DE SOESTER COURANT
HENK VAN BREUKELEN.
Mijersche Mijmeringen.
Zaterdag 25 Aug. 1945
UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK
Bureau: Van Weedestraat 35, Telet. 2566
21e Jaargang - No. 17
IN MEMORIAhi
Vandaag vindt de teraardebestel
ling plaats van het stoffelijk over
schot van Henricus van Breukelen,
den jongen Soester strijder voor de
vrijheid, die zijn leven veil had
voor zijn vaderland, en die op 18
November 1944 viel met „Leve
Oranje", Leve het Vaderland' op
de lippen.
Henk van Breukelen, hier bekend
bij jong en oud. Een degelijk za
kenman, een voorbeeldig echtgenoot
en vader, een trouwe vriend voor
hen, die zich tot zijn vrienden moch
ten rekenen, een vroolijke kameraad
in het jachtveld waar hij zoo gaarne
rondzwierf, een Nederlander tot in
hart en nieren.
Hij trotseerde alles. Avond aan
avond was zijn serre bezet met
vrienden om te luisteren naar de
Engelsche uitzendingen uit zijn,
kunstig en onvindbaar in den muur
verborgen radio.
De moflenberichten werden ook be
luisterd; als bron van vermakelijk
heid. „Klets maar toe" - placht
Henk te zeggen, - „Oranje wint
tóch!"
Na de verboden vruchten genoten
te hebben slopen de vrienden in
den donkeren avond weg over het
land achter zijn huis.
Zoo ging het avond aan avond. Zijn
vrienden wisten, dat hij nauw con
tact had met de „ondergrondsche'
Vurig strijder voor de vrijheid van
ons land, met diepen haat bezield
tegen alles waf mof was, stond hij
dag en nacht klaar om het werk
te doen, dat van hem gevraagd werd.
Zóó stond hij ook bekend bij zijn
tegenstanders, die op hem loerden
en eindelijk hun slag konden slaan.
De overval was te plotseling, de
goed gecamoufleerde schuilplaats in
huis kon niet tijdig meer bereikt
worden, men vond bezwarend ma
teriaal, de Oranje verzetsbanden, die
getuigden van zijn zekerheid dat
Oranje eens zou winnen. En hij
werd weggevoerd.
Men zal hem ondervraagd hebben
op de wijze als bij de „edelgerma-
nen" gewoonte was. Maar Henk
zweeg. En bleef zwijgen tot men
hem wegvoerde naar de plaats waar
zijn jonge leven zou eindigen. Zijn
laatste woorden waren gewijd aan
Oranje en het Vaderland, die zijn
liefde hadden tot in den dood en
waarvoor hij zijn leven gaf.
Zijn stoffelijk overschot zal heden
worden ter aarde besteld. Soest
heeft veel gevlagd den Iaatsten tijd.
Soest zal Zaterdag weer vlaggen,
maar thans halfstok, als betuiging
van medeleven en rouw. Doch als
zijn stoffelijk overschot aan den
schoot der aarde zal zijn toever
trouwd, moet aan zijn graf de drie
kleur geheschen worden, niet half
stok, maar hoog in den top, als fee
ken van de overwinning, waaraan
ook hij het zijne heeft bijgedragen
en waarvoor hij tot zijn laatste
ademtocht heeft gestreden.
De gang naar zijn laatste rustplaats
dient een eeregang te zijn. Langs
den weg moeten honderden, neen
duizenden, geschaard staan om hem
den Iaatsten groet te brengen. Geen
verkeersgeraas zou eigenlijk dien
gang mogen hinderen of onderbre
ken. Om der wille van dezen jon
gen held wien alle eer toekomt, die
menschen hem kunnen brengen.
Hij gaf zijn leven voor zijn land.
Honderden met hem hebben daar
voor hun leven gegeven. Offers, die
nimmer te vergeefs waren. Want
hun voorbeeld sterkte en gat ande
ren kracht. Hun geest van verzet
tot het laatste ging op anderen over.
Zóó werd het moffenregime onder
mijnd en bleef de ware HoIIandsche
geest behouden.
„Geen lastiger volk dan het Hollandi
sche", moet men in Berlijn eens ge
zegd hebben. Deze eere-kwalificatie
heeft ons volk te danken aan men
schen als Henk, die onverzettelijk
tot het laatst, den overweldiger ble
ven dwars zitten waar ze konden.
Een eeresaluut voor deze stille strij
ders, die zoo'n groot deel in on
ze vrijmaking hadden. Een extra
eeresaluut voor Henk, dien Soest
nimmer zal vergeten, doch zal blij
ven gedenken als een eereburger op
wien onze gemeente trotsch is.
Henk, eenvoudig en bescheiden, zou
als hij zijn laatste wensch had kun
nen mededeelen, geen praalgraf of
monument gewild hebben. Maar wij,
Soestenaren, richten een monument
voor hem op in ons hart, een onver
gankelijk monument, dat wij zullen
overdragen op onze kinderen en
kleinkinderen, als wij, gewagend
van de bewogen dagen van dezen
oorlog, ook vertellen van dien jon
gen Soester held, die in stilte werk
te en in stilte stierf. Voor Neder
land en Oranje!
