankelijk hebben toegejuicht, maar er latei
evenwel de voorkeur aan gaven deze verga
dering niet te doen beleggen'.
Het viel spr. nog mee, dat men op 't laatste
oogenblik deze vergadering niet was afgezegd
Spr. meende dat men op den verkeerden
weg was gekomen. De handeling, die B
en W. deden was goed, zonder aanzien des
persoons. De grond-commissie heeft dit goed.
gekeurd en de raad daarna ook.
De heer ENDENDIJK onderschreef het
geen de heer Nooder gezegd had, het is ze
ker iets nieuws. Sinds zijn 30-jarig lidmaat
schap van den raad is het nooit voorgekomen,
dat een vergadering bijeen werd geroepen
om zooiets. Spr. vond de leden nog steeds
moeilijke kinderen. Waar hebben de heeren
de dwaasheid vandaan gehaald, aldus spr.,
om op een dergelijke zaak in te gaan??
Het prestige vaii henzelf is geschaad, ter
wijl de raad in zijn geheel een deuk heeft
gekregen. Het is een besluit, dat met op één
na algemeene stemmen werd genomen en
nu komen vijf ledeno p hun stem terug. Spr.
nu komen vijf leden op 4ïpn stem terug. Spr.
vergeleek dit geval met het besluit inzake
reorganisatie. Toen hebben de heeren mede
gewerkt, dat deze er kwam en toen zij er
was wilden zij her-reorganisatie.
De vorige maal is alles toegelicht ge
worden en het is eigenaardig op te merken
dat de eenige tegenstemmer van toen niet
met het vijftal is medegegaan, doch dat vijf
voorstemmers zijn omgezwaaid. Men had naar
het college moeten gaan, en daar de zaken
moeten bespreken. Nu is het inzicht ver
anderd, niet door eigen initiatief, doch door
de belanghebbenden, die zijn nu de leiders
geweest. Spr, heeft er bezwaar tegen, dat
de 5 leden, zonder bespreking met hun frac-
tie's actie zijn gaan voeren en vergaderd heb
ben ten huize van de belanghebbenden. Er
komt nog bij, dat de heeren thans zonder
positief voorstel komen, alles is even vaag.
Spr. kan niet ontkennen, dat het college
een fout heeft gemaakt in deze, doch het is
een vergefelijke fout. De aanvragers hebben
niet getracht een oplossing te zoeken, doch
men ging actie, voeren. Spr. drong er op aan
het genomen besluit te handhaven, temeer
daar de betrokkenen ook de Engh niet wil
len bederven.
He heer HILHORST had het verwijt ge
hoord, dat hij niet helder was geweest in
zijn betoog, ditmaal zou spr. het beter doen
en het speet hem dan persoonlijk te moeten
worden. Toen de Molenstraat uit het uit
breidingsplan werd gelicht was de heer Van
Klooster de dupe. Toen vond men het niet
erg, want men redeneerde, dat dit uitlichten
niet zoo erg was, als dat cle Russchasche
papieren zouden dalen! Thans zijn de heeren
v. d. Hoef en Stam en Swager „slachtoffers'1.
Voor den heer Van Klooster vond men
het—een zegen. Spr. bracht hierbij in toepas
sing, dat „wanneer men als ezel is geboren,
men nooit als paard zal sterven".
De heer STROBAND achtte het zeer juist,
dat de ambtenaren verklaringen hebben afge
legd, die zij konden doen.
De heer ZIJLSTRA betoogde omstandig,
dat men de koopers van den grond, niet
de dupe zou laten-worden.
pe VOORZITTER merkt ^.op, dat er we!
degelijk aanleiding was voor }spr. om onaan
genaam getroffen te zijn. Aan den anderen
kant vond spr.. het wel eens aardig zoo'n
vergadering, welke door eenige leden is bij
eengeroepen, omdat daardoor de degens eens
kunnen worden gekruisd en spr. gelegenheid
kreeg om ook de zijpaden der gemeente-po
litiek te kunnen betreden.
