De stakingen in
Amerika.
Mijersche Mijmeringen.
SOESTER COURANT
22e Jaargang - No. S
Abonnementsprijs 11.50 p. kw.
UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK
Bureau: Van Weedestraat 35 - Telefoon 2566 - Giro 126156
Dinsdag 29 Januari 1946
Verschijnt 2 maal per week.
Herinneren wij ons de kranten nog
uit den bezettingstijd? En de tevre-
den kopjes, die er toen prijkten bo
ven de berichten, die melding maak
ten van de stakingen in de gealli
eerde landen? Laten wij er dadelijk
aan toevoegen, dat de zacht-afge-
stemde Engelsche zender ons pre
cies dezelfde berichten toefluister
de- Een gezonde samenleving be
hoeft haar moeilijkheden geenszins
te verbergen.
Het Nededandsche publiek had ge
noeg besef van deze waarheid om
de verwachtingen, die de Duitschers
ons trachtten te suggereeren, met
een schouderophalen te laten voor
wat ze waren. Het fijne van de
zaak zouden we na den oorlog wel
vernemen.
Alleen als er sprake was van Ame
rika, zullen ouderen wel eens heb
ben gedacht aan den tijd, dat sta
kingen daar een nagenoeg onbekend
iets waren. Amerika was immers het
land van de ononderbroken voor
spoed en wie er wilde werken, kon
er niet alleen zijn brood verdienen,
maar hij had zelfs „den maarschalk
staf in zijn ransel"': van herdersjon
gen tot diamantkonïng van kran-
tenventer tot millïonnair. Aan de
menschen. die niet konden werken,
dacht men dan niet. Daar dacht
men trouwens in Amerika evenmin
aan. Sociale voorzieningen waren er
niet en met de voorspoed, de „pros-
perity", was 't ook niet zoo mooi ge
steld als het wel leek.
Weliswaar vertelden de statistieken
I- arts. dat het gemiddelde inkomen
van de Amerikanen in 1926 ander
half keer zoo hoog was als in 1913,
maar een gemiddelde is een onding.
Enkele hooge, zeer hooge cijfers
trekken het gemiddelde omhoog en
omtrent de breede onderlaag ajpggen
ze ons niets.
Een andere statistiek, die der in
komstenbelasting, leert ons heel iets
anders. Ze vertelt ons, dat slechts
3 millioen arbeiders van 42 tot 75
dollar per week verdienen en daar
onder volgden direct een 28 mil
lioen- die het met 15 tot 25 dollar
moesten stellen. De landarbeiders
hadden een 35 dollar per maand
en vele van dc industrie-arbeiders
werkten niet eens een volle week.
Otlicieele statistieken gaven in 1931
een aantal werkloozen op, dat tegen
de 10 millioen liep. Deze menschen
mochten voorzoover de bank, wien
ze hun spaarpenningen hadden toe
vertrouwd de loketten niet had-
gesloten. eerst opmaken wat ze in
hun „goede" tijd ter zijde hadden
gelegd en daarna konden zij naar
de soeploods naar de particuliere
liefdadigheid. Werkloosheidsverzeke
ring, een steunregeling, bestond niet.
En toch is het te verklaren, dat men
deze sociale misstanden niet zag, al
moeten wij er aan toevoegen, dat
velen ze ook niet wilden zien.
Amerika is van het Oosten uit geko
loniseerd. Het Oosten kon millioe-
nen landverhuizers aan den wal la
ten komen die een bijkans onmete-
telijk terrein voor zich zagen, waar
zij zich een best bestaan konden ver
werven. Zoolang dat terrein nog niet
vol was, kon een ieder er zijn geluk
beproeven. Wie energie had, door
zicht- van aanpakken wist, kon sla
gen wie dat alles niet had, bleef
arm, had de tegenspoed aan zichzelf
te wijten, werd niet beschouwd als
een slachtoffer van maatschappelij
ke omstandigheden, maar als een
mislukkeling, die er beter aan had
gedaan, thuis te blijven.
