Uit den Soester Raad. KRAKELINGEN Ingezonden stukken. KLEEDINGMAGAZIJN Een door vijf leden aangevraagde zitting. Nogmaals de Molenstraat. Qiu s'excuse s'accuse iWoensdagmkklag kwam d-e raad Sn open bare zitting bijeen. I De heer v. Klooster was afwezig. Om drie uur opende de Burgemeester de vergadering en na ieder de gelegenheid ge geven te hebben voor het gebed, stelde de voorzitter voor de notulen der vorige ver gadering aan te houden tot een volgend maal. Spr. deelde vervolgens mede, dat vijf «aadsleden n.1. de heeren Thijssen, v d- Ven, v. Breukelen, Helmus en Zijlstra een verzoek fcaddcn gericht om deze vergadering bijeen te roepen. |i Al9 eerste onderteekenaar van dit verzoek Irijgt de heer VAN BREUKELEN het woord. Spr. meende in de lijn te moeten blijven met B. en W., die het punt, betreffende het par- tïeele uitbreidingsplan van de Molenstraat, in spoed eischende vergadering hebben behandeld. Spr. memoreerde de gang van zaken. Op 23 November is de Molenstraat uit het uit breidingsplan gelicht en op 20 Juli is de grond aan die straat officieel geveild. Voor dat de verkaveling plaats had, is er dooi den Notaris geïnformeerd hoe deze plaats moest hebben. Dit moest zijn volgens de bouwverordening. B. en W. waren dus met *lle9 bekend, doch lieten de zaak zooals zij wa9. Plotseling werden echter de raadsleden In vergadering bijeengeroepen. De manier van oonvoceeren wa9 op zijn minst vreemd te noemen. Dat er niet op gereageerd is gewor den heeft zijn oorzaak, dat de leden den voorzitter niet aangenaam wilden zijn. De heer VAN DE VEN was zich bewust, dat deze vergadering een zeer ernstige zaak betrof. Spr. meende, dat de voorzitter wel onaangenaam getroffen zou zijn, toen deze vergadering werd aangevraagd, doch waai de leden van den raad bij de intrede van den voorzitter de belofte gedaan hebben hem te helpen in alles, moet spr. dan ook verklaren, dat de bedofeling om onaangenaam te zijn, absoluut niet heeft voorgezeten. Toen de le den vorige week naar huis gingen, meenden gerust te zijn, aldus spr. Den dag na de raadsvergadering hoorden wij echter vele za kelijke dingen, die zij van te voren niet ydsten. Spr. vond het geoorloofd, dat burgers hun moeilijkheden konden bespreken met de Vaadsleden. De onderteekeriaars hebben met (Benige burgers vergaderd en gemakshalve in de woning van een van de belanghebbenden. Dit kan vast een antwoord zijn op een inge bonden stuk in De Soester Courant. Spr. be toogde éerder, dat de vorige maal het pleidooi van den heer Hilhorst (toen de eenige tegen stemmer) niet vermocht door te dringen tot de raadsleden. De heer HILHORST: „Heeft U de notu len dan niet gelezen?"1 .Voor de vergadering, aldus VAN DE VEN, konden wij geen informaties bekomen en spr. protesteerde daartegen, daar de leden toen geheel onkundig waren. Door het besluit in de vorige vergadering Is een afgrond geopend met een vooruitzicht In het verre verschiet De VOORZITTER: Misschien wilt U dit fcven toelichten! (Het bleek niet mogelijk deze ongewone beeldspraak te verduidelijken.) De lieer VAN DE VEN verder gaande, hoopte echter, dat het in den voorzitter ge stelde vertrouwen door deze naar voren ge brachte grieven niet zou worden geschokt. De heer HELMUS meende, dat vorige spr. het allervoornaamste heeft vergeten n.1. is het juist, dat voor den verkoop van de gronden inlichtingen zijn ingewonnen door het Ge meente-Bestuur betreffende de bebouwing de. fcer gronden. Indien dit juist was, dan had de raad vorige keer beter moeten worden Ingelicht. Voordat de gronden werden ver kocht is er een schuur gebouwd. Toen wer