Spr. waardeerde het van den heer v. d.
Ven, wanneer deze zegt den voorzitter niet
onaangenaam te willen zijn, doch spr. krijgt
den indruk, dat deze heer onbewust reeds
bij voorbaat zijn baantje wilde schoonvegen
als hij zegt, dat het geoorloofd is met bur
gers te vergaderen en wel toevallig in een
woonhuis van een van die burgers. 1
Spr. had ernstige bezwaren tegen het hou
den van bijeenkomsten van raadsleden bij
derden. Men moet den schijn vermijden, en
dat 19 hier niet gedaan. Met den heer
NOODER, die spr. met genoegen had ge
volgd, wa9 spr. het eens, dat ér twijfel kan
bestaan over het al of niet gestand houden
van de zuivering9eed. De heeren hébben zoo
ongeveer een romp-parlement gevormd; dat
Is niet goed en dat is geen algemeen belang
voorstaan.
De buitenwacht gaat zoo licht zeggen;
„raadsleden zijn poppen, je trekt maar aan
de touwtjes en zij dansen'1. Spr. begreep niet
waarom de leden niet bij het college kwamen.
Ook vroeg spr. of de heeren wel wisten
in welke positie B. en VV. kwamen te staan,
toen zij naast de besprekingen met de be
langhebbenden, besprekingen die overigens
van geheel aangenamen aard waren, gedwon
gen werden een raadsvergadering bijeen te
roepen. Hoe kunnen wij de Gemeente op die
manier besturen vraagt spr. Het lijkt wel een
feuilleton uit „Volk en Vaderland". (Hilari
teit.) Spr. vond tenslotte een en ander weinig
democratisch en begreep oen neer Heimus
niet, lioe hij zich als sociaal-democraat ervoor
had laten spawnen. Wij hadden te kiezen
tusschen bestendiging of schade aan het alge
meen belang.
Wethouder GASILLE meende in de vo
rige zitting volkomen duidelijk te zijn geweest.
Spr. weidde nogmaals uit en memoreerde
de geschiedenis van het uitbreidingsplan. Zoo
lang het uitbreidingsplan niet was goedge
keurd, konden geen bouwvergunningen wor
den uitgereikt. Aan het gemeente-bestuur is
nooit gevraagd of daar gebouwd mag worden.
De mogelijheeid bestond, dat een ongewen-
schite bebouwing zou worden toegepast en
een verschil van inzicht tusschen O.W., Bouw
en Woning toezicht en den Wethouder is ge
keerd door het raadsbesluit van 21 September.
Spr. erkende, dat het beter ware geweest
eerder met een partieel uitbreidingsplan te
komen.
De VOORZITTER vroeg aan den heer
v. d. Ven of deze het voorstel van B.. en W-
niet betrouwbaar en volledig achtte..
De heer VAN DE VEN beantwoord deze
vraag bevestigend. Spr. had geen voldoende
antwoord gekregen. Ook de raadsleden wis
ten niet genoeg van deze zaken af.
De VOORZITTER: „Het ging hier om een
publiek belang, dan had U bij ons moeten
komen".
Wethouder GASILLE deelde mede, dat van
verkaveling in de grond-commissie niet is
gesproken, terwijl de ambtenaren die mede-
deelingcn hebben gedaan, die zij konden ge
ven. De raadsleden' kunnen die mededeel-
ingen ook verkrijgen.
De heer TIIIJSSEN memoreerde de ge
schiedenis nogmaals en kwam er tegen op,
kinderachtige heeren of moeilijke kinderen
genoemd te worden. De Molenstraat is ver
der eeen doodgewone woonstraat en geen
belangrijke verkeersweg. Spr. begreep niet,
hoe deze straat zoo administratief inge-
lijft moest worden. Het algemeen belang moest
niet op kosten van enkelen worden voorge
staan. Wij wilden, aldus spr., den voorzitter
niet onaangenaam zijn; hij moet zich inden
ken in een aardsch aparadijs te zijn.
