JhrWviJka en Eulajoa
BmnmJtcuidixh Ou-eA$icM
BuileniandieA ÖAWifyLcht
Driemaal in den loop van de laatste twee
Jaren heeft Amerika's president zich bij-
londer nadrukkelijk met den toestand in
Europa en Azië bezig gehouden en even
zoovele malen schilderde hij dezen toestand
ongeveer als volgt: De wereldvrede wordt
slechts door 10 a 15 der menschheid
bedreigd. Het is het ingrijpen der auto
cratie in het wereldgebeuren, dat den
vrede in gevaar brengt, terwijl daar, waar
het democratisch ideaal getrouwelijk ver
wezenlijkt wordt, dergelijke gevaren niet
ontstaan.
Terwijl nu de schildering dezelfde bleef,
was de conclusie welke Roosevelt daaruit
trok, een ieder maal weer anders en daar
achter schuilt een ontwikkeling in het den
ken der Amerikanen, welke ward is, met
de grootste aandacht gevolgd te worden.
Op 3 Januari 1936 luidde deze conclusie:
Isoleering! M.a.w. er mag komen, wat er
komen wil, maar de Vereenigde Staten
zullen zich buiten iedere verwikkeling
houden.
Elf maanden later, op 1 December 1936
bij de opening van het Pan-Amerikaansche
Congres te Buenos Aires, liet Roosevelt
echter reeds een ander geluid hooren. Hij
gaf toe, dat de volkeren van Amerika zelfs
niet voor de gevolgen van den verst ver
wijderden oorlog gespaard zouden blijven
en in een dergelijk geval een economische
verzwakking zouden ondergaan. Daaraan
knoopte hij de vraag en het antwoord
„Kunnen wij, de Amerikaansche republie
ken, de Oude Wereld te hulp komen Wat
mij betreft, ik ben er van overtuigd, dat
wij het kunnen 1"
Zooals men ziet, drukte de president zich
nog vrij vaag uit en daartoe had hij ook
alle reden, wijl op dat oogenblik de aan
hangers van de z.g. neutraliteits-ideologie
in de Vereenigde Staten zeer zeker nog
sterk in de meerderheid waren. Toch be
reikte hij met zijn woorden reeds toen, dat
de oorlogsgoden in Europa er van dat
oogenblik af niet al te zeker meer op kon-
ien rekenen, dat Amerika zich buiten elk
fonflict zou houden.
Thans zijn er weer tien maanden ver-
itreken, en nu zijn wij zoover, dat
Roosevelt in zijn redevoeringen van 5 en
11 October, resp. te Chicago en te Arling-
ton gehouden, zelfs alle vraagteekens heeft
weggelaten en de leer van isoleering en
neutraliteit tenminste theoretisch
naar het rijk der hersenschimmen heeft
verwezen. Ook dit is voorloopig nog slechts
een persoonlijke meening, ook dit blijft
voorloopig nog zonder tastbare gevolgen.
Roosevelt zei nog niet, hoe hij zich de „ver
eenigde inspanning" (concerted effort) der
vredelievende naties voorstelt. Nog minder
zei hij, tot welken graad zijn land het
risico, dat in een dergelijk „vereenigde in
spanning" opgesloten ligt, aanvaarden zal.
Maar in ieder geval begint men thans in
de Nieuwe Wereld in te zien, dat ook
Amerika's „huidige en toekomstige veilig
heid absoluut afhangt van de omstandig
heid, welke partij in de wereld het mach
tigst is. De vraag, hoe en in wiens voordeel
een oorlog (zelfs in vèr verwijderde lan
den) afloopt, is daarmede tot een vraag
van vitaal Amerikaansch eigenbelang ge
worden. Daarin ligt de mogelijkheid opge
sloten, dat Amerika in een bepaald conflict
gedwongen zal zijn, bij te dragen tot de
overwinning van een of andere partij. Ja,
nog voor het uitbreken van een oorlog en
juist om hem te verhinderen, is Amerika
genoodzaakt, zijn steun geheel te geven
aan de partij, voor welke het in het uiterste
geval zelfs strijden zou. Dit alles is het
tegendeel van neutraliteit.