den er geen aanmerkingen gemaakt. Toen had men ook met een partieel uitbreidingsplan moeten komen. Plet wil spr.' voorkomen, dat Indien er andere personen hadden gebouwd, dan een en ander, niet was voorgevallen. De VOORZITTER: „Wat bedoeld U?'1 De heer HELMUS: „Daar kan ik mij in het openbaar niet over uitlaten'1 De VOORZITTER: „Dan zijn het insinu aties, welke ik hier niet toesta. U trekt Uw woorden in of ik ontneem U. het woord!'1 De heer Helmus trok zijn woorden in. De heer NOOdER constateerde, dat het geen hij nu meemaakte iets nieuws is. Eenige laadsleden hebben zich laten leenen voor een ■oort „dorps-politiek'' en spr. was er bang - voor, dat de heeren hun ambtseed en zuiver- ring9-eed niet indachtig genoeg waren ge- weest. Spr. geloofde wel, dat het college eer der had moeten komen met het uitbreidings plan, doch het gemeente-belang eischte nu maatregelen -te nemen voor dat een bouw-aan. vrage binnen zou komen.. Dit was een plicht Van de gemeente en zij heeft het juiste oogen- blik gekozen. (Instemming) De schade-regelings-commissie zal de za ken nu moeten onderzoeken, doch geen en kele bepaling van de woningwet kent een schade-vergoeding toe. Spr. heeft, zooals alle raadsleden, een venrijven ontvangen van de gedupeerden, de Fa. v. d.. Hoef en Stam en de Gebr. Swa- ger. De eersten hebben volgens spr. geen Bchade ondervonden, de laatsten verkeeren In het geval, zooals wij er ook in kunnen val len, n.1. dat men een stukje grond erbij moet koopen. Bovendien maakte spr. uit deze brief ©p, dat niet de raad doch de requestranten de idtting bijeen geroepen hebben op grond van Ie navolgende zinssnede: .dat zii (de reques trant en) in hun alleszins te verklaren groote ontstemming over deze beslissing (partiecle uitbreidingsplan) zich hebben beklaagd bij den Heer Burgemeester en het College van Burgemeester en Wethouders en bij vrijwel alle raadsleden, met het gevolg, dat door een 5-tal raadsleden een vergadering werd aangevraagd ter nadere bespreking van deze zaak, welke aanvraag ondergeteekenden aan vankelijk hebben toegejuicht, maar er latei evenwel de voorkeur aan gaven deze verga dering niet te doen beleggen'. Het viel spr. nog mee, dat men op 't laatste oogenblik deze vergadering niet was afgezegd Spr. meende dat men op den verkeerden weg was gekomen. De handeling, die B en W. deden was goed, zonder aanzien des persoons. De grond-commissie heeft dit goed. gekeurd en de raad daarna ook. De heer ENDENDIJK onderschreef het geen de heer Nooder gezegd had, het is ze ker iets nieuws. Sinds zijn 30-jarig lidmaat schap van den raad is het nooit voorgekomen, dat een vergadering bijeen werd geroepen om zooiets. Spr. vond de leden nog steeds moeilijke kinderen. Waar hebben de heeren de dwaasheid vandaan gehaald, aldus spr., om op een dergelijke zaak in te gaan?? Het prestige vaii henzelf is geschaad, ter wijl de raad in zijn geheel een deuk heeft gekregen. Het is een besluit, dat met op één na algemeene stemmen werd genomen en nu komen vijf ledeno p hun stem terug. Spr. nu komen vijf leden op 4ïpn stem terug. Spr. vergeleek dit geval met het besluit inzake reorganisatie. Toen hebben de heeren mede gewerkt, dat deze er kwam en toen zij er was wilden zij her-reorganisatie. De vorige maal is alles toegelicht ge worden en het is eigenaardig op te merken dat de eenige tegenstemmer van toen niet met het vijftal is medegegaan, doch dat vijf voorstemmers zijn omgezwaaid. Men had naar het college moeten gaan, en daar de zaken moeten bespreken. Nu is het inzicht ver anderd, niet door eigen initiatief, doch door de