De heer HILHORST: „Aap wat heb je
mooie jongen". (De voorz. hamert.)
De heer HELMUS betoogde, dat alle in
woners moeten kunnen profiteeren van de
Nederlandsche volksvrijheden. Wanneer de
grond een andere bestemming moest hebben,
dan had men dat tijdig moeten laten weten.
De VOORZITTER xonstateerde, dat de 5
raadsleden boodschappers waren van de be
langhebbenden.. Dat is geen wijs beleid.. De
belanghebbenden hebben het direct aange
stuurd op een raadsvergadering.
Spr. zegt verder, dat hij den heer Thijssen
nota zag nemen van de woorden van Weth.
Gassile inzake dc inlichtingen, die de raads
leden van ambtenaren konden verkrijgen. Dii
moet spr. in zooverre tegenspreken, dat men
hiervoor de toestemming van B. en W. noo-
dig heeft. 1*1
politiek'', terwijl de heer VAN - VEN den
voorzitter dankte voor de aan heul gerichto
woorden.
De VOORZITTER schorste hierna de ver
gadering en deelde na heropening mede. dat
besloetn was den heer G. J- v. Heyst nog een
maand salaris toe te kennen.
Wethouder GASILLE vroeg tenslotte nog
machtiging om voor f 4000.— in te schrijven
in een 31/2% leening, doordat conversie had
plaats gehad.
Voor de rondvraag was deze keer geen
animo, als gevolg waarvan de voorzitter de
vergadering sloot-
Buiten verantwoording der Redactio.
Verder constateerde spr. een verschil in
democratie bij de heeren Nooder en Helmus.
,die beiden een verschillend standpunt in deze
zaak innemen. Als spr. zich in een aardsch
paradijs moest wanen, dan waren de raads
leden zeker de aarts-engelen, aldus spr.
He heer NOODER was geïmponeerd door
de wijze, waarop de voorzitter de 'verschillen
de mecningen bestreed, doch de kwestie tus
schen zijn partij-genoot Helmus en' spreker,
wenschte spr. niet herhaald te zien. Dit was
'n interne zaak. Spr. weet, dat er gedachten
heerschen van persoonlijken aard, doch wan
neer het college rancuné wordt aangewreven,
dan moet men op de vlakte komen, dan kan
er worden afgerekend.
De heer THIJSSEN had opgemerkt, dat
de voorzitter zoo welwillend scheen te zijn
ook raadsleden te ontvangen. Er zijn in dit
opricht wel eens andere tijden geweest, aldus
spr. Na nog art.. 625 B. W- aangehaald te
hebben, vraagt spr. of de Molenstraat wel
14 M. breed is.
De heer HILHORST constateert, dat de
heer Thijssen blijkbaar niet weet waarover hij
spreekt, want als voorstemmer van het uit
breidingsplan had hij de breedte kunnen we
ten.
Wethouder GASILLE betoogde, dat de
Molenstraat geen ondergeschikte weg is, doch
een onderdeel van den toekomstigen verkeers
weg Beukenlaan-Nieuweweg. De heer Thijs
sen was volkomen ingelicht en alle inlich
tingen waren te bekomen, doch hij kwam in
de vorige zitting niet eens de kaart bekijken.
De heer VAN BREUKELEN protesteerde
er tegen, dat gezegd is geworden, dat belang
hebbenden deze vergadering hebben gestimu
leerd. Spr. vraagt de toezegging of de gedu
peerden geholpen zullen worden voorzoover
dit mogelijk is.
De VOORZITTER: Wanneer U niet op
aandrang van de belanghebbenden hebt ge
handeld, dan moet U ook den schijn hieraan
niet geven, en dat is hier wel het geval".
