DE SOESTER COURANT
Recht, menschelijkheid en
R.S.B.-ers.
Mijerschc Mijmeringen.
Zaterdag 11 Aug. 1945
UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK
Bureau: Van Weedestraat 35, Telef. 2566
21e Jaargang - No. 15
Na een vijfjarig "bewind van ter
reur en rechteloosheid leven wij
weer onder democratisch bewind,
waarin recht en menschelijkheid hun
waarde hebben herkregen. Mensche
lijkheid, in feite een uitvloeisel van
recht, want in een door rechtsnor
men beheerschte maatschappij
heerscht automatisch ook orde, fat
soen, menschelijkheid. Recht is niet
een dood iets. Het groeit met den
tijd mee, in overeenstemming met
het rechtsbewustzijn van het volk.
Ook de bijzondere tijdsomstandig
heden tijdens en na den oorlog heb-
onze regeerïng genoopt tot 't schep
pen van nieuwe rechtsmaatregelen,
in overeenstemming met het rechts
bewustzijn, dat o.m. bestraffing van
politieke misdadigers eischt.
Geen straf zonder wet. De rech
ter, onpartijdig en onbevooroordeeld
maakt uit aan welk delict de ver
dachte zich heeft schuldig gemaakt
en welke straf hem toekomt. Dit
sluit eigenrichting en willekeur uit.
Het is dan ook in strijd met het
recht en in strijd met de mensche
lijkheid, gevangenen anders te be
handelen dan wetten, besluiten en
reglementen voorschrijven.
Wanneer wij dan ook in „Het Pa
rool" en in „Vrij Nederland" lezen,
dat in de concentratiekampen zich
momenteel ongerechtigheden afspe
len, die den indruk wekken, dat de
ze kampen volgens nazi-principes ge
leid worden, dan is dit in strijd
met de meest elementaire begrippen
van recht en menschelijkheid.
Het was moffenmethode de gevan
genen uren aaneen in weer en wind
in de houding te laten staan. Thans
doet men deze behandeling in Vught
zwangere vrouwen aan! Het was 'n
moffenmethode gevangenen te la
ten strafmarcheeren in te kleine
klompen, zoodat hun voeten wel
dra een bonk bloed en wond waren.
Dat de Duitsche schoften, die in de
concentratiekampen de leiding had
den daarin een sadistisch genoegen;
vonden, daarvoor waren het barba
ren. Dat Nederlanders zich voor die
methoden leenen en zich daarmee
op één lijn met die barbaren stel
len is een aanfluiting van het zijn
van Nederlander, van het behooren
tot een beschaafd volk.
Wij kunnen het ons indenken dat
dit geschiedt door menschen, die
hetzelfde aan den lijve ondervon
den hebben en het „fijn" vinden
zich nu eens te kunnen wreken.
Doch zij vergeten, afgezien nog hier
van, dat zij als Nederlanders de
wreedheid van die barbaarsche on-
menschen niet behooren na te
apen, dat wij in een rechtsstaat
leven, waarin uitsluitend gestraft
mag worden door den rechter; be
houdens de voorgeschreven re
glementaire en disciplinaire straffen.
Doch bovenal verdienen dergelijke
methoden onvoorwaardelijk veroor
deeling, omdat daarvan ook hon
derden wellicht duizenden de dupe
worden, die nog slechts verdach
ten zijn, omtrent wier schuld dus
nog niets positief vaststaat. Hoevaak
een „verdenking" ongegrond was. is
in de afgeloopen maanden wel ge
bleken.