Het is nu de vraag, tot welke grens het
Amerikaansche volk reeds bereid is, deze
principes te laten golden. Van Europa uit
is dat moeilijk te beoordeelen en derhalve
doet men er ook het best aan, zich voor
loopig van een oordeel te onthouden. Trou
wens, wanneer de openbare mèening in
een bepaald vraagstuk reeds aan het rollen
geraakt is, komt het meer op de richting
van de beweging dan op haar tegenwoor-
digen stand aan. En dat zij zich van de
neutraliteitsleer naar de solidariteitsleer
beweegt, is duidelijk.
Nog staat niet met absolute zekerheid
vast, dat Amerika binnen het kader van
de „concerted effort" tot het alleruiterste,
tot den oorlog zal meegaan. Maar de moge
lijkheid, ja de waarschijnlijkheid daartoe
bestaat reeds en de heerschers in bepaalde
hoofdsteden, van wier beslissingen oorlog
of vrede afhangt, zullen er een waarschu
wing tegen onverantwoordelijke avonturen
in moeten zien. Dit is de thans bereikte
stand der dingen, en men mag er on
tegenzeggelijk tevreden mede zijn.
Onder groote belangstelling werd van een der hellingen der N.V. Boele's
Scheepswerven en Machinefabriek te Bolnes het dubbelschroefschip „Incon-
fidente", gebouwd voor rekening van het gouvernement van den Zuid-Ame-
rikaanschen staat Rio Grande do Sol en heeft een laadvermogen van 4160 ton
te water gelaten.
De begrafenis van de slachtoffers
van de „T 13".
De begrafenis van de slachtoffers, die ge
vallen zijn bij de ramp van de „T 13",
heeft met groote plechtigheid plaats gehad.
De lijkstoet werd door het publiek met
groote ontroering gade geslagen. De drie
lijkkoetsen waren overdekt met kransen
en op de kisten lagen de verschillende
onderscheidingsteekens. Om het massa
graf stonden aan drie zijden de militairen
en de pijpers, terwijl aan de vierde zijde
de nabestaanden van de slachtoffers hadden
plaats genomen. Ook zeer vele belangstel
lenden hadden zich -war de begraafplaats
begeven, om getuige te zijn van de ter
aardebestelling van hen, die tijdens de
volle uitoefening van hun plicht het leven
lieten. Verschillende sprekers spraken
woorden van troost tot de nabestaanden
en uitten hun waardeering voor den ar
beid, dien deze stoere werkers verricht
hebben.
Deze aangrijpende plechtigheid zal bfj de
velen, die haar by woonden, lang in het
geheugen blijven.
De beroemde beeldhouwer Toon
Depuis overleden.
Dezer dagen is in de residentie de be
kende beeldhouwer Toon Depuis plotse
ling overleden. Deze groote beeldhouwer,
die te Antwerpen werd geboren, laat een
leege plaats achter, die moeilijk in te nemen
zal zijn. Niet alleen in de residentie en in
zijn geboorteplaats zullen velen hem mis
sen, ook in andere deelen des lands heeft
men met groote ontroering het plotseling
verscheiden van dezen beeldhouwer ver
nomen. Toon Depuis was niet alleen drager
van het officierskruis in de orde van
Oranje-Nassau, ook was hij in het bezit
van taliooze buitenlandsche onderschei
dingen, alsmede van gouden en zilveren
eeremedailles. Van de vele kunstwerken
die door hem werden ontworpen en ver
vaardigd, is vooral het monument voor de,
Koningin-Moeder aan het Rosarium in de
residentie zeer bekend.
Leerlingen van de Gemeentelijke
Handelsschool te Frankfort bezoe
ken ons land.