De heer HILHORST geeft den Burgemees
ter alsnog den raad zich nief veel aan te trek
ken yam i/aap, (wat heb1 le een mooie ioneen-
De Vleeschprijzen
I GEEN OUDE TIJDEN EN
DUS GEEN OUDE PRIJZEN.
In de „Gecomb. Soester Bladen" van I Oc-
tober j.1- komt een advertentie voor, waarin
onder opschriften als; „Oude tijd Oude
prijzen" en „Groote afslag rundvleesch" het
publiek gesuggereerd wordt, dat de situatie
op de slachtveemarkt weer zoodanig is ge
worden, dat het rundvleesch tegen dezelfde
lage prijzen als een jaar of wat geleden kan
worden aangeboden; met andere woorden,
dat de slagers die niet tot groote afslag"
etc. overgaan zichzelf bevoordeelen op kos
ten van den consument.
Hoezeer deze suggestie bezijden de waar
heid is moge hier met enkele cijfers worden
aangetoond.
Slachtvc-eprijzen te Rotterdam in ets. per
K.g. geslacht gewicht (bruto).
September 1935 35 51 ets.
September 1936 48 64 ets.
September 1973 59 76 ets.
Dat de gemiddelde prijzen over September
1937 niet hooger zijn wordt veroorzaakt door
het feit, dat de boeren gedurende de laatste
twee weken van deze maand uit angst voor
het heerschende mond- en klauwzeer de
slachtveemarkt wat overvoerden, waardoor de
slachtveeprijs wat terugliep.
Intussclien is deze teruggang slechts van
zeer tijdelijken aard en zijn thans de prijzen
al weer beduidend stijver, zoodat de beste
kwaliteit slachtvee spoedig wel weer op 80 ct.
per K.g- geslacht gewicht zal staan.
Wanneer we dan ook uit bovenstaande cij
fers ooncludeeren, dat de huidige slachtvee-
prijzen gemiddeld 25 ets. per K-g. htoogen
zijn dan in 1935 en 12 ets. per Kg. hooger
dan in 1036, dan blijven we daarmee aan den
lagen kant. Op een koe van 300 K g. geslacht
gewicht scheelt dit intusschen toch reeds resp,
75 en 36 gulden. Rekening houdende met de
bedragen die per koe aan accijns en crisis-
heffing moeten worden opgebracht voor Sep-
tember 1935 gemiddeld f 25.80, voor Septem
ber 1936 gemiddeld f -33.60 en voor Septem
ber 1937 gemiddeld f 30.45 (door de halvee*
ring d«v crisisheffing), kost een slachtkoe
van middelmatige kwaliteit den slager momen
tcel f 8c.meer dan in 1935 en f 33-meer
dan in 1936.
Van „oude tijden" met „oude prijzen" voor
het vleesch kan dus momenteel geen sprake
zijn. In werkelijkheid is het slachtvee thans
aanzienlijk duurder dan één twee jaar ge
leden, terwijl een hernieuwde stijging na de
tijdelijke inzinking van de laatste twee wéken
in September zich al weer heeft ingezet en
dit prijsverschil nog meer zal accentueeren.
Zelfs verwachten deskundigen, als geviolg
van den funesten invloed van het mond- en
klauwzeer op den veestapel en de vleesch-
productie, in de naaste toekomst nog veel
hoogere slachtveeprij'zen dan we tot dusver
gehad hebben, hetgeenv uiteraard straks in de
vleeschprijzen tot uiting moet komen.
De veemarkten van begin dezer week wij
zen sterk in die richting, n.1. minder aanvoer
en hoogere prijzen met name op de markten
van Nijke/rk en Amsterdam.