Moge de eer zijn nagedachtenis be
wezen, een klein weinigje de droef
heid wegnemen welke heerscht in
zijn gezin, dat hij zoo liefhad.
V. D.
Oilicieele mededeelingen.
Burgem. en Weth. van Soest bren
gen ter kennis van belanghebbenden
dat gelegenheid tot kostelooze inen
ting tegen pokken wordt gegeven te
Soesterberg op Woensdag 29 Aug.
a.s., van 14.30 tot 13 uur, ten hui
ze van den heer A. Th. M. Splin
ter, arts, Amersfoortschestraat 3.
Een week later zal op dezelfde
plaats en tijd gelegenheid tot het
nazien der inentingen worden ge
geven.
Aan de belanghebbende ouders
wordt verzocht het trouwboekje me
de te brengen.
De Burgemeester van Soest wijst op
het gevaar, verbonden aan het af
steken of afschieten van lichtkogels
of lichtpatronen, al dan niet met
behulp van z.g. lichtsignaalpistolen,
waardoor zeer gemakkelijk brand
kan ontstaan, vooral op rieten daken
of in hooibergen; één geval daarvan
heeft zich reeds voorgedaan,
in verband daarmede herinnert hij:
le. aan de verplichting voor een ie
der om artikelen, tot den oorlogs
buit behoorende, te bevoegder plaat
se in te leveren;
2e. aan het feit, dat de bovenver
melde handelingen uitdrukkelijk in
de Verordening ter Voorkoming van
Brand strafbaar zijn gesteld.
Aan de politie en de Brandweer is
opdracht gegeven tegen bedoelde
overtredingen streng op te treden
en zoo noodig tegen de overtreders
procesverbaal op te maken.
Voetbal.
De kolenschaarschte in den afgeloo-
pen winter is oorzaak, dat heel wat
natuurschoon in het Burg. Deketh-
park verloren is gegaan. Ook de
terrein-inrichting van S.E.C. heeft
daardoor danig geleden. Banken,
schuttingen en zelfs een gedeelte
van het clubhuis vielen aan de roof
zucht voor het bemachtigen van
brandstof ten offer, 'ien slotte ver
nielden eenige granaten in de Mei
dagen het dak van de nog gespaar
de tribune.
Dankzij de groote medewerking
van den Burgemeester en den Di
recteur van gemeentewerken zijn de
vernielingen weder hersteld en zijn
zelfs vele verbeteringen aangebracht.
Aan beide lengte-zijden van het
speelveld zijn pl.m. 400 zitplaatsen
aangebracht en aan den kant van de
Schrikslaan een flinke staan-tribune.
Deze week zijn de werkzaamheden
beëindigd en 't S.E.C.-bestuur heeft
dan ook gemeend de weder in ge
bruikneming van het geheel geres
taureerde terrein een feestelijk tint
je te moeten geven.
De openingswedstrijd vindt a.s.
Zondag 2ó Aug. plaats en wei met
een wedstrijd van het eerste elftal
van S.E.C. tegen een sterk tour-elftal
van „De Volewijkers" (Kampioen v.
Nederland.)
Ook de hier gelegerde Ganadeezen
zijn met de vernieuwing van het
S.E.G.-terrein zeer ingenomen en
verleenen daarom ook a.s. Zondag
hun medewerking. De muziek van
The Royal Canadian Regement, on
der leiding van den Drum Major
Mason, zal den wedstrijd opluisteren.
- De Brandstoffencomm. te Baarn
vestigt er de aandacht op, dat met
ingang van 13 Augustus 1945 de bon
nen no. 43 en 44 van de nieuwe
brandstoffenkaart geldig verklaard
zijn voor het koopen van een een
heid brandstoffen op elke bon.
Deze bonnen moeten op uiterlijk 1
September a.s. worden ingeleverd
bij den brandstoffenhandelaar waar
bij men als klant staat ingeschreven,
en die hiervoor een ontvangstbewijs
moet afgeven.
Verandering van handelaar is tot
nader order NIE1 mogelijk.
De handelaren dienen de ontvangen
bonnen voor 3 September a.s. bij den
distributiedienst in te wisselen voor
aanvullingstoewijzingen, welke voor
11 September bij de brandstoffen-
commissie moeten worden ingele
verd.
Na 1 September a.s. kunnen geen
bonnen meer worden ingeleverd.
Aflevering mag eerst plaats hebben
na 3 September a.s.
De polletiek verdeelt niet meneer,
dat doen de menschen, die de pol
letiek daarvoor misbruiken. Ik bin
't met de vorige spreker heelemaal
eens. Deze regel moet er ook uit!
- Meneer de dirigent!
- Meneer Willemse!
- rk protesteer tegen de tweede
regel van 't Wien Neerlandsch
bloed. Daar staat: Van vreemde
smetten vrij. Ik wil daar niet te
veel van zeggen hier in 't bijzijn
van dames. Maar U weet, èh, van
die moffen-meiden hier en nou weer
al die canadeesjes, die verwacht
worden. Afijn, Cf begrijpt me wel,
die regel is gelogen en ik zing geen
leugens.