Sociale misstanden werden niet ge
voeld als sociaal onrecht, want een
ieder had zijn kans. De groote mas
sa voelde zich niet als uitgestootene
van het bezit van productiemidde
len van grond, van kapitaal de
arbeiders voelden zich in den grond
van de zaak geen arbeider maar ads-
piran t-bedrij fsleïder.
Het was een mentaliteit die bleef,
toen Amerika inderdaad „vol" was,
de grond zijn eigenaars had, de groo
te ondernemingen het afzetgebied in
hun macht hadden en de struts geen
concurrentie naast zich duldden en
de niet-bezitters inderdaad de „ont
erfden" bleken.
Met die oude mentaliteit ging Ame
rika de nieuwe periode in, een pe
riode, waarin het voor zijn gegroei
de roductie-apparaat afzetgebieden
moest vinden buiten zijn eigen gren
zen. Daardoor was het in dezelfde
positie gekomen als de andere „vol
groeide" landen in Europa en waar
door het nu binnenlands dezelfde
spanningen zag optreden als de Eu-
ropeesche landen kennen, spannin
gen waarvan de stakingen van nu
een uiting zijn.
Officieele mededeelingen.
Burgemeester en Wethouders van de
gemeente Soest maken bekend, dat
de Raad dier gemeente in zijn ver
gadering van 21 December 1945 heeft
vastgesteld te verordening inzake het
vervoer van hout binnen de gemeen
te Soest.
Deze verordening ligt gedurende 3
maanden op de secretarie der ge-1
meente ter inzage.
UITBETALING GRENSGELDEN.
De Inspecteur der belastingen te
Baam maakt belanghebbenden, die
in de gemeente Baarn, Soest of Eem-
nes wonen, erop attent, dat, ter ver
krijging van uitbetaling van aan de
grens bij repatrieering ingeleverd
geld, zij zich zonder overlegging van
verklaringen, af te geven door het
Gewestelijk Arbeidsbureau en de
P.O.D., schriftelijk tot hem kunnen
wenden.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Soest, brengen ter openbare
kennis, dat op 23 Januari 1946 bij
hen een verzoek ie ingekomen van
B. J. van der Wilt-de Groot, van be
roep zonder, wonende te Soest om
een verlof A in de navolgende loca-
liteit: voorlocaliteit van het perceel
plaatselijk gemerkt no. 111 en gele
gen aan den Nieuweweg aldaar.
Binnen twee weken na de dagtee-
kening dezer bekendmaking kan ie
der tegen het verleenen van dit ver
lof schriftelijk bezwaren bij Burge
meester en Wethouders inbrengen-
VOLKSTUINEN.
Burgemeester en Wethouders van de
gemeente Soest maken bekend, dat
zij, die in aanmerking wenschen te
komen voor het pachten van een
volkstuin van de gemeente in hef
jaar 1946, zich hiervoor schriftelijk
of mondeling kunnen opgeven aan
het gemeentehuis, afd. Eigendommen
voor 15 Februari 1946.
NEDERLAND HELPT INDIë.
Door de Sola Zilver fabriek te Zeist
is 'n lepeltje vervaardigd ter herden
king van de repatrieering uit Indië-
De verkoop van dit lepeltje heeft
plaats ten bate van het Comité „Ne
derland helpt Indie" tegen den prijs
van f 2.50 en is verkrijgbaar in Maga
zijn „Sierkunst", Burg. Grothestr. 11-
Als we bedenken, dat van elk ver
kocht exemplaar f 1.70 ten goede
komt aan het comité en model, kwa
liteit en afwerking niets te wenschen
overlaten, dan zijn wij overtuigd, dat
velen tot aankoop zullen overgaan.