Miat jus: het recht moet zijn beloop
hebben. Volgens dat recht heeft ook
zelfs de grootste boet recht op juri-
dischen bijstand. Ook het Tribunaal-
besluit bepaalt, dat hem, die geen
advocaat heeft, er een wordt toe
gevoegd. Diens taak is niet: wat
krom is recht praten, zooals wel
eens beweerd wordt, maar wel: te
zorgen, dat de verdachte niet ge
straft wordt voor iets waaraan hij
niet schuldig is, te zorgen, dat de
rechter volledig wordt ingelicht,
ook t.a.v. de verzachtende omstan
digheden, zoodat uiteindelijk een
juist vonnis geveld wordt. Ook tij
dens het vooronderzoek kan de
raadsman vaak reeds aantoonen, dat
verdenkingen ongegrond waren, zoo
dat vrijlating van den verdachte
volgt. Het is dan ook slechts een be
wijs van armetierige, burgerlijke be
krompenheid en domheid als er
aanmerkingen op gemaakt worden,
dat een advocaat politieke verdach
ten bijstaat, zooals o.a. dezer dagen
in „De Waarheid" geschiedde, een
bewijs van volkomen miskenning
van taak en plicht van een juri
disch en raadsman. En het kar*
slechts verwondering wekken, dat
die bekrompenheid en domheid niet
alleen wordt aangetroffen bij den
man achter den handkar, maar óók
bij de menschen, die zich graag tot
de „intellectueelen" en den „bete
ren stand" rekenen.
Recht en menschelijkheid. fn onze
democratische maatschappij, in onze
rechtsstaat behooren deze twee ten
volle betracht te worden. Ook ten
aanzien van het grootste geboefte,
dat achter prikkeldraad of in de
cel zit. Daarvoor staan wij mijlen
boven het Duitsche schoften- en
barbarendom. Daarvoor ook zijn wij:
christenen.
Distributienieuws.
UITREIKING NOODKAARTEN 6e
SERIE EN RRANDSTOFFENKAAR-
TEN T 509
In het tijdvak van 13 tot en met
28 Augustus 1945 zullen Noodkaar-
ten 6e serie en Brandstoffenkaarten
T 509 worden uitgereikt.
Verstrekt zullen worden:
Noodkaarten VI A voor personen
geboren in 1924 en eerder tegen in
neming van bon A 508 van het in
legvel GA 508.
Noodkaarten VI B voor personen
geboren in 1925 tot en met 1930
tegen inneming van bon B 508 van
het inlegvel GB 508.
Noodkaarten VI C voor personen
geboren in 1931 tot en met 1940
tegen inneming van bon C 508 van
het inlegvel GC 508-
Noodkaarten VI D voor personen
geboren in 1941 of later tegen in
neming van bon D 508 of E 508 van
het inlegvel GD repect. GE ^508.
Bij de uitreiking van bovengenoem
de kaarten zal tegelijkertijd wor
den overgegaan tot uitreiking van de
Brandstoffenkaart T 509 voor ver-
warmingsdoeleinden voor het stook-
seizoen 1945/1946.
Voor beide uitreikingen dienen te
worden medegebracht de Tweede
Distributiestamkaarten en Inlegvel-
ten GA, GB, GC, GD. GE 508 van
alle gezinsleden, de Eerste Distribu
tiestamkaart van het gezinshoofd en
het volledig ingevulde formulier
MD 323-09, welk formulier tot en
met 11 Augustus 12 uur n.m. ver
krijgbaar is in het uitreikingslokaal
aan de Van Weedestraat 3 te Soest
en dagelijks aan het Bijkantoor te
Soesterb. V.V.V.-huis Rademakerstr.
De uitreiking zal plaats vinden te
Soest in het uitreikingslokaal Van
Weedestraat 3 en te Soesterberg in
Café ,,'t Centrum", Rademakerstraat
6 en wel als volgt:
SOEST.
A t. m. B op Maandag 13 Aug. en
Woensdag 14 Augustus.
C t. m. F op Donderdag 16 Aug.
G t. m. J op "Vrijdag 17 Aug. en
Zaterdag 18 Augustus.
K t. m. L op Maandag 20 Aug-
M t. m. Q op Dinsdag 21 Aug.
R t. m. S op Woensdag 22 Aug.
FOTO'S DER FEESTELIJHEDEN
IN DEN PALEISTUIN.
Ten gerieve van onze lezers lieten
wij van de groote kinderfeesten in
den Paleistuin op j.1. Zaterdag een
fraaie serie foto's vervaardigen door
het Foto-bureau „Heno" Kalverstr.
te Amsterdam.