- Meneer de dirigent!
- Meneer Harmsen!
- Ik stel voor alleen neutrale liede
ren te zingen, bijvoorbeeld: De ko
nijnen hebben de koppen uit de
boerekool gevrete falderalderiere,
ot anders: Daddeme toffe jonges
zijn dat willeme weïte.
De dirigent neemt een stoel bij de
leuning. Slaat die óp de piano aan
stukken. Knal. Doodsche stilte. Di
rigent trekt 'n tafellaken uit z'n zak.
Droogt z'n van zweet druipend aan-
gelaat af. Wringt z'n laken uit.
Hangt dat over de piano te drogen.
Zijgt neer in een stoel en zucht hoor
baar:
- „En daarvoor hebben we nou vijf
jaar oorlog gehad! Ze leeren het
nóóit, nooit en nog eens nooit.
Bestorming van het podium. Gevecht.
Moordgeschrei. Sirene. Politie en
brandweer. Waterstralen. Brancards.
Een aantal druipnatte zangers trekt
huiswaarts, vierstemmig in den
schoonen nacht zingend:
„Eén is 't volk van Nederland!
Toen werd ik wakker.
Mijer.
Koninginnedag nadert in het dorp
Heideneuvel. Alles wordt in gereed
heid gebracht voor een grootschte
feetviering.
De leden van alle zangvereenigingen
en koren vereenigen zich tot één
groot koor, dat op den feestdag ter
eere van onze Koningin nationale
liederen ten gehoore zal brengen.
De eerste repetitie. De dirigent klimt
op het podium, vraagt stilte ep
kondigt aan, dat begonnen zal wori
den met het ïnstudeeren van het
Wilhelmus.
- Meneer de dirigent!
- Meneer Jansen!
- Meneer de dirigent, ik kan me
niet vereenigen met den eersten
regel van 't Wilhelmus. Kijk U eens,
daar staat: Ben ik van Duitschen
bloed. Stel je voor, van moffenbloed
meneer! Drie jaar ben ik onderge
doken geweest, uit pure vaderlands
liefde meneer, en drie maanden heb
ik bij de B.S. gediend, ook uit pure
vaderlandsliefde en nou moet ik
gaan zingen, dat ik van moffenbloed
ben! Daar protesteer ik tegen!
- Meneer de dirigent! 'v.
- Meneer Pieterse!
- Meneer de dirigent, ik zie daar
staan: We willen Holland houen.
Dat is fout, meneer. Dat moet zijn
Neêrland, want als je in Brabant
en Limburg komt, spreken ze van
Holland als van het land boven de
Maas. Ik ben altijd tegen dat woord
Holland voor Nederland geweest en
stel voor, dat we nou Neêrland zin
gen in plaats van Holland.
- Meneer de dirigent!
- Meneer Dirkse!
- Meneer de dirigent, hier staat een
leugen. Hier staat, dat Holland
klein is. Dat is niet waar. Het Ko
ninkrijk der Nederlanden omvat het
grondgebied in Europa plus de over-
zeesche bezittingen. Java, meneer,
is 40 maal zoo groot als Nederlands
En nou moeten we gaan zingen,
dat Holland klein is. Ik protesteer!
- Meneer de dirigent!
- Meneer E'lipse!
- Meneer de dirigent, hier staat dat
Holland zoo dras is. 'n Leugen me
neer. Ons land is niet dras. Hier
in Heideheuvel zegenen we zelfs el-
ken druppel regen. Als we zeggen,
dat ons land dras is, doen we net
ot 't hier 'n modderpoef is. Dat is
verkleineeren van je vaderland,
daar doe ik niet aan mee!
- Meneer de veurzittei.*!
- Meneer de Boer!
- Ik bin der ook teuge om leuges
te zinge, meneer de veurzitter. Hier
steet: Vet zijn je glanzende koeien.
Das geloge meneer! We hebbe de
veurige winter temet gin vrete ge
had, das te zegge, veur de koeie
nie. Die zijn van 't veurjaar de
wei ingegaan zoo mager as 'n kap
stok en zoo grauw as 'n ezelsvel.
En nou te motte zinge, dazze vet en
glanzend zijn, da doei ik nie, da's
'en leuge!
- Meneer de dirigent!
- Meneer Hendrikse!
- Hier staat in „De Driekleur her
rezen": Waar godsdienst geen twist
meer zal zaaien. Ik protesteer, me
neer de dirigent. De godsdienst heeft
nog nooit twist gezaaid. Dat doen
de menschen, die de godsdienst
daarvoor misbruiken. Ik kan me met
die regel niet vereenigen.
- Meneer de dirigent!
- Meneer Gerritse.
- Ik ben polletikus, dat wil ik wete
meneer. De polletiek is mijn ideaal,
en nou lees ik daar in dat zelfde
lied: Waarin geen partijzucht ons
volk meer verdeelt. Dat is een be-
Ieediging voor de polletiek meneer.
Vervolg 3e kolom onder aan.