Wij beleven wonderlijke tijden. Al
is het volkomen te begrijpen, dat
nog geen jaar na de vrede alles nog
niet op rolletjes kan gaan, toch sla,
je je handen wel eens van verbazing
ineen bij het lezen van sommige
krantenberichten. Een Amsterdam
mer zou geneigd zijn te zeggen: „Hoe
bestaot 'et!"
Er is papiergebrek, dat weet ieder
een. Kranten worden beknibbeld, be
hoorlijk schrijfpapier is schaarsch,
papier als verpakkingsmateriaal is'
haast niet te krijgen, van je drukker
krijg je zakenpapier met briefhoofd,
dat je vroeger niet cadeau had wil
len hebben. Kortom: de papiernooö
demonstreert zich nog dagelijks.
De schrijver van een bekend, sinds
enkele jaren uitverkocht, boek, wil
een nieuwe groote oplaag gratis ter
beschikking stellen van de getrof
fen gebieden, maar zijn uitgever
vecht al weken om papier zonder
een stap verder te komen. Maan
wél verschijnen plotseling zes radio-
bladen tegelijk. Daar is- wél papier
voor. Hoe bestaot 'et!
De radio staat weer in het teeken
van de publieke belangstelling en
niet minder de veelomstreden figuur
van den weleer zoo pouplairen di
recteur Vogt. Niemand, die recht
begrijpt, wat daarmee aan de hand
is. Een door hemzelf aangevraagde
commissie adviseert hem levenslang
uit te sluiten. Alsof er geen koutje
aan de lucht is laat-ie z'n geluid
weel* voor de microfoon hooren, de
arme Joden beweenend die.hij
zelf uit de AVRO getrapt heeft, lang
voor de moffen daartoe opdracht
gaven.
„Ik kan er niks aan doen" zegt de
Minister in de kamer. De Radiobode
staat weer onder zijn hoofdredac
teurschap. „Ik kan er niks aan doen",
zegt de minister. Maar hoeveel ande
ren redacteuren is het redacteur
schap ontzegd wegens hun collabo
ratie in oorlogstijd? Vogt valt daar
buiten. "Hoe bestaot 'et!
Aardig was dat berichtje, dat de
ambtenaren, die, door de moffen ge
dwongen, hebben gespit, hun paar
dubbeltjes, voor mijn part guldens,
moeten terugbetalen. Waarschijnlijk
voor den wederopbouw van Moffri-
ka! In diezelfde krant staat te Ie-;
zen, dat Vogt van de moffen f54.000
„wachtgeld" heeft gekregen, die hij
niet behoeft terug te betalen. Hoe,
bestaot 'et.
Leuke raadseltjes vindt je soms in
de krant. Zooals van die verzetsman
in Haarlem, die een C.C.D.-er had
doodgeschoten, terwijl z'n kamera
den diens lijk in 't water hadden,
laten zakken; de rechtbank verklaar
de zich onbevoegd om daarover te
oordeelen. De krijgsraad moet nd
beslissen of hij bevoegd is die zaak
te behandelen.
Om die puzlle op te lossen zou je
eigenlijk rechtsgeleerde moeten zijn.
Maar dit begrijp ik er toch wel uit,
dat er alle kans is, dat ook de krijgs
raad zich onbevoegd- verklaart. En.
dan is er geen enkele andere rechter
bevoegd. Zoodat de heeren dan maar
levenslang in voorarrest zullen moe
ten blijven zitten!
Tegenstellingen: een doodgewoon
burgermannetje, dat lid van het
N.A.F. is geweest voor z'n brood
je verhuist achter het prikkel
draad. De burgemeester van Barne-
veld, die volgens de kranten zoo'n
dozijn of meer Joden aan de moffen
heeft uitgeleverd, blijft in functie-
„Ik kan er niks aan doen", zei de
minister. „En als de ambtenaren en
de raadsleden het er niet mee eens
zijn. dan moeten ze maar in staking
gaan!"
