Amersfoort en Omstreken 1872. No. 20. Zaterdag- 11 Mei. Uitgever: A. M. SLOTHOUWER, Uren van vertrek der algemeene Communicatie middelen voor Amersfoort. BE VAL VAN HET ZEVENGESTERNTE. DE WEDDENSCHAP, DE BEIDE TROUWRINGEN. WEEKBLAD VOOR Dit Blad verschijnt des Zaterdags namiddag. Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden ƒ0.65. Franco door het geheele Bijk0.75. Afzonderlijke nummers7Vo Cent. Boekhandelaren en Postdirecteuren nemen bestellingen aan. TE AMERSFOORT. Advertentiën van 15 regelsƒ0.40 Iedere regel meerV1 /a Cent Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen door den belanghebbende in persoon bezorgd0.21. NEDERLANDSCHE CENTRAAL-SPOORTVEG DlLIGENCE-DIENST NAAR MAARSBERGEN EN BARNEVELD. Vertrek van Amersfoort naar Utrecht 9.17, 1.422.20, 8.6. Van Amersfoort naar Maarsbergen: Naar Barneveld z> Zwolle 9.14, 2.5, 4.19,8.25. 's morgens 6.45namiddag 4.30. des av. S1^ n. aank. d. laatsten tr. »Er is niets nieuws onder de zon" zegt het spreekwoord. Maar als de zon ter kimme is gedaalden het uitspansel langzamer hand met duizende en duizende flikkerende lichten wordt bezaaid, dan is het alsof bij het aanschouwen van die pracht een raad selachtige, nieuwe wereld voor ons wordt geopend. Het is als worden wij gedwon gen de oogen opwaarts te richten naar al die fonkelende sterrendie als zoovele schijnbaar onbewegelijke lichten aan den hemel staan. Maar ziet, op eens verschiet daar een steren verlaat sneller dan een bliksemstraal hare plaatsons oog kan haar niet volgen, zoo onverwacht is haar val. Wij vragen ons af het hoe en waar heen? Doch hoe meer wij ons afvragen, hoe raadselachtiger ons alles voorkomt, totdat wij ten laatste de vermoeide oog leden sluiten en droomen van een nieuw verschijnsel, van den val van het geheele zevengesternte door die ééne ster in haren vaart medegesleept. Eu die droom is helaas! maar al te waar. Want keeren wij tot de aarde terug, dan zien wij hiervoor een beeld der droeve werkelijkheid geschetst. Het nieuws was onder de sterren. Het zevengesternte der Ministers is medegesleept door den val van een hunner. De zeven verantwoordelijke dienaars der Kroon hebben op het voor beeld van den Heer Blussé hun ontslag ingediend aan den Koning. En waarom? Wij weten het niet. Een economisch vraagstuk was bij de Tweede Kamer aan de orde, een vraagstuk dat de Minister van Finantiën wilde be slist zien op een tijddat daarvoor geen dringende behoefte bestond, zoodat het met des te kalmer overleg kon worden opge lost het vraagstukuf Nederland al dan niet rijp was voor eene Inkomstenbelasting, hetzij op Duitschen, hetzij op Engelschen, hetzij op welken leest ook geschoeid? Het antwoord luidde reeds bij de behan deling van het eerste artikel ontkennend. Alle amendementen en het artikel zelf werden verworpenen het vraagstuk door intrekking van het ontwerp als niet ge daan beschouwd. Plotseling verbleekt de glans der finantieele ster, zij verschiet en valt, maarsleept terstond de overi gen met zich. Welke is daarvan de reden? Wij kun nen het niet gelooven dat de grond voor die onverklaarbare ha - 'telwijze daarin zou liggen dat het Ministerie zou beweren geen genoegzamen steun meer te vinden in de Tweede Kamer bij de tegenwoordige ver deeldheid der liberale partij. Want er is van geene verdeeldheid gebleken. Zooda nige verdeeldheid toch kan alleen be schouwd worden uit een politiek oogpunt, eerst dan zou er voor het Kabinet aanlei ding ontstaan om eene ministerieele crisis in het leven te roepen. Maar bij een vraag stuk als het onderhavigede Inkomsten belasting zoo geheel van staathuishoud kundigen aard, moest de politiek wel bui ten 't spel blijven. En ten overvloede is dit nog door zoovele liberale tegenstanders (Viruly, Godefroi, Kappeyne e. a.) uit drukkelijk gezegd. Hoe kan er dan van verdeeldheid op politiek terrein in het li berale kamp sprake zijn? Hebben zij door hun votum de wapenen aangegord tegen de potitieke richting van het Ministerie? Immers neen; zij verklaarden het zelve ronduit. Wij achten daarom deze crisis ongehoord, nooit gezien, nieuw en onver klaarbaar, en willen liefst geene bijoogmer ken trachten op te sporenten einde den glans der sterren niet geheel te verduisteren. Maar ook onverantwoordelijk is deze val. Welke groote voorstanders wij ook zijn van homogeniteit der Ministersin dit geval was die niet verbroken door het ontslag van een hunner. Dit ontslag miste iederen politieken grondslaghet kwam alleen voort uit een onzes inziens overdreven eer gevoel, dat zich gekwetst rekende door de verwerping van een troetelkindwaarvan de vader zich zooveel glorie had voorge steld en het is nog zeer de vraag of de Koning dit ontslag wel had aangenomen, indien de overige Ministers (ofschoon twee hunner, nl. Buitenlandsche Zaken en Jus titie met tegenzin) er geen Kabinets- quaestie van hadden gemaakt. Maar nu zij dit hebben gedaan, nu zij oorzaak zijn ge worden dat zoovele belangrijke zaken on afgedaan blijven, dat de arbeider plotseling te midden van het