belanghebbenden, die zijn nu de leiders geweest. Spr, heeft er bezwaar tegen, dat de 5 leden, zonder bespreking met hun frac- tie's actie zijn gaan voeren en vergaderd heb ben ten huize van de belanghebbenden. Er komt nog bij, dat de heeren thans zonder positief voorstel komen, alles is even vaag. Spr. kan niet ontkennen, dat het college een fout heeft gemaakt in deze, doch het is een vergefelijke fout. De aanvragers hebben niet getracht een oplossing te zoeken, doch men ging actie, voeren. Spr. drong er op aan het genomen besluit te handhaven, temeer daar de betrokkenen ook de Engh niet wil len bederven. He heer HILHORST had het verwijt ge hoord, dat hij niet helder was geweest in zijn betoog, ditmaal zou spr. het beter doen en het speet hem dan persoonlijk te moeten worden. Toen de Molenstraat uit het uit breidingsplan werd gelicht was de heer Van Klooster de dupe. Toen vond men het niet erg, want men redeneerde, dat dit uitlichten niet zoo erg was, als dat cle Russchasche papieren zouden dalen! Thans zijn de heeren v. d. Hoef en Stam en Swager „slachtoffers'1. Voor den heer Van Klooster vond men het—een zegen. Spr. bracht hierbij in toepas sing, dat „wanneer men als ezel is geboren, men nooit als paard zal sterven". De heer STROBAND achtte het zeer juist, dat de ambtenaren verklaringen hebben afge legd, die zij konden doen. De heer ZIJLSTRA betoogde omstandig, dat men de koopers van den grond, niet de dupe zou laten-worden. pe VOORZITTER merkt ^.op, dat er we! degelijk aanleiding was voor }spr. om onaan genaam getroffen te zijn. Aan den anderen kant vond spr.. het wel eens aardig zoo'n vergadering, welke door eenige leden is bij eengeroepen, omdat daardoor de degens eens kunnen worden gekruisd en spr. gelegenheid kreeg om ook de zijpaden der gemeente-po litiek te kunnen betreden. Spr. waardeerde het van den heer v. d. Ven, wanneer deze zegt den voorzitter niet onaangenaam te willen zijn, doch spr. krijgt den indruk, dat deze heer onbewust reeds bij voorbaat zijn baantje wilde schoonvegen als hij zegt, dat het geoorloofd is met bur gers te vergaderen en wel toevallig in een woonhuis van een van die burgers. 1 Spr. had ernstige bezwaren tegen het hou den van bijeenkomsten van raadsleden bij derden. Men moet den schijn vermijden, en dat 19 hier niet gedaan. Met den heer NOODER, die spr. met genoegen had ge volgd, wa9 spr. het eens, dat ér twijfel kan bestaan over het al of niet gestand houden van de zuivering9eed. De heeren hébben zoo ongeveer een romp-parlement gevormd; dat Is niet goed en dat is geen algemeen belang voorstaan. De buitenwacht gaat zoo licht zeggen; „raadsleden zijn poppen, je trekt maar aan de touwtjes en zij dansen'1. Spr. begreep niet waarom de leden niet bij het college kwamen. Ook vroeg spr. of de heeren wel wisten in welke positie B. en VV. kwamen te staan, toen zij naast de besprekingen met de be langhebbenden, besprekingen die overigens van geheel aangenamen aard waren, gedwon gen werden een raadsvergadering bijeen te roepen. Hoe kunnen wij de Gemeente op die manier besturen vraagt spr. Het lijkt wel een feuilleton uit „Volk en Vaderland". (Hilari teit.) Spr. vond tenslotte een en ander weinig democratisch en begreep oen neer Heimus niet, lioe hij zich als sociaal-democraat ervoor had laten spawnen. Wij hadden te kiezen tusschen bestendiging of schade aan het alge meen belang. Wethouder GASILLE meende in de vo rige zitting volkomen duidelijk te zijn geweest. Spr. weidde nogmaals uit en memoreerde de geschiedenis van het uitbreidingsplan. Zoo lang het uitbreidingsplan niet was goedge keurd, konden