Als je zoo iets leest, dan zeg je niet
eens meer: hoe bestaot et"; dan
eens meer: „hoe bestaot et"; dan
buurman pleegt te zeggen.
Een heel leuk raadseltje zat ook in
de uitspraak, waarbij Mr. Dr. Fre-
deriks de secr.-gen. van Binn. Za
ken eervol ontslag werd gegeven.
Aan zijn goede trouw, zijn liefde
voor vaderland en vorstenhuis, werd;
niet getwijfeld. Hij had door zijn
aanblijven tijdens de bezetting ook
zeer veel leed en schade weten
te voorkomen, maar.hij was niet
principieel genoeg geweest door niet
te weigeren waar hij eigenlijk had
moeten weigeren.
En nou redeneer ik zoo: als hij dan
geweigerd had, was hij natuurlijk de
laan uitgestuurd door de moffen. En
dan had hij niet het vele leed en
de vele schade kunnen voorkomen,
dat hij door zijn aanblijven wel
voorkomen heeft. Daarom moest hij.
als goed vaderlander blijven zitten
en dat kon hij alleen als hij niet
weigerde. Maar door niet te wei
geren was hij eigenlijk principieel
geen goed vaderlander en daarom
had hij wel moeten weigeren. Maar
in dat geval zou hij heel wat leed
en schade op zijn debet geboekt heb
ben gekregen, die hij als goed va
derlanders toch had behooren te
voorkomen en derhalve blijkt uit
zijn m i e t-weigering zijn goede va-
derlanderschap. Klaar als de dag!
dunkt me zoo!
Ik vraag me af als de heeren die
over hem geoordeeld hebben, nu!
zélf eens op zijn plaats gezeten had
den, wat zouden die dan gedaan,
hebben? Waarschijnlijk zouden zij:
principieel de beenen genomen heb
ben en per clandestien vliegtuig naar
Londen vertrokken zijn. Maar dan
had prompt den volgenden dag een
N.S.B.-er op die plaats gezeten, die
zéker niet het vele leed en de ve
le schade zou hebben voorkomen,
die Frederiks, door zijn aanblijven,
voorkomen heeft, maar ons land een
heeleboel narigheid hebben gebracht*
Daarenboven: hoe luidden de offi
cieele „Regeerïngsaanwijzingen" van
Mei 1937 (Dr. L. G. Kortenhorst, uit
gave Pax, Den Haag 1945), opgesteld
door de regeering voor 't geval van
een inval door de moffen? De teneur
van deze aanwijzingen is: „Blijf op
Uw post, werk mede met den vijand
al loopt ge gevaar misverstand en er
gernis te wekken bij de bevolking.
Want als goede ambtenaren hun post
verlaten, zitten in minder dan geen
tijd N.S.B.-ers op hun plaats."
Geheel in deze lijn was ook, dat 't
bekende Driemanschap van de Unie,
onder leiding van Linthorst Homann,
adviseerde: „Geen sabotage; loyale
houding; medewerking." Maar juist
omdat het Driemanschap die lijn
gevolg heeft, wordt aan alle kanten
geroepen, dat die heeren zich voor
een zuiveringsraad of Tribunaal die
nen te verantwoorden.
Ik snap er niet veel meer van. Als
ik dergelijke dingen lees, moet ik
altijd denken aan dat rijmpje, dat
ik jaren geleden eens ergens las en
dat me altijd is bijgebleven:
't Is goed mijn vriend, dat gij
critiek niet spaarde.
Doch hoed U wél voor achteraf-
geleuter,
't Is zoo gemakkelijk: kleinzielig
nagepeuter,
Oordeel als mensch, dan heeft Uw
oordeel waarde.
Mijer.
WEER HANDTASCH ONTRUKT.
Mevr. K., die in de avonduren op
de Korte Middelwijkstraat liep, werd
daar door een wielrijder ingehaald,
die haar in het voorbijgaan haar
handtasch ontrukte.