Een 18-tal opnamen, die uitnemend
zijn geslaagd, hebben wij geëxpo
seerd in onze tïjdinghal aan onze
zaak, alwaar zij gedurende 'n week
ter bezichtiging zijn.
Deze foto's die vervaardigd werden
op een formaat van 18 bij 24 c.M.,
stellen wij voor onze lezers verkrijg
baar tegen den prijs van f 2.50 p. st.
Vanaf a.s. Maandag zullen deze fo
to's ook te bezichtigen zijn bij de
boekhandels Adriaansen en Visser
en de heeren Nilson (hulppostkan
toor) Soesterbergschestraat en Rade
maker (hulppostkantoor) Laanstr.,
alwaar eveneens bestellingen kunnen
worden opgegeven.
Burgerlijke stand.
Geboren. Aaltje, d. v. H. Wijnhoff
en A. S. van Klingeren. Paulus Theo-
dorus Anthonius, z. v. A. A. v. Ros-
sum en E. M. Wïlders. Richarda Jo-
hanna Albertha, d. v. L. de Beer
en J. M. van Schalkwijk- Catharine
Pauline, d. v. P. J. Heussen en G.
Boone. Simon, z. v. S. Opmeer en
R. v. d- Schagt. Dirkje, d. v- D-
Kleijn en H. v. d. Broek. Johannes
Henricus Laurentius, z. v. H- Th.
Stevens en L. M. Berg. Arian, z. v.
R. Beijen en R. Hop. Carolina, d.
v. D. Faber en H. C. de Klerk.
Ondertrouwd. H. J. Meijering, 25
jr. en H. L. Verpoorten, 26 jr. J.
H. v. d- Bremer, 35 jr. en M-
v. d. Berg, 29 jr. A. Th. v- d Berg,
31 jr. en H. H. In den Haak, 33 jr.
Gehuwd. Th. Tolhuisen, 20 jr. en
W. Groen, 18 jr. W. v. VoskuiIen:
30 jr. en C. H. Bokma, 29 jr.
Overleden. Lambertus J. Fels, 54 jr.
Johanna C. v. d. Kleij, 9 jr. Petrus
Kuijper, 80 jr. Hendrik Vos, 60 jr.
T t. m. V op Donderdag 23 Aug.
W t. m. Z. op Vrijdag 24 Aug.
Eiken dag van 9-12 en 1.30-4 uur.
Zaterdag 18 Augustus van 9-12 uur.
SOESTERBERG.
A t.m. K op Maandag 27 Aug.
L t. m. Z op Dinsdag 28 Aug.
Eiken dag van 10-2 uur.
Teneinde de uitreiking zoo vlot mo
gelijk te doen verloopen dient een
ieder op den aangewezen dag te
komen.
zijn en wier huis ondertusschen aan
anderen is toegewezen, als antwoord
gaf: Tja, dat weet ik ook niet, daar
is nog niet in voorzien!"
Je doet maar het beste je niet te
veel te verdiepen in de problemen
van dezen tijd, want dan kun je
aan het piekeren blijven. En bij al
dien chaos en rompslomp, waarin
we ondergedompeld zijn, doet het
dan ook goed weer eens een echte
Oranjedag mee te maken, waarop je
je als vanouds kunt uitleven als
100 o/o Nederlander, zooals we Za
terdag beleefd hebben. Wat waren
de menschen enthousiast; velen zelfs
uitzinnig van blijdschap, ons Prin
selijk huisgezin in hun midden te
hebben. Soest was één bonk Oran
je van buiten en van binnen. En
zóó mag ik het graag zien. Ja, ik
vraag het me weer af: waarom nou
niet één Oranjepartij. Dan hoeven
we ook geen verkiezingen te heb
ben, waarover de menschen zich nu
al zoo druk maken en dan waren
wij met z'n allen één groot Neder -
landsch huisgezin. Kan de Waar
heid-redactie daar niet een oplossing
voor gevenV Die schijnt nogal bij
te zijn. Mijer.