De juiste prijzenpolitiek voor den slager is
onder dergelijke omstandigheden en vooruit
zichten; nivelleering der toppen en dalen in
den slachtveeprijs. Handhaving der vleesch
prijzen thans, maakt dat hij straks bij stijging
der slachtveeprijzen niet onmiddellijk behoeft
te komen met een evenredige opslag der
vleeschprijzen, maar de ontwikkeling der din
gen eerst eens kan aanzien.
Dat een dergelijke prijzenpolitiek meer in
het belang va* den consument is dan de tac
tiek van hollen en stilstaan, waarvan de be
deelde advertentie een voorbeeld is, behoeven
wij wel niet nader uiteen te zetten.
Nederlandsche Slagershond.
Het fietsplaatje.
Er is een groot dagblad, dat op het oogen
blik in eigen stijl, dus óók „groot", een cam
pagne voert tegen het fietsplaatje.
Is de nijd tegen „het fietsplaatje" echter
wel zoo écht, als hij lijkt? Zit bij velen niet
de gedachte voor: als ze maar een ander sy
steem van belasting op de fiets hadden, dan
zou ik wel kans zien om er aan te ontko
men? Zeker, er worden fietsplaatjes gegapt
en velen, zooals er van dlles wordt gegapt,
wat waarde h eeft.
Toch zie ik in een wijziging van het sy
steem van belastinginning niet veel nut.
Een andere zaak is, dat heel deze heffing
zoo gauw dient te vervallen als de rijksmid
delen, welke thans veel ruimer worden, zulks
veroorloven. De fietsbelasting is onpopulair
en weidt als een onrecht aangevoeld, omdat
ze in het algemeen den kleinen man zwaar
en té zwaar treft, waar ze een zoo noodza
kelijk artikel treft als het verlengstuk van
een paar proletariërsbecnen.
En ook de harteloosheid, waarmee de con
trole op «deze belasting' wórdt gevoerd, wekt
grooten weerzin. Al ka.» me.i dat
do belasting is betaald, b.v. door het plaatje
uit den zak te halen dan nóg moeten de
ambtenaren boete vorderen en zoo noodig
het rijwiel in beslag nemen. Deze maatregel
treft als regel juist de allerarmsten, die zóó
bezorgd zijn, dat het merk hun zal worden
ontstolen, dat ze het niet aan hun fiets dur
ven hangen, doch het in den zak meevoeren.
Op geen enkele andere belasting is de con
trole zóó streng en onbarmhartig. Honden
moeten een belastingpenning dragen, maar
hoeveel ziet men er mee? En voor geen en
kele belasting geldt de bepaling, dat boete
verschuldigd is, wanneer de kwitantie niet op
voorgeschreven zichtbare wijze wordt gedra
gen.
Alles bij elkaar: zoolang deze belasting
wordt geheven, komt me het systeem niet
zoo verwerpelijk voor. Er kome echter in de
allereerste plaats meer soepelheid.
De verplichting, dat het rijwielplaatje op
het rijwiel moet zijn bevestigd of zichtbaar
moet worden gedragen moet dan ook komert
te vervallen. Voldoende moet het geacht wor
den, dat men het exemplaar op eerste aan-|
vrage kan veitoonen»
Muzikale spijs.
De „wetenschap'1 welke niets spaart voor
haar onderzoekingen, heeft zich thans ook
geworpen op het vraagstuk van den invloed
van het lawaai op het menscheljjk prestatie
vermogen en van den invloed, welke muziek
op de spijsvertering heeft-
Nu ik van de resultaten dezer onderzoe
kingen heb gelezen, is het me duidelijk, dat
men wel van „muzikale spijs1» pleegt te spre
ken.. Muziek n.1. blijkt den honger te kunnen
stillen en daartegenover ook de eetlust te
kunnen opwekken. Dat laatste doet speciaal
de marschmuziek.
„Luistert men zoo lees ik in een tijd
schrift naar vlotte muziek, vooral naar
marschen, dan kan de spijsvertering daar.
door slechts bevorderd worden. De reuk
ien smaakzin moeten zelfs door vlotte
marschmuziek geprikkeld worden. En de
bloedcirculatie door het géheele lichaam
wordt er door bevorderd.