Een aantal leerlingen van de Gemeente
bladen geven duidelijk blijk van een pes
simistische kijk ten opzichte van deze nota
en wijzen pp 1914, toen het „Not kennt
kein gebot" werd uitgesproken. Anderen
spreken de hoop uit, dat deze verklaring
mede een stap zal zijn tot een goede rege
ling tusschen de verschillende landen van
Europa.
Het vrijwilligersvraagstuk en de
non-interventie.
De grootste klapbrug van Europa te Rotterdam geplaatst.
lijke Handels- en Hoogere Handelsschool
te Frankfort maken een excursie van on
geveer twaalf dagen door ons land. Vooral
de groote plaatsen zullen door hen worden
worden. In Rotterdam waren de excursis-
ten vol bewondering voor het drukke ri
vierverkeer. In Delft werden eenige fa
brieken bezocht, waarna men naar de resi
dentie trok, waar de Nederlandsche Kamer
van Koophandel voor Duitschland de
jongelui uitnoodigde tot een samenzijn irs
café „De Kroon". Ook Haarlem, IJmuiden,
de hoofdstad des lands en Utrecht zullen
door de Frankforter excursisten bezocht
worden.
De minister van Binnenlandschc
Zaken hervat zijn ambtsbezig
heden.
Na een ongesteldheid van eenige weken
heeft de minister van Binnenlandsche
Zaken, de heer H. van Boeijen, zijn ambts
bezigheden op het departement van Bin
nenlandsche Zaken weer hervat. De secre
taris-generaal en de chefs der afdeelingen
van zijn departement wilden dit heugelijk
feit niet ongemerkt voorbij laten gaan en
schonken hem een bloemstuk met een ge
calligrafeerde oorkonde door hen onder
teekend. Ook prijkte op zijn bureau een
vaas met rozen van den kamerbewaarder.
Verschillende telegrafische en schrifte
lijke gelukwenschen met zijn herstel zijn
bij den minister binnengekomen.
Een nieuwe slag voor de Indische
marine.
Voor de tweede maal in een week werd
de Indische marine zwaar getroffen. Waren
bij de ramp van de „T 13" negen dooden
te betreuren, bij deze nieuwe ramp zijn er
niet minder dan 5 slachtoffers gevallen.
De Indische marine beleeft wel zeer
moeilijke dagen, veertien van haar beste
krachten werden in één week zoo onver
wacht van haar weggerukt.
Het vliegtuig, dat zich op geringe hoogte
bevond, is kort na het opstijgen neerge
stort en werd door den grooten slag groo-
tendeels vernield. Voor er assistentie kon
verleend worden, zonk het vliegtuig; het
wordt nu ook als verloren beschouwd, daar
de zee daar op verschillende plaatsen zeer
diep is.
De strijd in China.
Met alle krachten blijft Japan den strijd
in China volhouden. In het Noorden be
haalt het herhaaldelijk successen, zooals de
verovering van het spoorwegknooppunt
Sjitsjiatsjwang, waar de spoorlijnen naar
Peking (Peiping), Tayoeanfoe en Hankau
elkaar kruisen, de bezetting van de hoofd
stad van Sweijuan, Kweihwa, en verschil
lende kleinere plaatsen langs de spoor
lijnen vanuit Sjitsjiatsjwang.
Bij Sjanghai maken de Japanners geen
groote vorderingen, al worden de gevech
ten onvermoeid voortgezet en heeft er ook
deze week weer een heftig bombardement
van Sjanghai plaats gehad, waarbij velen,
ook vrouwen en kinderen en burgers, den
dood vonden.
Toch houdt Japan vol, dat de actie
niet tegen China is gericht, maar tegen het
communisme, dat Japan geen territoriale
ambities heeft in China en niet van plan
is een regime te vestigen in Noord-China.