geen bouwvergunningen wor den uitgereikt. Aan het gemeente-bestuur is nooit gevraagd of daar gebouwd mag worden. De mogelijheeid bestond, dat een ongewen- schite bebouwing zou worden toegepast en een verschil van inzicht tusschen O.W., Bouw en Woning toezicht en den Wethouder is ge keerd door het raadsbesluit van 21 September. Spr. erkende, dat het beter ware geweest eerder met een partieel uitbreidingsplan te komen. De VOORZITTER vroeg aan den heer v. d. Ven of deze het voorstel van B.. en W- niet betrouwbaar en volledig achtte.. De heer VAN DE VEN beantwoord deze vraag bevestigend. Spr. had geen voldoende antwoord gekregen. Ook de raadsleden wis ten niet genoeg van deze zaken af. De VOORZITTER: „Het ging hier om een publiek belang, dan had U bij ons moeten komen". Wethouder GASILLE deelde mede, dat van verkaveling in de grond-commissie niet is gesproken, terwijl de ambtenaren die mede- deelingcn hebben gedaan, die zij konden ge ven. De raadsleden' kunnen die mededeel- ingen ook verkrijgen. De heer TIIIJSSEN memoreerde de ge schiedenis nogmaals en kwam er tegen op, kinderachtige heeren of moeilijke kinderen genoemd te worden. De Molenstraat is ver der eeen doodgewone woonstraat en geen belangrijke verkeersweg. Spr. begreep niet, hoe deze straat zoo administratief inge- lijft moest worden. Het algemeen belang moest niet op kosten van enkelen worden voorge staan. Wij wilden, aldus spr., den voorzitter niet onaangenaam zijn; hij moet zich inden ken in een aardsch aparadijs te zijn. De heer HILHORST: „Aap wat heb je mooie jongen". (De voorz. hamert.) De heer HELMUS betoogde, dat alle in woners moeten kunnen profiteeren van de Nederlandsche volksvrijheden. Wanneer de grond een andere bestemming moest hebben, dan had men dat tijdig moeten laten weten. De VOORZITTER xonstateerde, dat de 5 raadsleden boodschappers waren van de be langhebbenden.. Dat is geen wijs beleid.. De belanghebbenden hebben het direct aange stuurd op een raadsvergadering. Spr. zegt verder, dat hij den heer Thijssen nota zag nemen van de woorden van Weth. Gassile inzake dc inlichtingen, die de raads leden van ambtenaren konden verkrijgen. Dii moet spr. in zooverre tegenspreken, dat men hiervoor de toestemming van B. en W. noo- dig heeft. 1*1 politiek'', terwijl de heer VAN - VEN den voorzitter dankte voor de aan heul gerichto woorden. De VOORZITTER schorste hierna de ver gadering en deelde na heropening mede. dat besloetn was den heer G. J- v. Heyst nog een maand salaris toe te kennen. Wethouder GASILLE vroeg tenslotte nog machtiging om voor f 4000.— in te schrijven in een 31/2% leening, doordat conversie had plaats gehad. Voor de rondvraag was deze keer geen animo, als gevolg waarvan de voorzitter de vergadering sloot- Buiten verantwoording der Redactio. Verder constateerde spr. een verschil in democratie bij de heeren Nooder en Helmus. ,die beiden een verschillend standpunt in deze zaak innemen. Als spr. zich in een aardsch paradijs moest wanen, dan waren de raads leden zeker de aarts-engelen, aldus spr. He heer NOODER was geïmponeerd door de wijze, waarop de voorzitter de 'verschillen de mecningen bestreed, doch de kwestie tus schen zijn partij-genoot Helmus en' spreker, wenschte spr. niet herhaald te zien. Dit was 'n interne zaak. Spr. weet, dat er gedachten heerschen van persoonlijken aard, doch wan neer het college rancuné wordt aangewreven, dan moet men op de vlakte komen, dan kan er worden afgerekend. De heer THIJSSEN had opgemerkt, dat de voorzitter zoo welwillend scheen te zijn ook raadsleden te ontvangen. Er zijn in dit opricht