Inderdaad 19 het reeds lang een be
kend feit, dat de mensch bij marschmu*
ziek altijd honger gevoelt en dorst krijgt.,,
Vandaar natuurlijk, dat onze Hollandschei
soldaten, die gewoon ®jjn om achter de mu
ziek van de staf aan te marcheeren, zulke
hongerige Gijzen zijn! Gelukkig heeft dezelf-:
de wetenschap, welke dit laatste verklaarbaar
maakte, ook het middel aangeduid om onze
soldaten wat minder schadelijk in den kost
te maken.
„Sleepende walsen, als b?j voorbeeld: „An
der schonen blauwen Donau'-, hebben
niet alleen een nadeeligen invloed op de
spijsverteering, maar zijn in staat om alle
etenstrek weg te nemen. De reacties n-L,
welke deze muziek in het gemoed ver-*
oorzaakt, verminderen sterk de spiercon-
centraties, welke voor de beweging van'
maag en andere ingewanden noodzakelijk
'zijn.'1
Het zal dus een groote bezuiniging op onze
kosten van onze nationale defensie geven,
wanneer onze soldaten te velde worden ge
leid door marschmuziek, maar bij de aankomst
in hun kwartieren worden onthaald op Ween^
sche walsen.
Straus voedt goed, nog beter dan JasG
Welgemoed.
En goedkoop.
De steun.
De „verbeterde" steunmaatregelen van den
nieuwen minister van Sociale Zaken Mr.
Romme, hebben geen goede pers, ook niet
in katholieke kringen, waar men de sociale
politiek van het kabinetColijn in de crisis
jaren altijd zeer onvoldoende had geheeten.
Van een katholieken minister van Sociale
Zaken had men in die kringen daarom iets
heel anders verhoopt, dan de pietepeuterige
„verbeteringen" van den steun aan de werk
loozen welke thans zijn bekend gemaakt. De
toeslag voor meerderjarige inwonende kinde
ren, zou, naar wordt berekend, practisch niet
veel beteekenen en de aansporing van den mi
nister aan de werkloozen om te „sparen"
van de steungelden, welke sinds jaar en dag
zijn atgpast op de grenzen van het befaamde
„ethische minimum", wordt hier en daar als
een hoon aangemerkt.
Deze critiek is verklaarbaar, maar toch
ook wel eenigszins voorbarig. Het is niet aan
te nemen, dat thans reeds in het gereconstru
eerde kabinet—Colijn nieuwe sociale inzichten
zich radicaal baan hebben kunnen breken.
Overal in de maatschappij, tot in de Ka
mers en in de regeering, heeft een behouds
gezinde geest zich in een betonnen onder
komen verschanst, waaruit hij niet gemakke
lijk te verdrijven zal zijn. Te meer niet, om
dat niet met alle wapenen er tegen mag wor
den opgetrokken. De bedoelde geest is lang
niet altijd een vijandige, velen, die er van
I zijn bezield, dragen hem als een eerlijke
overtuiging en zijn van meening, dat ze met
hun behoudsgezindheid en schijnbare hard
heid de maatschappij en mét deze: de arbei
ders, beschermen voor érger dan thans wordt
doorgestaan.
Inmiddels is het toch onmiskenbaar, dat de
rijksmiddelen vlotter toevloeien en dat het
leven duurder wordt. In dat geval hebben
de armsten het recht om het eerst hulp te
ontvangen.
Verwacht mag worden, dat het komend*
contact van regeering en parlement ex toe
zal leiden, dat de „sociale!' elementen in hel
kabinet hij hun streven naar lotsverbetering
voor de gezinnen der werkloozen, zullen kun
nen gaan vlotten op een stroom, welke on
weerstaanbaar in de sewenschte richting voeH.