Een incident, dat deze week heeft plaats
gehad, waarbij drie auto's van de Britsche
ambassade tusschen Nanking en Sjanghai
werden beschoten door Japansche vlieg
tuigen, scheen eerst ernstige gevolgen te
kunnen hebben, maar heeft tot nog toe
toch niet geleid tot internationale verwik
kelingen. Zooals ook tevoren, bij den aan
val waarbij de Engelsche ambassadeur
Hugessen ernstig werd gewond, beweren
de Japanners niet te hebben geweten dat
de inzittenden der auto's Engelschen
waren, terwijl van Britsche zijde wordt
gezegd dat de auto's duidelijk de Britsche
vlag voerden en dat de Japansche autori
teiten van te voren op de hoogte waren
gesteld van den voorgenomen tocht. De
consul-generaal te Sjanghai heeft een uit
voerig verslag opgesteld, waarna aan Sir
Robert Craigie is opgedragen om aan de
Japansche autoriteiten mee te deelen hoe
zeer de Engelsche regeering het feit be
treurt dat er zoo kort na elkaar nu reeds
twee aanvalen zijn gedaan op auto's van
de Britsche ambassade.
vangt, doch dat de aanvaarding van de
uitnoodiging door Japan als onmogelijk
wordt beschouwd, zoolang dit land als aan
valler wordt gequalificeerd.
De voorbereidingen voor de conferentie
zijn thans in vollen gang.
Een Duitsche verklaring aan België.
Door Von Neurath, den Duitschen minis
ter van Buitenlandsche Zaken is deze week
een nota overhandigd aan den Belgischen
gezant, Jacques d'Avignon, welke de ver
klaring bevatte dat Duitschland zich ver
bindt om België niet aan te vallen en de
integriteit van het grondgebied van België
te waarborgen. Het is een eenzijdige ver
klaring, waartegenover geen tegenpresta
tie van België wordt verwacht. In ant
woord hierop overhandigde de Belgische
gezant de nota van België aan Von Neu
rath, waarin België de Duitsche verklaring
aanvaardt en dankt voor het vertrouwen.
Het commentaar van Duitsche zijde, dat
de Duitsch-Belgische nota vergezelde, be
vatte echter de bepaling, dat de verklaring
slechts zoolang van kracht zal zijn, als Bel
gië zich in een eventueelen oorlog niet aan
de zijde der tegenstanders van Duitsch
land schaart en zoolang het Belgisch
grondgebied geen "operatiebasis voor een
vijandelijke mogendheid en geen door
gangsgebied voor vijandelijke troepen
vormt.
Nadat Frankrijk en Engeland enkele
maanden geleden België ontslagen hebben
van zijn verplichtingen voortvloeiende uit
het verdrag van Locarno, heeft ook
Duitschland blijk gegeven geen wantrou
wen tegen België te koesteren.
Niet allen in België hebben vertrouwen
in deze verklaring van Duitschland, eenige
Na de weigering van Mussolini om in te
gaan op het Fransch-Engelsche voorstel
inzake een conferentie der drie mogend
heden over het terugtrekken der vrijwilli
gers uit Spanje, was algemeen de groote
vraag: Welke maatregelen zullen Londen
en Parijs nu nemen, vooral daar tevoren
duidelijk te kennen was gegeven, dat een
eventueele weigering van Italië een „ern
stige toestand" zou scheppen? In zijn nota
heeft Mussolini niet als zijn meening geuit
dat de vrijwilligerskwestie nergens andefs
kon worden besproken dan in de non-
interventiecommissie, maar alleen dat het
de geschiktste gelegenheid zou zijn. Tevens
dat Italië in geen geval zal confereeren
gaan. Wel gaf Frankrijk den indruk ge
zonder Duitschland.
Tot het openstellen der Fransch-Spaan-
sche grens, wat eigenlijk verwacht werd
door de meeste andere mogendheden, zijn
Frankrijk en Engeland nog niet overge-
neigd te zijn tot krachtig optreden en dus
tot den stap van het openstellen der
Fransch-Spaansche grens, maar Engeland
nam een gereserveerde houding aan en
scheen niet direct voor dezen maatregel te
zijn. Zeker is het, dat alle stappen, in
welke richting dan ook, door beide landen
gemeenschappelijk zullen worden gedaan.