belangrijke werk den arbeid moet staken, dat verwarring in en naar huis gaan van de Kamer is gevolgd nu vreezen wij dat de Koning hun aller verzoek zal inwilligen. Mocht het slechts een voorbijgaande droom kunnen zijn maar zoo nietdan hopen wij dat weldra een nieuw zeven gesternte met gelijken glans en gelijke richting, doch zonder vallen, aan den po litieken sterrenhemel zal schitteren. FEUILLETON. OF II. Drie jaren vloden snel voorbij. Ellennog maar een bloempje bij Kareis vertrek, was in al haar schoonheid „uit gekomen" en had door hare lieftalligheid en levendigheid verscheidene oprechte bewonderaars gevonden; maar de held, het „ideaal" was nog niet verschenen. Karei was nog steeds in het buitenland, en niet voor over een jaar werd hij terugverwacht. Had hij de vreugde kun nen aanschouwen, waarmede zijn brieven door Ellen werden ontvangen, en geweten, dat de laatste altijd in haar boezem bewaard bleef en gelezen en herlezen werd, dan zou hij ta melijk gerust geweest zijn omtrent den toestand van haar hart. Maar ongelukkig maakte tegen dezen tijd iemand zijne intrede in de maatschappij, die wel geschikt scheen Ellen's romantische droomen te verwezenlijken. Het w as een Spaan- aehe graaf; een mooi manen volkomen gentleman zoodat alle meisjes verliefd op hem waren. Gedurende den tijd, dat zij den graaf nog niet gezien had hoorde zij van niets, dan van hem. Ten laatste ontmoette zij hem op een partij een van haar vriendinnen wees hem haar. Toen zij naar hem keek, zag zij een' grooten manmet een edel gelaat, zeer donker, zeer mooi en boven alles hij had een prachtigen baard. Spoedig daarna werd de graaf aan haar voorgesteld en na een kort gesprek, waarbij hij zeer geagiteerd scheenzeide hij haar, dat zij zoo zeer geleek op eene dierbare vrien din, die hij eens had, dat hij haar zonder aandoening niet kon aanzien. Het onderdrukken van zijn diep gevoel was zoo klaarblijkelijk, dat Ellen's warme sympathien in een3 opgewekt werden. Zij begon belang in hem te stellen, voor namelijk toen zij bevond, dat zijn omgang en zijn ontwikke ling geheel in overeenstemming waren met zijn gevoelig heid. Zij vond gelegenheid haar eigen talenten te toonen door de zijne, en zij gevoelde, dat de wijze, waarop zij zich aan den peinzenden vreemdeling vertoonde, geheel in haar voordeel was. Maar spoedigeerder dan zij verwachtte en ook wenschte verliet hij haar en kwam niet bij haar terug. Zekerdacht Ellen zal hij mij vragen om te dansen maar neen hij kwam dien avond niet terug. Ellen ging eenigzins onvergenoegd naar huis. Den volgenden avond ontmoette zij hem weder maar hij boog eenvoudig en ging voorbij. Een paar avonden later ontmoetten zij elkander nog eens bij een' vriend. Tegen het einde van de partij, toen Ellen gezien had, hoe bijna al de aanwezige dames hem hadden bewonderd en gevleid, verraste het haar zeer, toen hij naar haar toekwam en rustig naast haar ging zitten. Spoedig waren zij in een zeer aangenaam gesprek gewik keld. De graaf had veel gereisd en spoedig bemerkte EUen, dat hij ook in Zuid-Amerika was geweest. Een weinig be schroomd waagde zij te vragen, of hij Karei Soumiers kende. „Ja, ik heb hem verscheiden malen te Valparaiso ont moet een flinke vent en een groot Reveling der dames." Ellen bloosde. „Is hij een bijzonder vriend van u?" vroeg de graaf. „Ja neen," zeide Ellen, „geen zeer groote, geen zeer bijzondere vriend," en toen zij erg verlegen werd, daar zij een glimlach meende te zien op het gelaat van den graaf, voegde zij er haastig en sterk blozend bij„slechts een goede kennis." Het scheen, dat de graaf wel ingenomen was met haar antwoord. Hij bleef nog eenigen tijd bij haar zitten en noodigde haar toen uit met hem te dansen. Den volgenden dag maakte de graaf een bezoek bij haar en naderhand ontmoetten zij elkander dikwijls en altijd schenen zij elkanders gezelschap te zoeken, als aangedreven door dezelfde drijfveer. Bijna altijd was het met Ellen, dat hij de wals danste en dat deed hij prachtig. Hij noodigde haar uit met hem te gaan rijden en ik beken, dat deze tochtjes gevaarlijke dingen waren. De graaf reed zoo mo gelijk nog beter dan hij walste en zag er zoo edel uit op zijn fleren hengst. Als zij langzaam door die schoone, frissche landelijke tafereelen reden en door die lange, lommerrijke lanen, dan wil ik bekennen, dat Ellen's hart gevaar Rep. Eens in het bijzonder, toen haar paard schichtig was en de graaf verplicht was het verschrikte meisje tot bedaren te brengen en gerust te stcUen, toen wil ik toegeven, was het gevaar grooter dan ooit. Maar indien het even zoo ging met het hart van den graaf hij toonde het niet hij was altijd onverstoorbaar kalm. Ellen kon niet doorgronden, welke gevoelens hem beziel den, maar zij was bijna zeker, dat hij haar niet beminde. Somtijds echter dacht zij, dat het toch wel mogelijk was als zij het maar wist, dan kon zij weten, hoe zij handelen moest. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Weekblad voor Amersfoort en Omstreken | 1872 | | pagina 1