wel eens andere tijden geweest, aldus spr. Na nog art.. 625 B. W- aangehaald te hebben, vraagt spr. of de Molenstraat wel 14 M. breed is. De heer HILHORST constateert, dat de heer Thijssen blijkbaar niet weet waarover hij spreekt, want als voorstemmer van het uit breidingsplan had hij de breedte kunnen we ten. Wethouder GASILLE betoogde, dat de Molenstraat geen ondergeschikte weg is, doch een onderdeel van den toekomstigen verkeers weg Beukenlaan-Nieuweweg. De heer Thijs sen was volkomen ingelicht en alle inlich tingen waren te bekomen, doch hij kwam in de vorige zitting niet eens de kaart bekijken. De heer VAN BREUKELEN protesteerde er tegen, dat gezegd is geworden, dat belang hebbenden deze vergadering hebben gestimu leerd. Spr. vraagt de toezegging of de gedu peerden geholpen zullen worden voorzoover dit mogelijk is. De VOORZITTER: Wanneer U niet op aandrang van de belanghebbenden hebt ge handeld, dan moet U ook den schijn hieraan niet geven, en dat is hier wel het geval". De heer HILHORST geeft den Burgemees ter alsnog den raad zich nief veel aan te trek ken yam i/aap, (wat heb1 le een mooie ioneen- De Vleeschprijzen I GEEN OUDE TIJDEN EN DUS GEEN OUDE PRIJZEN. In de „Gecomb. Soester Bladen" van I Oc- tober j.1- komt een advertentie voor, waarin onder opschriften als; „Oude tijd Oude prijzen" en „Groote afslag rundvleesch" het publiek gesuggereerd wordt, dat de situatie op de slachtveemarkt weer zoodanig is ge worden, dat het rundvleesch tegen dezelfde lage prijzen als een jaar of wat geleden kan worden aangeboden; met andere woorden, dat de slagers die niet tot groote afslag" etc. overgaan zichzelf bevoordeelen op kos ten van den consument. Hoezeer deze suggestie bezijden de waar heid is moge hier met enkele cijfers worden aangetoond. Slachtvc-eprijzen te Rotterdam in ets. per K.g. geslacht gewicht (bruto). September 1935 35 51 ets. September 1936 48 64 ets. September 1973 59 76 ets. Dat de gemiddelde prijzen over September 1937 niet hooger zijn wordt veroorzaakt door het feit, dat de boeren gedurende de laatste twee weken van deze maand uit angst voor het heerschende mond- en klauwzeer de slachtveemarkt wat overvoerden, waardoor de slachtveeprijs wat terugliep. Intussclien is deze teruggang slechts van zeer tijdelijken aard en zijn thans de prijzen al weer beduidend stijver, zoodat de beste kwaliteit slachtvee spoedig wel weer op 80 ct. per K.g- geslacht gewicht zal staan. Wanneer we dan ook uit bovenstaande cij fers ooncludeeren, dat de huidige slachtvee- prijzen gemiddeld 25 ets. per K-g. htoogen zijn dan in 1935 en 12 ets. per Kg. hooger dan in 1036, dan blijven we daarmee aan den lagen kant. Op een koe van 300 K g. geslacht gewicht scheelt dit intusschen toch reeds resp, 75 en 36 gulden. Rekening houdende met de bedragen die per koe aan accijns en crisis- heffing moeten worden opgebracht voor Sep- tember 1935 gemiddeld f 25.80, voor Septem ber 1936 gemiddeld f -33.60 en voor Septem ber 1937 gemiddeld f 30.45 (door de halvee* ring d«v crisisheffing), kost een slachtkoe van middelmatige kwaliteit den slager momen tcel f 8c.meer dan in 1935 en f 33-meer dan in 1936. Van „oude tijden" met „oude prijzen" voor het vleesch kan dus momenteel geen sprake zijn. In werkelijkheid is het slachtvee thans aanzienlijk duurder dan één twee jaar ge leden, terwijl een hernieuwde stijging na de tijdelijke inzinking van de laatste twee wéken in September zich al weer heeft ingezet en dit prijsverschil nog meer zal accentueeren. Zelfs verwachten deskundigen, als geviolg van den funesten invloed van het mond- en