„Wij leven in een chaotischen tijd.
Iets van den waanzin van onze da
gen vindt zijn neerslag in de vreemd
ste courantenberichten. Wij vragen
pns af: „leven we in een gekken
huis met z'n allen? Het lijkt er
soms wel eens op."
Aldus, waarde lezers, schrijft het
bekende weekblad „Vrij Neder
land". En daaraan moest ik denken
toen ik deze week in „De Waar
heid" dat artikeltje over Soest las,
waarin de namen van twee beken
de ingezetenen werden genoemd, die
noodig moesten „gezuiverd" worden,
omdat ze lid van de N.S-B. geweest
zijn. Met andere woorden: dat zijn
óók een soortement landverraders,
die niet in hun openbare functie
kunnen worden gehandhaafd. Ik
heb m'n oogen uitgewreven en het
nog eens gelezen. Maar het stond
er heusch. „De Waarheid" maakt
geen onderscheid tusschen hen, die
N.B.S.-er geweest zijn en, laten
we zeggen, in Mei 1940, toen de
N.S.B. haar ware gedaante getoond
had, voor de eer bedankt hebben en
hen, die het na dien tijd gebleven
zijn, en daardoor hun instemming
betuigd hebben niet alle fraaighe-
den, die de heeren N.S.B.-ers nadien
hebben uitgehaald, alles voortsprui
tend uit: sympathie met den ovei»
weldiger van ons land. Weet de re
dactie van „De Waarheid'* dan niet,
dat dezelfde man, die nu met een
istoppelbaard van zes dagen en in
een boevenpakje aan in Schevenin-
gen zit, Mussert, nauwelijks 10 jaar
geleden in lndië als een vorst is
ontvangen geworden, in de soos van
Djokja heeft gesproken en alle amb
tenaren (Iet wel!) jazelfs het Djok-
jasche hof bevel kregen (Iet buiten
gewoon wel!) om daarbij tegenwoor
dig te zijn! Kijk, Waarheid-redac
tie, «dat is óók geweest! En mis
schien zetelen verscheidene van die
hooge autoriteiten, die toen Mus
sert bijna koninklijke eer bewezen
- ze zagen toch wel wat in de
N.S.B. zou je zoo zeggen! - thans
nog in Den Haag op hooge posïtie's.
Misschien dat de Waarheid-redac
tie nu eindelijk een lichtje opgaat!
Een andere vraag is het, of het tact
vol is om lieden, al valt op hun
gedragingen als goede vaderlanders
pok niets af te dingen, te stellen op
positie's waar ze als overheidsor
ganen hun vroegere „kameraden"
aan den tand moeten voelen. Want
dan kun je bijvoorbeeld minder ver
kwikkelijke tafreelen verwachten, als
bijvoorbeeld, dat de vrouw van een
geïnterneerde N.S.B.-er tegen zoo'n
autoriteit zegt: „Hou jij nou je groo-
ten mond maar dicht, want mijn man'
is N.S.B.-er geworden door de pro
paganda, die jij vroeger gemaakt
hebt" of „Mijn man is maar een
onnoozel N.S.B.-ertje geweest, maat
jij was vroeger een heele Piet in
de N.S.B.!" En dat is gebeurd! Ja,
en dan kun je als „autoriteit" eigen
lijk maar heel weinig anders meer
doen dan het onderhoud maar heel
gauw beëindigen.
Ja, we beleven rare tijden. Het
„overgangstijdperk" waarin we le
ven, wordt beheerscht door een ver
huiswagen vol artikelen, neergelegd
in 'n onnoembaar aantal besluiten en
verordeningen, waarin de autoriteiten
vaak zelf den weg niet kunnen vin
den. Zoo is bijvoorbeeld historisch,
dat, toen een autoriteit, de hoogste
die daarover ging, gevraagd werd
wat er nu moest gebeuren met
menschen, die als „verdachten* zijn
geïnterneerd en na verloop van een
paar maanden vrijkomen, omdat de
verdenkingen ongegrond gebleken
Vervolg 3e kolom onder aan.