Een onmiddellijke daadwerkelijke actie
heeft men dan ook voorloopig laten varen
en nadat Parijs zijn voorstellen bij Londen
had ingediend, werd het besluit genomen
om de niet-inmengingscommissie opnieuw
bij elkaar te roepen en aldaar het vrij
willigersvraagstuk te bespreken. Aanvan
kelijk schenen Londen en Parijs het niet
geheel eens te zijn over enkele punten:
Frankrijk wilde liefst een tijdlimiet vast
stellen binnen welke een overeenstemming
bereikt zou moeten zijn, waarmee Londen
niet geheel instemde. C">k hadden beide
mogendheden nog verschil van meening
over de maatregelen, die genomen moesten
worden indien de bespreking in de non-
interventiecommissie mocht mislukken,
maar vast bleef het, dat noch het een, noch
het ander zou kunnen leiden tot een br«uk
tusschen de twee landen. Over het eerste
punt zijn Engeland en Frankrijk het eens
geworden door te besluiten, wél in de
commissie sterk aan te dringen op grooten
spoed, maar geen gespecificeerde termijn
voor de besprekingen te stellen.
In de zitting van de non-interventie
commissie, die Zaterdag heeft plaats ge
had, hébben Frankrijk en Engeland onge
veer gelijkluidende verklaringen afgelegd,
nadat in de subcommissie de Fransche am
bassadeur Corbin een uiteenzetting had
gegeven.
De verklaringen bevatten in het kort de
volgende punten: het zonder vertraging
aanvaarden van het beginsel der terug
trekking van de vrijwilligers uit Spanje;
het voorstellen van een plan voor de uit
voering van dat beginsel; de mededeelinj
dat beide mogendheden hun vrijheid vat
handelen kunnen hernemen, indien geer
accoord wordt bei'eikt.
Het antwoord van Italië hierop werd
door Grandi meegedeeld in zijn rede,
waarin hij zeide dat het fascistische Italië
bereid was het voorstel te aanvaarden tol
de gedeeltelijke terugtrekking van een be
paald aantal vrijwilligers, n.1. van een ge
lijk aantal uit beide kampen op de voor
waarden van het Britsche plan. Als ever
belangi-ijke kwestie noemde hij nogmaals
de belligerente rechten en de contröle.
Italië deed het voorstel om onmiddellijk
contact te zoeken met de' beide partijen.
Duitschland sloot zich bij dit voorstel
aan. Namens Rusland veroordeelde Maisky
de non-interventiecommissie.
In Londen heerscht na de verklaring
van Italië voldoening over de principieele
aanvaarding door dit land van gedeelte
lijke terugtrekking der vrijwilligers.
De Neffenmogeiidheclen-conferentie.
Het staat thans vast, dat de Zuidzee-
conferentie gehouden zal worden te Brus
sel en waarschijnlijk zal deze binnen twee
weken bijeengeroepen worden. In een
radiotoespraak, welke Roosevelt heeft ge
houden en waarin hij het congres in een
bijzondere zitting bijeenriep op 15 Novem
ber, heeft de Amerikaansche president de
bereidwilligheid van de Vereenigde Staten
te kennen gegeven, om deel te nemen aan
de Negenmogendheden-conferentie met het
doel samen te werken met de andere
onderteekenaars van het verdrag, waar
onder ook China en Japan. Was Japan
aanvankelijk niet van zins deel te nemen
aan de Zuidzee-conferentie, daar het zich
teruggetrokken had uit den Volkenbond,
op welks initiatief de conferentie bijeen
geroepen wordt, thans wordt bericht dat
Japan wel bereid zou zijn zich op de con
ferentie te laten vertegenwoordigen, wan
neer het een officieele uitnoodiging ont-
Generaal Davila, de bevelhebber van de Spaansche troepen aan het Noor
derfront, bracht een bezoek aan de operatieterreinen.