klauwzeer op den veestapel en de vleesch- productie, in de naaste toekomst nog veel hoogere slachtveeprij'zen dan we tot dusver gehad hebben, hetgeenv uiteraard straks in de vleeschprijzen tot uiting moet komen. De veemarkten van begin dezer week wij zen sterk in die richting, n.1. minder aanvoer en hoogere prijzen met name op de markten van Nijke/rk en Amsterdam. De juiste prijzenpolitiek voor den slager is onder dergelijke omstandigheden en vooruit zichten; nivelleering der toppen en dalen in den slachtveeprijs. Handhaving der vleesch prijzen thans, maakt dat hij straks bij stijging der slachtveeprijzen niet onmiddellijk behoeft te komen met een evenredige opslag der vleeschprijzen, maar de ontwikkeling der din gen eerst eens kan aanzien. Dat een dergelijke prijzenpolitiek meer in het belang va* den consument is dan de tac tiek van hollen en stilstaan, waarvan de be deelde advertentie een voorbeeld is, behoeven wij wel niet nader uiteen te zetten. Nederlandsche Slagershond. Het fietsplaatje. Er is een groot dagblad, dat op het oogen blik in eigen stijl, dus óók „groot", een cam pagne voert tegen het fietsplaatje. Is de nijd tegen „het fietsplaatje" echter wel zoo écht, als hij lijkt? Zit bij velen niet de gedachte voor: als ze maar een ander sy steem van belasting op de fiets hadden, dan zou ik wel kans zien om er aan te ontko men? Zeker, er worden fietsplaatjes gegapt en velen, zooals er van dlles wordt gegapt, wat waarde h eeft. Toch zie ik in een wijziging van het sy steem van belastinginning niet veel nut. Een andere zaak is, dat heel deze heffing zoo gauw dient te vervallen als de rijksmid delen, welke thans veel ruimer worden, zulks veroorloven. De fietsbelasting is onpopulair en weidt als een onrecht aangevoeld, omdat ze in het algemeen den kleinen man zwaar en té zwaar treft, waar ze een zoo noodza kelijk artikel treft als het verlengstuk van een paar proletariërsbecnen. En ook de harteloosheid, waarmee de con trole op «deze belasting' wórdt gevoerd, wekt grooten weerzin. Al ka.» me.i dat do belasting is betaald, b.v. door het plaatje uit den zak te halen dan nóg moeten de ambtenaren boete vorderen en zoo noodig het rijwiel in beslag nemen. Deze maatregel treft als regel juist de allerarmsten, die zóó bezorgd zijn, dat het merk hun zal worden ontstolen, dat ze het niet aan hun fiets dur ven hangen, doch het in den zak meevoeren. Op geen enkele andere belasting is de con trole zóó streng en onbarmhartig. Honden moeten een belastingpenning dragen, maar hoeveel ziet men er mee? En voor geen en kele belasting geldt de bepaling, dat boete verschuldigd is, wanneer de kwitantie niet op voorgeschreven zichtbare wijze wordt gedra gen. Alles bij elkaar: zoolang deze belasting wordt geheven, komt me het systeem niet zoo verwerpelijk voor. Er kome echter in de allereerste plaats meer soepelheid. De verplichting, dat het rijwielplaatje op het rijwiel moet zijn bevestigd of zichtbaar moet worden gedragen moet dan ook komert te vervallen. Voldoende moet het geacht wor den, dat men het exemplaar op eerste aan-| vrage kan veitoonen» Muzikale spijs. De „wetenschap'1 welke niets spaart voor haar onderzoekingen, heeft zich thans ook geworpen op het vraagstuk van den invloed van het lawaai op het menscheljjk prestatie vermogen en van den invloed, welke muziek op de spijsvertering heeft- Nu ik van de resultaten dezer onderzoe kingen heb gelezen, is het me duidelijk, dat men wel van „muzikale spijs1» pleegt te spre ken.. Muziek n.1. blijkt den honger te kunnen stillen en daartegenover ook de eetlust te kunnen opwekken. Dat laatste doet speciaal de marschmuziek. „Luistert men zoo lees ik in een tijd schrift naar vlotte muziek, vooral naar marschen, dan kan de spijsvertering daar. door slechts bevorderd worden. De reuk ien smaakzin moeten zelfs door vlotte marschmuziek geprikkeld worden. En de bloedcirculatie door het géheele lichaam wordt er door bevorderd. Inderdaad 19 het reeds lang een be kend feit, dat de mensch bij marschmu* ziek altijd honger gevoelt en dorst krijgt.,, Vandaar natuurlijk, dat onze Hollandschei soldaten, die gewoon ®jjn om achter de mu ziek van de staf aan te marcheeren, zulke hongerige Gijzen zijn! Gelukkig heeft dezelf-: de wetenschap, welke dit laatste verklaarbaar maakte, ook het middel aangeduid om onze soldaten wat minder schadelijk in den kost te maken. „Sleepende walsen, als b?j voorbeeld: „An der schonen blauwen Donau'-, hebben niet alleen een nadeeligen invloed op de spijsverteering, maar zijn in staat om alle etenstrek weg te nemen. De reacties n-L, welke deze muziek in het gemoed ver-* oorzaakt, verminderen sterk de spiercon- centraties, welke voor de beweging van' maag en andere ingewanden noodzakelijk 'zijn.'1 Het zal dus een groote bezuiniging op onze kosten van onze nationale defensie geven, wanneer onze soldaten te velde worden ge leid door marschmuziek, maar bij de aankomst in hun kwartieren worden onthaald op Ween^ sche walsen. Straus voedt goed, nog beter dan JasG Welgemoed. En goedkoop. De steun. De „verbeterde" steunmaatregelen van den nieuwen minister van Sociale Zaken Mr. Romme, hebben geen goede pers, ook niet in katholieke kringen, waar men de sociale politiek van het kabinetColijn in de crisis jaren altijd zeer onvoldoende had geheeten. Van een katholieken minister van Sociale Zaken had men in die kringen daarom iets heel anders verhoopt, dan de pietepeuterige „verbeteringen" van den steun aan de werk loozen welke thans zijn bekend gemaakt. De toeslag voor meerderjarige inwonende kinde ren, zou, naar wordt berekend, practisch niet veel beteekenen en de aansporing van den mi nister aan de werkloozen om te „sparen" van de steungelden, welke sinds jaar en dag zijn atgpast op de grenzen van het befaamde „ethische minimum", wordt hier en daar als een hoon aangemerkt. Deze critiek is verklaarbaar, maar toch ook wel eenigszins voorbarig. Het is niet aan te nemen, dat thans reeds in het gereconstru eerde kabinet—Colijn nieuwe sociale inzichten zich radicaal baan hebben kunnen breken. Overal in de maatschappij, tot in de Ka mers en in de regeering, heeft een behouds gezinde geest zich in een betonnen onder komen verschanst, waaruit hij niet gemakke lijk te verdrijven zal zijn. Te meer niet, om dat niet met alle wapenen er tegen mag wor den opgetrokken. De bedoelde geest is lang niet altijd een vijandige, velen, die er van I zijn bezield, dragen hem als een eerlijke overtuiging en zijn van meening, dat ze met hun behoudsgezindheid en schijnbare hard heid de maatschappij en mét deze: de arbei ders, beschermen voor érger dan thans wordt doorgestaan. Inmiddels is het toch onmiskenbaar, dat de rijksmiddelen vlotter toevloeien en dat het leven duurder wordt. In dat geval hebben de armsten het recht om het eerst hulp te ontvangen. Verwacht mag worden, dat het komend* contact van regeering en parlement ex toe zal leiden, dat de „sociale!' elementen in hel kabinet hij hun streven naar lotsverbetering voor de gezinnen der werkloozen, zullen kun nen gaan vlotten op een stroom, welke on weerstaanbaar in de sewenschte richting voeH.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1937 | | pagina 6